Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Faillissementsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Ilse van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 6 december 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024

Schuldvergelijking na faillissement: steeds mogelijk of een “verboden vrucht”? (Caluwaerts Uytterhoeven)

Auteurs: Federico Wuyts en Tom Janssens (Caluwaerts Uytterhoeven)

Iedere ondernemer kan er wel eens mee geconfronteerd worden: een zakenrelatie gaat failliet maar over en weer staan nog aanzienlijke schulden open. Wat gebeurt er in zulk geval? Kunnen deze schulden gecompenseerd worden? Vooraleer hier dieper op in te gaan leggen wij in deze blogpost eerst kort de principes uit die de rechtsfiguur “schuldvergelijking” of “compensatie” beheersen.

Schuldvergelijking of compensatie

Schuldvergelijking wordt behandeld in art. 5.254 – art. 5.257 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Art. 5.254 BW geeft een definitie van schuldvergelijking en stelt:

“Er is sprake van schuldvergelijking wanneer wederzijdse verbintenissen uitdoven ten belope van het laagste bedrag of hoeveelheid.”

Schuldvergelijking zorgt dus dat schulden tenietgaan ten aanzien van het laagste bedrag indien twee personen wederzijds schuldenaar zijn van elkaar. Hier zijn vijf voorwaarden aan verbonden:

  1. Het moet gaan om wederzijdse schulden (art. 5.254, lid 1 BW).
  2. De personen moeten handelen in dezelfde hoedanigheid (art. 5.254, lid 2 BW).
  3. De schulden hebben beide betrekking op geld of andere gelijke vervangbare zaken (art. 5.255, lid 2 BW).
  4. De schulden moeten beide vaststaan (art. 5.255, lid 2 BW).
  5. De schulden moeten beide opeisbaar zijn (art. 5.255, lid 2 BW).
Schuldvergelijking heeft derhalve tot gevolg dat de schuldenaar die ook schuldeiser is van zijn schuldeiser bij voorrang van rechtswege betaald wordt. Schuldvergelijking maakt het betalingsverkeer dus eenvoudiger. Kan schuldvergelijking echter ook als een soort van zekerheid fungeren? Door te compenseren zou de schuldvordering immers met zekerheid – ten minste voor het laagste bedrag – voldaan kunnen worden?
Schuldvergelijking na faillissement

Een faillissement zorgt voor een situatie van samenloop tussen de schuldeisers van gefailleerde. Dit impliceert dat tussen schuldeisers het gelijkheidsbeginsel van toepassing wordt, waardoor iedere schuldeiser op gelijke voet behandeld moet worden. Hieruit vloeit voort dat schuldvergelijking na faillissement in beginsel uitgesloten is. Dit zou namelijk het gelijkheidsbeginsel tussen de verscheidene schuldeisers miskennen.

Uiteraard kan dit bij de betrokken schuldeisers wrang aanvoelen. De curator van gefailleerde zal immers iedere openstaande factuur van gefailleerde innen, terwijl de schuldeisers zich tevreden dienen te stellen met het indienen van een schuldvordering via Regsol. Institutionele schuldeisers en banken beschikken echter vaak over zekerheden. Hierdoor is de kans zeer groot dat de overige schuldeisers nooit enig bedrag van gefailleerde zullen ontvangen, ondanks het feit dat ze een mogelijkheid tot schuldvergelijking hadden.

Uitzondering bij samenhang

Er bestaat echter een uitzondering op bovenstaand principe. Niettegenstaande faillissement kan men in bepaalde gevallen alsnog twee schulden van rechtswege compenseren. Het Hof van Cassatie bepaalde dit o.m. op 15 mei 2014. Indien beide schulden een hoge mate van “samenhang” of “verknochtheid” vertonen, tast schuldvergelijking de regel van gelijkheid van schuldeisers bij faillissementen niet aan. Schuldvergelijking is dan mogelijk zodra er een nauw en afhankelijk verband bestaat tussen de wederzijdse schulden. Deze wederzijdse verplichtingen moeten kaderen in een samenhangend geheel en een gemeenschappelijk doel nastreven.

Een voorbeeld

Een onderneming wenst zijn bedrijfsgebouw te renoveren en gaat hiervoor een aannemingsovereenkomst aan. Vanwege gewijzigde marktomstandigheden begint de onderneming betalingsmoeilijkheden te krijgen en uiteindelijk volgt onvermijdelijk het faillissement. De renovatiewerken werden evenwel niet volgens de regels van de kunst uitgevoerd. Onze onderneming heeft bijgevolg recht op schadevergoeding vanwege slechte uitvoering van de werken.

De nog openstaande vergoedingen voor de uitgevoerde renovatiewerken kunnen in dit geval ook na het faillissement gecompenseerd worden met de schadevergoeding wegens slechte uitvoering van diezelfde werken. Er is namelijk “samenhang” of “verknochtheid”.

Conclusie

Schuldvergelijking na faillissement is niet in eender welk omstandigheid mogelijk, doch is ook geen per definitie “verboden vrucht” waar men hoe dan ook van af moet blijven. Het is genuanceerder dan dat. Ondanks een faillissement kunnen schulden die dateren van voor het faillissement alsnog van rechtswege gecompenseerd worden, zolang ze maar een hoge mate van samenhang vertonen.

Bron: Caluwaerts Uytterhoeven

» Bekijk alle artikels: Insolventie & Faillissement