Vennootschapsrecht:
recente wetgeving en rechtspraak
anno 2025
Mr. Joris De Vos en mr. Laurens Engelen (Dentons)
Webinar op vrijdag 17 oktober 2025
Conflicten in rechtspersonen
Mr. Vanessa Ramon (Cygnus Advocaten)
Webinar op donderdag 9 oktober 2025
SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze
10 webinars on demand voor €595
OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes
Overname van activa of activiteiten van een onderneming in moeilijkheden, in een procedure van overdracht onder gerechtelijk gezag of in (stil) faillissement
Mr. Jens Vrebos en mr. Marlies De Brabandere
(Crivits legal)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
Faillissementsrecht anno 2025:
recente wetgeving én rechtspraak
Mr. Ilse Van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)
Webinar op donderdag 27 november 2025
Zekerheden anno 2025
: een update aan de hand van
wetgeving en rechtspraak
Mr. Ivan Peeters (NautaDutilh)
Mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)
Webinar op dinsdag 14 oktober 2025
Verval van het recht op terugvordering voor eigenaars van goederen in het bezit van de gefailleerde. Grondwettelijk Hof 15 mei 2025 (Recht op zaterdag)
Onderwerp van de prejudiciële vraag
Bij arrest van 20 september 2024 heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel XX.194, tweede lid, WER artikel 16 Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 Eerste Aanvullend Protocol EVRM, in zoverre de eigenaar van goederen die in het bezit van de gefailleerde zijn, vervallen is van zijn recht op terugvordering van deze goederen wanneer hij dat recht uitoefent na de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen ? ».
Het standpunt van het Grondwettelijk Hof
‘Het is niet onredelijk dat de in het geding zijnde bepaling in een vervaltermijn voorziet waarbinnen terugvorderingen kunnen plaatsvinden. Zonder vervaltermijn kunnen terugvorderingen immers op ieder moment de faillissementsprocedure doorkruisen en voor vertraging en bijkomende kosten zorgen. Het feit dat alleen goederen die in het bezit zijn van de gefailleerde kunnen worden teruggevorderd en de curator een retentierecht heeft indien de kosten voor de bewaring en teruggave niet worden betaald, doet daaraan geen afbreuk.
Opdat de vervaltermijn geen onevenredige gevolgen heeft, moet de termijn evenwel voldoende lang zijn rekening houdende met de kenbaarheid die eraan wordt gegeven. Krachtens de in het geding zijnde bepaling treedt het verval in bij de neerlegging van het eerste proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen. Gelet daarop beschikt de eigenaar in beginsel over een termijn variërend van 35 tot 60 dagen vanaf het vonnis van faillietverklaring, dat binnen vijf dagen te rekenen van zijn dagtekening bij uittreksel wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Een dergelijke gecentraliseerde bekendmaking biedt elke persoon de mogelijkheid om te allen tijde kennis te nemen van het faillissement.
Het is niet onredelijk van een persoon die eigenaar is van een goed dat zich in het bezit van een onderneming bevindt, bijvoorbeeld in het kader van een bewaargeving, te verwachten dat hij zich op regelmatige basis informeert over de rechtspositie van die onderneming, door na te gaan of er berichten met betrekking tot die onderneming zijn verschenen in het Belgisch Staatsblad.
Artikel XX.194, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht is bijgevolg bestaanbaar met artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol.
Artikel XX.194, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht schendt niet artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens’.
» Bekijk alle artikels: Insolventie & Faillissement