Actualia Overheidsopdrachten
2023/2024

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof) en mr. Peter Teerlinck (& De Bandt)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024

Duurzaam-/circulair aankopen: de selectiefase en -criteria (GD&A Advocaten)

Auteur: Cies Gysen, Gitte Laenen, Willem-Jan Ingels en Wouter Rubens (GD&A Advocaten)

Publicatiedatum: 16/01/2020

In het kader van de Week van de Duurzame Gemeente schenen wij een licht op de zinvolheid van duurzaam-/circulair aankopen op lokaal niveau (hier), de voorafgaande behoeftebepaling (hierhier en hier) én de (functionele) behoefteomschrijving in de opdrachtdocumenten (hier) Samen met de opdrachtomschrijving, vormen (ook) de selectie- en gunningscriteria de voornaamste middelen voor de lokale besturen om duurzame-/circulaire eisen in een overheidsopdracht te integreren.

Iedere overheidsopdracht wordt in beginsel toegewezen aan de inschrijver met de economisch meest voordelige offerte. Alvorens een offerte wordt beoordeeld, moet echter bepaald worden van welke ondernemingen de offertes in aanmerking komen voor (inhoudelijke-) beoordeling.

Deze kwalitatieve selectie betreft de selectiefase die de gunning van de overheidsopdracht voorgaat: het is de fase waarin de “persoon” van de inschrijver “beoordeeld” wordt en bepaald wordt wie in aanmerking komt om (inhoudelijk) mee te dingen naar de opdracht. Deze selectiefase is in het algemeen tweeledig: enerzijds is er de betrouwbaarheidscontrole van de inschrijver (via uitsluitingscriteria) en anderzijds is er de beoordeling van de geschiktheid van de inschrijver (via bekwaamheids- en selectiecriteria).

Wat enerzijds de uitsluitingscriteria betreft, laat de Overheidsopdrachtenwet van 17 juni 2016 geen ruimte voor de aanbestedende overheid om (eigen) duurzame-/circulaire uitsluitingscriteria in de opdrachtdocumenten te integreren. Iedere aanbestedende overheid is in dit verband gehouden de inschrijvers te controleren (uitsluitend) in het licht van de limitatief (en deels verplichtend) voorgeschreven uitsluitingsgronden van artikel 67 tot en met 70 van de Overheidsopdrachtenwet.

Dit met voor gevolg dat er op vlak van de uitsluitingscriteria geen mogelijkheden gelaten worden om bepaalde duurzaamheids-/circulaire oeverwegingen te laten meespelen in de beoordeling van de betrouwbaarheidscontrole van een inschrijver.

Wat anderzijds de selectiecriteria betreft, wordt de aanbestedende overheid wél meer vrijheid gelaten tot eigen invulling. In toepassing van artikel 71 van de Overheidsopdrachtenwet lijkt een aanbestedende overheid het duurzame-/circulaire gehalte van de selectiecriteria in de opdrachtdocumenten immers te kunnen verhogen door de nadruk te leggen op één of meerdere capaciteiten inzake duurzaamheid-/circulariteit waarover een inschrijver dient te beschikken in het kader van zijn technische bekwaamheid en dit inzonderheid wat betreft de criteria inzake relevante ervaring en referenties, de onderwijs- en/of beroepskwalificaties van het personeel, evenals inzake de zgn. milieubeheerssystemen:

1. Geëist kan worden dat een inschrijver aantoont te beschikken over voldoende ervaring inzake soortgelijke / relevante opdrachten met gelijkaardig niveau van duurzaamheid-/circulariteit, door x-aantal referenties op te geven van gelijkaardige opdrachten, zoals (bv.) als volgt:
“De inschrijver legt een lijst voor van minimum drie (3) referenties inzake in het verleden uitgevoerde of in uitvoering zijnde gelijkaardige opdrachten, die gedurende de afgelopen vijf (5) jaren werden verricht, met vermelding van de looptijd, het type patrimonium, de contractdatum en de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren/zijn. Als “gelijkaardige” opdrachten worden beschouwd: opdrachten inzake de bouw van duurzame-/circulaire infrastructuurwerken met een minimale looptijd van vijfenzeventig (75) jaar. Referenties die niet aan de bovengenoemde voorwaarden beantwoorden, worden niet in aanmerking genomen.”

2. Geëist kan worden dat bepaalde personeelsleden die zullen ingezet worden in het kader van de opdracht, moeten beschikken over bepaalde kwalificaties inzake duurzaamheid-/circulariteit (bv. projectleider met aantoonbare ervaring inzake circulaire economie).

3. Eisen kunnen gesteld worden inzake zgn. milieumanagement- of milieubeheerssystemen van de inschrijver, zijnde interne auditsystemen met de bedoeling te verduidelijken op welke wijze de inschrijver systematische inspanningen levert om zijn milieuprestaties te verbeteren. Dit bijvoorbeeld via volgende omschrijving:

“De inschrijver werkt volgens een circulair economie systeem dat gericht is op continue verbetering en voldoet aan volgende voorwaarden:

  • De inschrijver heeft de doelstelling om zelf (deels-/volledig) circulair te worden;
  • De inschrijver heeft doelstellingen/uitvoeringsstrategieën om afvalmateriaal tijdens het productieproces te reduceren;
  • De inschrijver heeft doelstellingen/uitvoeringsstrategieën voor een hoogwaardig hergebruik van materialen;
  • De inschrijver heeft doelstellingen/uitvoeringsstrategieën voor een optimalisatie van de levensduur van producten (al dan niet) via hergebruik.”

Opgemerkt dient echter dat het stellen van kwalitatieve (selectie-)eisen, inzonderheid inzake milieubeheersystemen, niet altijd eenvoudig zal zijn. Artikel 71 van de Overheidsopdrachtenwet bepaalt namelijk dat de kwalitatieve (selectie-)eisen steeds voldoende relevantie moeten vertonen met het voorwerp van de opdracht, zodat de aard van de werken of diensten de toepassing van bepaalde milieubeheermaatregelen of -systemen kunnen rechtvaardigen.

Daarenboven wordt eveneens benadrukt dat een overdaad aan kwalitatieve (selectie-)eisen eveneens op gespannen voet staat met het proportionaliteitsbeginsel: het opleggen van allerlei selectiecriteria op vlak van duurzaamheid-/circulariteit kan enkel indien duurzaamheid en circulariteit ook aandacht krijgen in de technische specificaties van de opdracht.

Overwegende dat het derhalve niet als evident voorkomt om duurzame-/circulaire overwegingen te integreren in de selectiefase, lijkt het duurzame-/circulaire karakter van een opdracht in grote mate bepaald te (moeten) worden via de gunningscriteria (cfr. onze volgende nieuwsbrief), samen met de beknopte opdrachtomschrijving en technische specificaties.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Overheid & Aanbesteding