De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024

Miskenning door arts van zijn informatieplicht aan de patiënt. Cassatie-arrest 18 juni 2020 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 01/07/2020

Het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 8 april 2019

De appelrechter oordeelt dat:

  • de arts de verplichting had de patiënt voorafgaand te informeren over de mogelijke implicaties van de voorgenomen ingreep;
  • het aan de arts behoort om afdoend te bewijzen dat hij de patiënt voorafgaand heeft geïnformeerd over de complicatie die zich voordeed;
  • de eigen verklaringen van de arts in dit verband geen bewijswaarde hebben;
  • een consultatieverslag en het verslag van de operatiekamer niet toelaten om zonder meer te vermoeden dat de arts de patiënt informeerde over de mogelijke complicaties eigen aan de specifieke ingreep;
  • evenmin uit het wachten door de patiënt na de consultatie gedurende enkele maanden alvorens de ingreep te laten uitvoeren en uit het enkele feit dat de raadsgeneesheren van de patiënt eerst de piste van een mogelijke fout van de arts bij de ingreep onderzochten, het vermoeden blijkt dat de patiënt was ingelicht.

De appelrechter oordeelt op deze gronden dat bij gebrek aan bewijs moet worden aangenomen dat de arts zijn informatieverplichting heeft miskend.

De principes

Krachtens artikel 870 Gerechtelijk Wetboek moet iedere partij het bewijs leveren van de feiten die zij aanvoert.

Krachtens artikel 1315 Burgerlijk Wetboek moet hij die de uitvoering van een verbintenis vordert het bestaan daarvan bewijzen. Omgekeerd moet hij die beweert bevrijd te zijn, het bewijs leveren van de betaling of van het feit dat het tenietgaan van zijn verbintenis heeft teweeggebracht.

Uit het geheel van deze bepalingen volgt dat bij een aansprakelijkheidsvordering de bewijslast van de tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis, de schade en het oorzakelijk verband tussen beide, behoudens wettelijke of contractuele afwijking, in de regel op de benadeelde rust.

Krachtens artikel 8, § 1, eerste lid, Wet Patiëntenrechten heeft de patiënt het recht om geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar.

Krachtens artikel 8, § 2, Wet Patiëntenrechten hebben de inlichtingen die aan de patiënt verstrekt worden, met het oog op het verlenen van diens toestemming bedoeld in § 1, betrekking op het doel, de aard, de graad van urgentie, de duur, de frequentie, de voor de patiënt relevante tegenaanwijzingen, nevenwerkingen en risico’s verbonden aan de tussenkomst, de nazorg, de mogelijke alternatieven en de financiële gevolgen. Ze betreffen bovendien de mogelijke gevolgen in geval van weigering of intrekking van de toestemming, en andere door de patiënt of de beroepsbeoefenaar relevant geachte verduidelijkingen, desgevallend met inbegrip van de wettelijke bepalingen die met betrekking tot een tussenkomst dienen te worden nageleefd.

Wanneer de benadeelde aanvoert dat hij schade heeft geleden doordat de arts heeft nagelaten hem de in voormeld artikel 8 Wet Patiëntenrechten bepaalde informatie te verschaffen, moet hij niet alleen bewijzen dat de arts hem de informatie daadwerkelijk had moeten geven, maar ook dat hij dat niet heeft gedaan.

Het standpunt van het Hof van Cassatie

De appelrechter die op deze gronden oordeelt dat bij gebrek aan bewijs moet worden aangenomen dat de arts zijn informatieverplichting heeft miskend, verantwoordt zijn beslissing niet naar recht.

Lees hier het Cassatie-arrest van 18 juni 2020

» Bekijk alle artikels: Medisch & Pharma