Schadevergoeding bij de onregelmatige gunning van overheidsopdrachten

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 5 juni 2025


Verzekeringsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak

Mr. Sandra Lodewijckx (Lydian)

Webinar op donderdag 13 maart 2025


Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW

Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)

Webinar op donderdag 6 februari 2025

Behandelingsovereenkomst tussen arts en patiënt, zorgovereenkomst tussen ziekenhuis en patiënt: kan de rechter deze aanvullen met een resultaatsverbintenis om veilige medische hulpzaken te gebruiken? Cassatie-arrest van 24 juli 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De feiten

Een uroloog verbonden aan het ziekenhuis, voerde een medische ingreep uit. De uroloog en het ziekenhuis zijn voor beroepsaansprakelijkheid verzekerd bij dezelfde verzekeringsmaatschappij.

Bij het uitvoeren van een ureterorenscopie disfunctioneerde de gebruikte dormia katheder. Het operatieverslag vermeldt dat deze, na extractie van een eerste fragment steen, niet meer kan bediend worden en er een extractie volgt van de open dormia met avulsie.

Na aanvankelijk, wegens beweerde aanhoudende hinder, met de verzekeringsmaatschappij een overeenkomst van minnelijke medische expertise te hebben ondertekend, en daarna de verzekeringsmaatschappij alsnog in gebreke te hebben gesteld op grond van een gebrek in de gebruikte dormia-katheder, verschenen partijen vrijwillig voor de rechtbank van eerste aanleg.

De patiënt stelde in hoofdorde een vordering in schadevergoeding in ten aanzien van de uroloog en dit zowel op grond van contractuele als buitencontractuele aansprakelijkheid. Ten aanzien van het ziekenhuis steunde hij zijn vordering op de Ziekenhuiswet en ten aanzien van de verzekeringsmaatschappij vorderde hij rechtstreeks op grond van de wet betreffende de verzekeringen.

Het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 8 november 2021

De appelrechter stelt vast en oordeelt dat:

  • er zowel tussen de patiënt en de geneesheer als tussen de patiënt en het ziekenhuis een contractuele verhouding bestaat;
  • zowel de behandelingsovereenkomst met de geneesheer als de zorgovereenkomst met het ziekenhuis aan de zijde van de behandelende arts als het ziekenhuis diverse veiligheidsverplichtingen ten aanzien van de patiënt inhouden, waaronder ook de veiligheidsverplichting om veilig medisch materiaal te gebruiken;
  • deze laatste veiligheidsverplichting dient te worden gekwalificeerd als een resultaatsverbintenis aan de zijde van de arts en het ziekenhuis omdat deze verbintenis geen aleatoir karakter vertoont;
  • op de arts en het ziekenhuis de verplichting rust om deugdelijke producten te gebruiken.
De visie van het Hof van Cassatie

Artikel 1134, derde lid, Oud Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de overeenkomsten te goeder trouw ten uitvoer moeten worden gebracht.

Deze bepaling bevat een gedragsnorm, op grond waarvan de rechter de overeenkomst tussen de partijen vermag aan te vullen met bijkomende verplichtingen die voortvloeien uit dit vereiste van de goede trouw.

Artikel 1135 Oud Burgerlijk Wetboek bepaalt bovendien dat overeenkomsten niet alleen verbinden tot hetgeen daarin uitdrukkelijk bepaald is, maar ook tot alle gevolgen die door de billijkheid, het gebruik of de wet aan de verbintenis, volgens de aard ervan, worden toegekend.

De rechter beoordeelt onaantastbaar in feite of een contractuele verbintenis een inspannings- of resultaatsverbintenis uitmaakt. Het Hof kan enkel nagaan of de rechter uit de feiten die hij vaststelt, geen gevolgen trekt die daarmee geen verband houden of op grond daarvan niet kunnen worden verantwoord.

Met deze redenen is de beslissing van de appelrechter om de behandelingsovereenkomst tussen de arts en de patiënt alsook de zorgovereenkomst tussen het ziekenhuis en de patiënt aan te vullen met een resultaatsverbintenis om veilige medische hulpzaken te gebruiken, naar recht verantwoord.

In zoverre het onderdeel ervan uitgaat dat de rechter de behandelingsovereenkomst tussen een arts en een patiënt en de zorgovereenkomst tussen het ziekenhuis en een patiënt niet kan aanvullen met een resultaatsverbintenis om veilige medische hulpzaken te gebruiken, kan het niet worden aangenomen.

In zoverre het onderdeel de appelrechter verwijt de verbintenis om veilige medische hulpzaken te gebruiken als een resultaatsverbintenis te hebben gekwalificeerd, zonder de gemeenschappelijke wil van de partijen te zijn nagegaan, kan het evenmin worden aangenomen.

Het cassatieberoep wordt verworpen.

Lees het Cassatie-arrest van 24 juli 2023

» Bekijk alle artikels: Medisch & Pharma

Boeken in de kijker: