Intellectuele eigendomsrechten in de onderneming:
wie is eigenaar van door werknemers en dienstverleners ontwikkelde creaties?

Dr. Nele Somers (ARTES) en mr. Veerle Scheys (Mploy)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Portretrecht: 10 Basisprincipes Onder Belgisch Recht (Finnian & Columba)

Auteur: Bart Van Besien (Finnian & Columba)

Publicatiedatum: 12/03/2019

Het portretrecht (ook wel het recht op afbeelding genoemd) hangt nauw samen met het recht op privacy. Het portretrecht houdt in dat je de toestemming van een persoon moet vragen vooraleer je zijn of haar afbeelding maakt, kopieert, verspreidt of ten toon stelt. Dit geldt ook voor het kopiëren en verspreiden van afbeeldingen van personen op het internet of op sociale media.

Toestemming is enkel nodig als de persoon herkenbaar is afgebeeld.

Toestemming is niet vereist voor het fotograferen van personen in een publieke ruimte als bij het nemen van de foto niet op die personen is gefocust. Met andere woorden, als die personen ’t oevallig’ op de foto staan. Dit is een vaag criterium dat vaak aanleiding geeft tot discussies. Veel hangt af van de concrete omstandigheden.

1. Portretrecht: toestemming nodig (bijv. een “model release”)

De toestemming voor het vastleggen, kopiëren, verspreiden of ten toon stellen van iemands afbeelding kan schriftelijk of mondeling -zelfs stilzwijgend – gegeven worden. Een stilzwijgende toestemming geldt enkel als de concrete omstandigheden elke dubbelzinnigheid uitsluiten. Bij een mondelinge toestemming duiken vaak bewijsproblemen op.

Er wordt algemeen aangenomen dat wanneer iemand poseert voor een fotograaf hij of zij de toestemming geeft voor het nemen van de foto. Een mondelinge of stilzwijgende toestemming tot het publiceren van iemands portret wordt slechts uitzonderlijk aanvaard (enkel als hierover geen enkele twijfel bestaat). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een professioneel model of mannequin op de catwalk een nieuwe kledingcollectie showt (volgens een rechtbank stemde het model stilzwijgend in met het nemen van de foto’s én met het latere gebruik van de foto’s voor reclame).

Als professionele fotograaf zorg je best dat je een sluitende “model release” hebt, waarbij het model toestemming verleent voor het nemen van de foto’s en het verdere gebruik ervan. Specifieer ook voor welke doeleinden de foto’s gebruikt zullen worden (bijv. reclame, mode, pers, kunst, exhibitie, internet, sociale media, enz.), voor welke landen de “model release” geldt (bijv. België, EU, wereldwijd, enz.), en of het model recht heeft op een vergoeding.

Als clausules in contracten rond het portretrecht onduidelijk of dubbelzinnig zijn, worden deze geïnterpreteerd in het voordeel van de geportretteerde. Bijvoorbeeld, als je toestemming geeft tot het maken van je foto en publicatie in een boek of tijdschrift, is hierin niet automatisch inbegrepen publicatie op het internet. Je doet er dan ook best aan om een “model release” zo duidelijk mogelijk op te stellen dat alle voorziene gebruiken afgedekt zijn, én dat de tekst voor het model verstaanbaar is.

2. Portretrecht en minderjarigen

Bij minderjarigen moeten de ouders hun toestemming geven. Als de minderjarige in staat is om zelf hierover een oordeel te vormen, is ook zijn of haar toestemming nodig, naast de toestemming van de ouders. Over het algemeen wordt aangenomen dat dit vanaf de leeftijd van 12 jaar is (maar het kan ook vroeger zijn).

3. Portretrecht: wat als het model zich nadien bedenkt?

Je hebt het recht om je toestemming tot publicatie in te trekken. Dit geldt niet voor je toestemming tot het maken van je afbeelding als de foto al genomen is, enkel voor je toestemming tot het publiceren ervan en verder gebruik ervan.

Dit ‘recht op intrekking’ geldt in principe enkel voor de toekomst, en voor zover er geen misbruik van gemaakt wordt (bijvoorbeeld: het model wist of moest weten dat de fotograaf of de opdrachtgever bepaalde investeringen zou doen i.v.m. drukwerk, reclame, enz.). Voor professionele modellen of mannequins zal het moeilijker zijn om de toestemming nadien in te trekken. Veel hangt af van de concrete omstandigheden.

4. Hoe lang geldt het portretrecht of recht op afbeelding?

Het portretrecht of recht op afbeelding blijft gelden gedurende het hele leven van de geportretteerde, en tot 20 jaar na zijn of haar overlijden (dan moet toestemming gevraagd worden aan de erfgenamen).

5. Portretrecht en bekende personen

Voor publieke figuren (zoals politiekers, sporters, filmsterren, televisiefiguren, enz.) wordt verondersteld dat hun portret mag genomen en gepubliceerd worden, als dit verband houdt met hun publieke activiteiten.

In de praktijk is het onderscheid tussen “informatief” versus “commercieel” gebruik vaak een dunne grens. In algemene termen is het zo dat ook publieke personen recht hebben op hun afbeelding en hun privacy, tenzij de beelden gekaderd zijn in hun openbare functie. Het is zeker niet wettig om afbeeldingen van publieke personen zonder hun toestemming te gebruiken voor reclamecampagnes.

6. Wat zijn de uitzonderingen op het portretrecht?

Er zijn meerdere uitzonderingen of limieten op het portretrecht. Zo mag je in principe wel iemands foto maken en publiceren als die persoon niet het onderwerp van de foto was en ’t oevallig’ op de foto stond. Dit is een feiten kwestie en afhankelijk van de concrete omstandigheden.

Ook voor publieke figuren of personen met een publieke functie zijn de regels minder streng. In principe mag je de afbeelding van publieke personen maken en publiceren voor zo ver dit verband houdt met hun publieke leven. Dus niet als dit gebeurt in de context van hun privéleven en niet als dit gebeurt voor commerciële doeleinden. Het is bijvoorbeeld niet aanvaardbaar om de afbeelding van een publiek persoon op sociale media te gebruiken voor reclame.

7. Portretrecht: wat is het verschil met auteursrecht?

Het portretrecht (of recht op afbeelding) en het auteursrecht zijn twee verschillende regimes. Toch kunnen ze tegelijkertijd van toepassing zijn. Bijvoorbeeld, als een fotograaf een foto maakt van iemand, zal hij of zij normaal gezien de auteursrechten op de foto hebben (op voorwaarde dat die foto voldoende origineel is). Het portretrecht blijft bij de geportretteerde. De fotograaf  zal de foto niet kunnen publiceren zonder de toestemming van de geportretteerde. De geportretteerde zal op zijn beurt de foto ook niet kunnen publiceren zonder de toestemming van de fotograaf. Beide regimes overlappen mekaar dus.

Voor een foto van een kunstwerk, heb je in principe bovendien de toestemming van de kunstenaar nodig. Voor een foto van een gebouw heb je soms de toestemming van de architect nodig (of de tuinarchitect in het geval van landschapsarchitectuur).

8. Portretrecht: zijn er specifieke regels voor reclame?

Er zijn geen specifieke regels i.v.m. het portretrecht in de reclamewereld. Wel is het zo dat rechtbanken minder begrip opbrengen voor het gebruik van afbeeldingen van personen in een commerciële context dan in een informatieve context. Met andere woorden, het gebruik van foto’s van personen in een reclamecampagne zonder toestemming van die personen wordt bijna nooit aanvaard. Dit geldt voor zowel privépersonen als voor publieke personen. Voor publieke personen gelden soepelere regels dan voor privépersonen, op voorwaarde dat het gebruik van de foto gebeurt in het kader van de openbare functie van de publieke persoon. Er wordt dan gekeken naar het algemeen belang. Een reclamecampagne wordt zelden of nooit in verband gebracht met het algemeen belang.

Met andere woorden: gebruik geen afbeeldingen van bekende of niet-bekende personen voor reclamedoeleinden als je hiervoor geen toestemming hebt.

9. Geldt  het portretrecht ook op sociale media en het internet?

Ja, het portretrecht geldt ook op sociale media en het internet in het algemeen. Enkel de afgebeelde persoon kan beslissen over het gebruik van zijn of haar foto op sociale media of op het internet. Als iemand zichzelf herkent op foto’s of video’s op een sociaal netwerk, kan die persoon zich in principe verzetten tegen dit gebruik en verwijdering van de beelden vragen.

Als je filmpjes of foto’s wil gebruiken die je op het internet vond, contacteer je dus best de afgebeelde personen en de auteurs van de filmpjes of foto’s om toestemming te bekomen.

Kan je de naam of afbeelding van je followers gebruiken in je communicatie? Dit kan in principe alleen met toestemming van je followers, zeker als de naam of foto voor commerciële doeleinden gebruikt wordt. Die toestemming kan eenmalig voor meerdere gebruiken gegeven worden, maar moet zo geformuleerd zijn dat ze alle gebruik die gemaakt wordt van de foto’s dekt. Bovendien kunnen de personen in kwestie hun toestemming later intrekken (voor zo ver ze hier geen misbruik van maken). Voor het gebruik van de naam van fans of followers geldt eveneens dat een specifieke toestemming nodig is.

10. Wat bij inbreuk op het portretrecht?

Bij schending van je recht op afbeelding doe je er best aan om eerst de gebruiker of uploader van de beelden te contacteren en te vragen om de beelden te verwijderen. Bij sociale media kan je vaak rechtstreeks een klacht indienen voor een schending van je privacy door een foto of video die op het platform gepost is. Voor kinderen die jonger zijn dan 13 jaar bestaan er ook speciale (snellere) procedures. Dit is alvast het geval bij Facebook.

Als dit niet het verhoopte resultaat oplevert, kan de houder van het portretrecht ook naar de rechter stappen. Bij schending van het portretrecht, kan de inbreukpleger aansprakelijk gesteld worden voor de schade die door deze schending geleden is en veroordeeld worden tot betaling van een schadevergoeding. Er moet dan bewezen worden (1) dat er een schending is van het recht op afbeelding (namelijk dat een afbeelding werd gemaakt of gebruikt/verspreid zonder toestemming); (2) dat er schade geleden is; (3) dat de schade veroorzaakt is door de inbreuk (oorzakelijk verband); en (4) dat de gedaagde partij degene is die de inbreuk gepleegd heeft of hiervoor verantwoordelijk is. Er moet niet bewezen worden dat de overtreder te kwader trouw was. Met andere woorden, zelf al maak/gebruik je een afbeelding te goeder trouw, toch kan je aansprakelijk zijn voor de schade die de geportretteerde hierdoor lijdt. Vaak is het niet evident om de schade correct te begroten. In veel gevallen heeft dit aanleiding tot symbolische bedragen (voor morele schade).

Behalve een schadevergoeding, kan een rechter ook bevelen om de afbeeldingen te verwijderen(bijvoorbeeld van Facebook te halen) of te vernietigen en een verbod opleggen om in de toekomst de beelden te gebruiken. In specifieke gevallen kan de overtreder ook strafrechtelijk vervolgd worden, bijvoorbeeld voor het verspreiden van afbeeldingen die strijdig zijn met de goede zeden of op basis van de wetgeving ter bescherming van minderjarigen.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: IT & IP