De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024

Vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg. Cassatie-arrest 7 oktober 2019 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 13/11/2019

Arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 26 maart 2018

De appelrechter stelt vast en oordeelt dat:

  • de verweerster volledig arbeidsongeschikt was van 1 maart 2011 tot en met 30 juni 2011
  • zij tijdelijk zowel persoonlijk als huishoudelijk ongeschikt was voor 50 pct. van 1 tot en met 31 juli 2011 en voor 25 pct. van 1 tot en met 31 augustus 2011
  • het tijdstip waarop redelijkerwijze de professionele activiteit kon worden hernomen op 1 september 2011 dient te worden bepaald
  • de verweerster tijdens het optreden van de medische verwikkeling kleuterjuf in de tweede en derde kleuterklas was, zij door de verwikkeling belangrijke klachten en beperkingen ter hoogte van haar linkerschouder had opgelopen en deze klachten en beperkingen die volgens de deskundige in de periode van 1 juli 2011 tot en met 31 augustus 2011 tot een tijdelijk persoonlijke en huishoudelijke ongeschiktheid van respectievelijk 50 pct. en 25 pct. leidden, het werk van de verweerster als kleuterjuf eveneens moet hebben bemoeilijkt en moet hebben geleid tot een gedeeltelijke economische ongeschiktheid.

De appelrechter oordeelt op grond van die redenen dat de verweerster aan de voorwaarde van artikel 5, 2°, Wet Medische Ongevallen voldoet, met name dat zij gedurende zes opeenvolgende maanden economisch arbeidsongeschikt was.

Arrest van het Hof van Cassatie van 7 oktober 2019

Krachtens artikel 1, 4°, van de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg, hierna Wet Medische Ongevallen, vergoedt de eiser het slachtoffer of zijn rechthebbenden overeenkomstig het gemeen recht wanneer de schade is veroorzaakt door een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, voor zover de schade voldoet aan een van de in artikel 5 van de wet bepaalde voorwaarden inzake ernst.

Krachtens artikel 5, 2°, Wet Medische Ongevallen is de schade ernstig genoeg indien de patiënt getroffen is door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedurende minstens zes opeenvolgende maanden of zes niet opeenvolgende maanden over een periode van twaalf maanden.

Uit de wetsgeschiedenis van die bepaling blijkt niet dat, anders dan uit de door de wet gebruikte bewoordingen volgt, de tijdelijke arbeidsongeschiktheid waardoor  het slachtoffer moet getroffen zijn opdat er sprake zou zijn van een voldoende ernstige schade, een volledige of algehele arbeidsongeschiktheid moet zijn.

De appelrechter die op grond van die redenen oordeelt dat de verweerster aan de voorwaarde van artikel 5, 2°, Wet Medische Ongevallen voldoet, met name dat zij gedurende zes opeenvolgende maanden economisch arbeidsongeschikt was, verantwoordt zijn beslissing naar recht.

Lees hier het Cassatie-arrest van 7 oktober 2019

» Bekijk alle artikels: Medisch & Pharma