Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Overheidsopdrachten:
28 baanbrekende arresten (2022-2023)

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op vrijdag 22 maart 2024

Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken onderneemt actie inzake stijgende prijzen en toeleveringsproblematiek bij overheidsopdrachten: grondige overweging opdrachtnemer is geboden (Schoups)

Auteurs: Maarten Somers en Carlo Cardone (Schoups)

Op 19 juli 2022 keurde het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (hierna ‘bMOW’) van de Vlaamse overheid Dienstorder MOW/MIN/2022/02 goed als maatregel tegen de huidige sterke prijsstijgingen en schaarste van materialen en grondstoffen. Er is beslist een tijdelijke aanpassing van de prijsherzieningsformule door te voeren waarbij recentere parameters gebruikt worden om zo de reële prijsstijgingen beter te reflecteren. Daarnaast worden suggesties gedaan over hoe om te gaan met de termijnimpact van toeleveringsproblemen. Hoewel één en ander allicht goed bedoeld is, zijn er belangrijke kanttekeningen bij dit regime te plaatsen aangezien het resultaat van de voorgestelde wijziging in zijn globaliteit niet perse enkel in het voordeel van de opdrachtnemer is.

Prijsherzieningsclausules

De tot nu toe geldende prijsherzieningsformules van het bMOW maken veelal gebruik van parameterwaarden van de maand voorafgaand aan de schuldvordering, dit om praktische overwegingen aangezien de parameterwaarde van de maand van de schuldvordering zelf meestal nog niet bekend is op het moment van de opmaak van de schuldvordering. Deze aanpak bleek vaak ontoereikend om de werkelijke prijsstijgingen voldoende op te vangen. Om nauwer aan te sluiten bij de realiteit, kunnen de entiteiten van het bMOW vanaf nu (mits akkoord tussen opdrachtnemer en opdrachtgever) voor de parameterwaarden van de materiaalprijzen (niet van de lonen) van de maand van de schuldvordering hanteren (of voor sommige parameters de parameterwaarden van een maand later dan oorspronkelijk voorzien in de prijsherzieningsformule).

De aangepaste prijsherzieningsclausule vindt maar toepassing voor prestaties die uitgevoerd zijn vanaf 1 januari 2022. Concreet zal de wijziging van de prijsherzieningsclausule plaatsvinden door het sluiten van een bijakte tussen de opdrachtnemer en de aanbestedende overheid (de dienstorder verduidelijkt niet wie hiervoor het initiatief dient te nemen). Voor schuldvorderingen die vóór het sluiten van de bijakte reeds uitbetaald zijn, zullen correctievorderingsstaten worden opgemaakt (weliswaar zonder recht op verwijlinteresten). Voor nog niet bekendgemaakte overheidsopdrachten wordt ‘bij voorkeur’ de gewijzigde prijsherzieningsclausule opgenomen in de opdrachtdocumenten.

Toeleveringsproblemen

Wat betreft problemen met de uitvoeringstermijn, brengt de dienstorder een aantal mogelijke pistes in herinnering indien de beweringen van de opdrachtnemer m.b.t. de onmogelijkheid om de leverings- of uitvoeringstermijnen te respecteren “geloofwaardig en waarachtig” zijn,  zonder dat iets wordt gewijzigd aan het bestaande regelgevende kader. Concreet wordt een termijnverlenging naar voren geschoven (de dienstorder preciseert niets over de termijnkosten in dat geval), dan wel een eenzijdige schorsing van de werken op basis van artikel 38/12 AUR (volgens de dienstorder zonder recht op compensatie voor de opdrachtnemer).

Kanttekeningen

Hoewel het opzet positief is, kan de concrete uitwerking van deze wijziging van de prijsherzieningsclausule ook nadelige gevolgen hebben voor de opdrachtnemer. De dienstorder (alsook de bijakte) schrijft immers voor dat voortaan schuldvorderingen pas ingediend kunnen worden nadat de parameterwaarden gekend zijn van de desbetreffende maand. De opdrachtnemer zal in vele gevallen zijn schuldvordering pas later kunnen indienen dan voorheen en aldus langer moeten wachten op zijn betaling, niet alleen van de prijsherziening, maar van zijn volledige vorderingsstaat.

Bovendien voorziet de bijakte bij deze dienstorder dat de opdrachtnemer bij ondertekening ervan afstand doet van enige vordering tot schadevergoeding of enige andere vorm van compensatie naar aanleiding van de prijsstijgingen van materialen zoals opgenomen in de dienstorder. Nochtans kan het voorvallen dat de prijsherzieningsclausule alleen onvoldoende tegemoetkomt aan het nadeel dat de opdrachtnemer door de prijsstijgingen en schaarste van materialen en grondstoffen kan ondervinden.

Aangezien de dienstorder voor lopende opdrachten voorziet in een vrijwillige aanpassing van de prijsherzieningsclausule, dient de opdrachtnemer goed af te wegen of de wijziging zoals voorgesteld in de huidige dienstorder in zijn globaliteit beschouwd voor hem wel voordelig genoeg is om te overwegen hierop al dan niet in te gaan.

Bron: Schoups

» Bekijk alle artikels: Overheid & Aanbesteding