Vennootschapsrecht:
recente wetgeving en rechtspraak
anno 2025

Mr. Joris De Vos en mr. Laurens Engelen (Dentons)

Webinar op vrijdag 17 oktober 2025


Overname van activa of activiteiten van een onderneming in moeilijkheden, in een procedure van overdracht onder gerechtelijk gezag of in (stil) faillissement

Mr. Jens Vrebos en mr. Marlies De Brabandere

(Crivits legal)

Webinar op dinsdag 21 oktober 2025


Faillissementsrecht anno 2025:
recente wetgeving én rechtspraak

Mr. Ilse Van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op donderdag 27 november 2025


Alternatieve financieringsvormen
voor ondernemingen:
een waaier aan mogelijkheden

Mr. Dirk Van Gerven, mr. Ivan Peeters en mr. Ken Lioen

(NautaDutilh)

Webinar op dinsdag 19 mei 2026


Zekerheden anno 2025:
een update aan de hand van
wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters (NautaDutilh)

Mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 30 januari 2026


Bezitloos pandrecht op voorraden
of vergelijkbare goederen:
een analyse vanuit de praktijk

Dhr. Levi Van Havere (Alma Assets)

Webinar op donderdag 24 februari 2026

De al dan niet realisatie van financiële instrumenten of contanten waarop het pand betrekking heeft kan in bepaalde gevallen discriminerend zijn volgens het Grondwettelijk Hof (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Uit de formulering van de prejudiciële vraag en de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht het verschil in behandeling te onderzoeken tussen de schuldeisers van een schuldenaar die is toegelaten tot een collectieve schuldenregeling, naargelang de schuldeiser zich al dan niet kan beroepen op een bij de wet van 15 december 2004 geregeld pand dat betrekking heeft op financiële instrumenten of contanten. Krachtens de artikelen 8 en 9 van die wet kan de pandhoudende schuldeiser, bij wanprestatie en zonder voorafgaande ingebrekestelling of gerechtelijke beslissing, de financiële instrumenten of contanten waarop het pand betrekking heeft, realiseren, en dat niettegenstaande een procedure van collectieve schuldenregeling. Dat is echter niet het geval voor de schuldeisers die niet een dergelijk pand bezitten en van wie de situatie wordt beïnvloed door de beschikking waarbij de schuldenaar wordt toegelaten tot een collectieve schuldenregeling. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de situatie waarin de schuldenaar pandgever is, die aan de orde is in het bodemgeschil.

Het Grondwettelijk Hof oordeelde op 11 april 2024 dat de artikelen 8 en 9 van de wet van 15 december 2004 « betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijke-zekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten » de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre zij van toepassing zijn wanneer de schuldenaar die een pand op financiële instrumenten of contanten heeft verschaft, een natuurlijke persoon is die werd toegelaten tot een collectieve schuldenregeling.

Lees hier het arrest van het Grondwettelijk Hof

» Bekijk alle artikels: Insolventie & Faillissement

Boeken in de kijker: