Verzekeringsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak

Mr. Sandra Lodewijckx (Lydian)

Webinar op donderdag 13 maart 2025


Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers

Arts en discussie over het statuut van ziekenhuisgeneesheer. Cassatie-arrest van 4 oktober 2024 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Het cassatieberoep is gericht tegen de arresten van het hof van beroep te Antwerpen van 22 maart 2021 en 13 februari 2023.

De appelrechter stelt vast dat het deskundigenonderzoek heeft aangetoond dat:

  • de eiser in de betrokken periode meer dan 7.000 uur spoedpermanentie verrichtte in het ziekenhuis van de verweerster;
  • de eiser ingeschakeld was in de wachtdienst bij de verweerster en deelnam aan meer dan 350 MUG-interventies voor de verweerster;
  • het ereloon van de eiser centraal werd geïnd door de verweerster;
  • de eiser insprong voor andere artsen;
  • een collegiale sfeer heerste;
  • de eiser bij zijn opstart overleg had met de hoofdarts;
  • de infrastructuur en lokalen van de verweerster ter beschikking waren van de eiser;
  • hij dezelfde beroepskledij droeg als de andere artsen.

De appelrechter die op grond van deze redenen oordeelt dat de eisers uit deze feiten onterecht afleiden dat de eiser een ziekenhuisgeneesheer is in de zin van artikel 8, 4°, Ziekenhuiswet 1987 en dat de voormelde feiten zowel afzonderlijk als tezamen slechts het bewijs leveren van een feitelijke band tussen de eiser en de verweerster, miskent het rechtsbegrip feitelijk vermoeden niet en ontneemt de eisers niet het recht om de verbondenheid in de zin van artikel 8, 4°, Ziekenhuiswet 1987 door alle bewijsmiddelen, inzonderheid de feitelijke vermoedens en de feitelijke uitvoering van een vermeende overeenkomst, te leveren.

In zoverre het onderdeel schending aanvoert van de artikelen 8.8 en 8.29 Burgerlijk Wetboek en miskenning van het rechtsbegrip feitelijk vermoeden, kan het niet worden aangenomen.

Het is niet tegenstrijdig enerzijds te oordelen dat de eisers niet bewijzen dat ze verbonden waren met de verweerster in de zin van artikel 8, 4°, Ziekenhuiswet 1987 en anderzijds te oordelen dat de eisers zich, conform de afspraken uit het verleden tussen de eiser en de verweerster zoals die kunnen worden afgeleid uit de door de eisers voorgelegde fiscale fiches en betalingsbewijzen, voor de betaling van het saldo van hun achterstallig ereloon voor de periode van 1 januari 2005 tot 16 maart 2005 dienen te richten tot de Associatie Heelkunde.

Lees hier het Cassatie-arrest van 4 oktober 2024

» Bekijk alle artikels: Medisch & Pharma

Boeken in de kijker: