Wet Overmatige Schuldenlast: Belangrijke wijzigingen (PKF Bofidi)

Het doel is om schuldenaars met een zware schuldenlast te helpen hun financiële situatie weer onder controle te krijgen en tegelijk schuldeisers rechtmatig te vergoeden zonder schuldenaars hierbij te confronteren met overmatige bijkomende kosten.

Rol van de gerechtsdeurwaarder en minnelijke oplossingen

Bedoeling van de wetgever is onder meer de gerechtsdeurwaarder de rol toe te bedelen van facilitator, in zijn optreden naar de schuldenaar. De gerechtsdeurwaarder zal in deze zijn rol van bemiddelaar ten volle moeten waarmaken om de schuldenaar uit de schuldenspiraal te helpen, en de kosten die zijn optreden met zich meebrengen te beperken.

De gerechtsdeurwaarder zal in zijn optreden steeds prioriteit moeten geven aan een minnelijke oplossing, ook in de gerechtelijke fase.

Dit wordt mede mogelijk gemaakt door het correct invullen van een informatieblad dat aan elke akte die strekt tot de betaling van een geldsom zal worden gehecht, en waarin de oplossingen worden opgelijst die het mogelijk maken voor de schuldenaar om zijn financiële situatie te herstellen of een betalingsregeling te bekomen.

Uitvoeringsprocedure en afbetalingsplan

In de uitvoeringsprocedure zal het gemeengemaakt beslag de regel zijn. Dit betekent dat wanneer ten laste van een schuldenaar reeds een eerder beslag werd gelegd door een andere gerechtsdeurwaarder, dit beslag zal gelden als moederbeslag, waarop alle volgende uitvoeringsprocedures zich zullen dienen te baseren. Dit moederbeslag zal dus voldoende ruim moeten zijn om voorzien te zijn op de uitvoering voor mogelijke andere schuldvorderingen.

Slechts in welbepaalde gevallen zal een nieuw beslag kunnen worden gelegd, een zgn. beslag bij vergelijking en uitbreiding. Dit is bv. mogelijk wanneer wordt vastgesteld dat de schuldenaar over nieuwe goederen beschikt nadat het moederbeslag werd gelegd, wanneer blijkt dat bepaalde goederen niet door de eerdere beslagleggende gerechtsdeurwaarder in beslag werden genomen of wanneer blijkt dat de goederen opgenomen in het moederbeslag in waarde verminderd zijn.

Afbetalingsplannen zullen telkens schriftelijk dienen te worden bevestigd naar de debiteur toe. Daarnaast zijn er ook strikte regels rond betalingsherinneringen.

Belangrijk is te vermelden dat de opdrachtgever desgevallend zal worden gevraagd of hij instemt met de voorgestelde afbetalingsregeling. Indien de opdrachtgever niet toestemt met betalingsfaciliteiten – ondanks de solvabiliteitsscreening en de rol die de gerechtsdeurwaarder als facilitator heeft gespeeld – zal de opdrachtgever principieel de verantwoordelijkheid dragen. Er zijn immers strenge tucht- en burgerrechtelijke gevolgen voor de gerechtsdeurwaarder verbonden met een afbetalingsplan.

De gerechtsdeurwaarder zal – zelfs indien de opdrachtgever niet akkoord gaat met betalingsfaciliteiten – steeds de nodige aandacht moeten hebben voor de proportionaliteit van de uitvoeringsprocedure.

Deficitaire gerechtelijke verkopingen – d.w.z. verkopingen die onvoldoende opbrengst genereren om de kosten te voldoen – zijn al sedert 10 juli 2024 verboden.

Bron: PKF Bofidi