De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024

Ziekenhuisarts: mag een individuele overeenkomst afwijken van de algemene regeling van het ziekenhuis? Cassatie-arrest van 10 februari 2020 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 11/03/2020

De regelgeving

Krachtens artikel 144, § 1, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, hierna Ziekenhuiswet 2008, wordt in elk ziekenhuis een algemene regeling vastgesteld betreffende de rechtsverhoudingen tussen het ziekenhuis en de artsen, de organisatie- en de werkvoorwaarden, met inbegrip van de financiële werkvoorwaarden.

Onverminderd de toepassing van de artikelen 18 tot 22 mag het algemeen reglement geen bepalingen bevatten die de professionele autonomie van de individuele ziekenhuisarts op het vlak van het stellen van de diagnose of het uitvoeren van de behandeling in het gedrang brengt.

Krachtens artikel 144, § 3, 2°, Ziekenhuiswet 2008 moeten in de algemene regeling de soort gevallen waarin, de redenen waarom en de procedures volgens welke een einde kan worden gemaakt aan de rechtsverhoudingen tussen de beheerder en de ziekenhuisartsen worden behandeld.

Krachtens artikel 145, § 1, Ziekenhuiswet 2008 moeten, onder verwijzing naar de in artikel 144 bedoelde algemene regeling, de respectieve rechten en verplichtingen van de individuele ziekenhuisarts en de beheerder, alsook meer bepaald de werkvoorwaarden van de ziekenhuisarts schriftelijk worden vastgesteld, hetzij in een overeenkomst, hetzij in de benoemingsakte. Wijzigingen in die respectieve rechten en verplichtingen worden eveneens schriftelijk vastgesteld.

Krachtens artikel 145, § 2, Ziekenhuiswet 2008 slaat de schriftelijke regeling minstens op de concrete toepassing van de in artikel 144, § 3, vermelde punten op de individuele arts, alsmede op de navolgende punten:

  1. de functie, de prestaties, de dienst, de voorwaarden van vervanging van de ziekenhuisarts in geval van afwezigheid en, in voorkomend geval, de regeling met betrekking tot de medische activiteit buiten het ziekenhuis;
  2. de duur van de eventuele proefperiode;
  3. de eerbiediging van het reglement van inwendige orde van het ziekenhuis en van de diensten en, in voorkomend geval, van het stafreglement;
  4. de wijze waarop beide partijen hun verplichtingen naleven in verband met de regeling van de permanentie van de verzorging.
De visie van Cassatie in casu

Het Cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 14 mei 2018.

Uit het geheel van de bepalingen en de wetsgeschiedenis volgt dat de algemene regeling bedoeld in artikel 144 Ziekenhuiswet 2008 een algemeen kader bepaalt waarbinnen, in een schriftelijke individuele overeenkomst, de concrete individuele rechten en verplichtingen van de ziekenhuisarts en de beheerder worden bepaald, zodat in de schriftelijke individuele overeenkomst niet van de algemene regeling kan worden afgeweken.

Het onderdeel dat geheel ervan uitgaat dat de individuele overeenkomst met een ziekenhuisarts van de algemene regeling afwijkende bepalingen kan bevatten, voor zover de dwingende bepalingen van de Ziekenhuiswet zelf worden geëerbiedigd, berust op een onjuiste rechtsopvatting en faalt mitsdien naar recht.

Lees hier het Cassatie-arrest van 10 februari 2020

» Bekijk alle artikels: Medisch & Pharma