Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Casino (Cassatie) Royale: over informaticabedrog via ‘gokterminals’ (Waeterinckx Advocaten)

Auteurs: Patrick Waeterinckx en Julie Petersen (Waeterinckx Advocaten)

Met de wet inzake informaticacriminaliteit van 28 november 2000[1] wilde de wetgever een antwoord bieden op bepaalde problemen die het gebruik van o.a. informatica en het internet deden en doen rijzen in het straf- en strafprocesrecht. Specifiek vanuit materieel-strafrechtelijk oogpunt was al in de jaren tachtig en negentig gebleken dat het bestraffen van allerhande misdrijven online via bestaande strafbepalingen ontworpen voor offline misdrijven op haar grenzen stootte.

Op die manier ontstonden er rond de eeuwwisseling twee nieuwe vormen van strafbepalingen, namelijk enerzijds enkele misdrijven waarbij het gebruik of de manipulatie van ICT hoofdzakelijk een middel is om een welbepaald feit te plegen, en anderzijds de misdrijven waarbij (de inbreuk op) de informatica het doel is van de criminaliteit.

Het ‘informaticabedrog’ (artikel 504quater van het Strafwetboek (verder: ‘Sw.’) – dat door de wetgever in 2000 beschouwd werd als de online variant van de oplichting (artikel 496 Sw.) – behoort duidelijk tot de eerste categorie. Samengevat komen de bestanddelen van het misdrijf informaticabedrog erop neer dat een persoon via datamanipulatie in een informaticasysteem bedrieglijk beoogt zichzelf of een ander een economisch voordeel te verschaffen.

In een recent arrest van 31 januari 2023 (P.22.1368.N) verduidelijkt het Hof van Cassatie één en ander i.v.m. de draagwijdte van voormelde bestanddelen, in het bijzonder wat betreft de zgn. ‘datamanipulatie’.

Eiser in cassatie die door het hof van beroep te GENT was veroordeeld voor het frauduleus afsluiten van bepaalde weddenschappen in computerterminals van gokkantoren en krantenwinkels, voerde in zijn cassatiemiddel aan dat het louter ingeven van weddenschapsgegevens op een speelterminal ‘geen manipulatie inhoudt van de normale aanwending van gegevens’ in een informaticasysteem. Volgens eiser zou dergelijke manipulatie maar aan de orde zijn geweest mocht hij een financiële transactie hebben uitgevoerd om zijn inzet te betalen. Bijgevolg zouden de appelrechters o.a. artikel 504quater Sw. hebben geschonden.

Het Hof van Cassatie oordeelde o.i. terecht dat die juridische analyse van eiser onjuist is. Steunend op de wetsgeschiedenis van artikel 504quater Sw. zette het Hof nog eens helder uiteen wat moet worden verstaan onder de begrippen ‘informaticasysteem’ en ‘het manipuleren van daarin opgeslagen gegevens’.

De term ‘informaticasysteem’ slaat op alle systemen voor de opslag, verwerking of overdracht van gegevens. Het manipuleren van de daarin opgeslagen gegevens (samengevat de ‘datamanipulatie’) wordt beschreven via de termen ‘invoeren, wijzigen of wissen’ [2]. Die termen moet men begrijpen in hun normale taalkundige betekenis.

Steunend op die analyse oordeelde het Hof van Cassatie dat als een persoon (in deze eiser in cassatie) in een computerterminal gegevens invoert die nodig zijn om te spelen op een door een gokinrichting aangeboden gokspel of weddenschap, waaronder het bedrag van de inzet, dit wel degelijk een datamanipulatie kan omvatten in de zin van artikel 504quater Sw.

In het gegeven geval bleek dat de speler (eiser) de gegevens had ingevoerd zonder de intentie zijn inzet ooit te betalen. M.a.w. speculeerde hij op het innen van een eventuele winst, terwijl hij bij verlies evenmin een nadeel zou lijden omdat hij toch de inzet niet zou betalen. Eiser had dus gegevens in een informaticasysteem ingevoerd waarbij hij met bedrieglijk opzet beoogde een onrechtmatig voordeel te verwerven. In de woorden van het Hof van Cassatie: eiser streefde dit onrechtmatig economisch voordeel na omdat hij “van meet af aan enkel gebeurlijke winst wou innen en gebeurlijk verlies wou ontduiken”.

Met zijn voorziening in cassatie had eiser daarmee duidelijk op het verkeerde paard gewed. [3]

[1] BS 3 februari 2001.

[2] Ook nog het met ‘enig ander technologisch middel de normale aanwending van gegevens in een informaticasysteem’ veranderen.

[3] Voor een grondige studie van het informaticabedrog, cf. B. SPRIET en P. WAETERINCKX, “Fraudemisdrijven”, in VERENIGING VOOR DE VERGELIJKENDE STUDIE VAN HET RECHT VAN BELGIË EN NEDERLAND, Den Haag en Antwerpen, Boomjuridisch, 2021, 255-311, i.h.b. 278-311 en de verwijzingen aldaar.

Bron: Waeterinckx Advocaten

» Bekijk alle artikels: IT & IP