Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Faillissementsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Ilse van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 6 december 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

Aangifte van schuldvordering in faillissement vergeten? Het hof van cassatie snelt hypothecaire schuldeisers en andere separatisten ter hulp (Van Steenbrugge Advocaten)

Auteur: Cedric Haspeslagh (Van Steenbrugge Advocaten)

Publicatiedatum: 17/04/2020

Het Hof van Cassatie schept duidelijkheid in het faillissementsrecht. Hypothecaire schuldeisers moeten geen aangifte van schuldvordering doen om betaling te ontvangen uit de verkoopopbrengst van het gehypothekeerde goed.

In twee recente cassatiearresten van 16.01.2020 (C.19.0298.N) en 12.03.2020 (C.19.0437.N) werd de discussie beslecht over de vraag of hypothecaire schuldeisers en andere separatisten[1] al dan niet een aangifte van schuldvordering moeten indienen in het faillissement om in aanmerking te komen voor uitbetaling.

In een bijdrage van mr. Cedric Haspeslagh in het Tijdschrift voor Insolventie- en Beslagrecht (TIBR) worden deze arresten besproken.

In beginsel zijn separatisten verplicht om tijdig een aangifte van schuldvordering in te dienen om in aanmerking te komen voor betalingen naar aanleiding van een faillissement (art. XX.155 en XX.165 WER; Cass. 17 september 2015, C.15.0143.N).

Volgens een eerste strekking leidt het gebrek aan aangifte tot een algeheel verlies van het (voor)recht op uitbetaling, zowel binnen als buiten de boedel (Orb. Gent (afd. Dendermonde) 31 december 2018, TIBR 2019, afl. 2, RS-4). Volgens een tweede strekking is een aangifte niet nodig om betaling te ontvangen uit de opbrengst van het bevoorrecht onderpand (het gehypothekeerd onroerend goed dat zich buiten de faillissementsboedel bevindt, in een sub-boedel). Volgens die visie is een aangifte enkel vereist om binnen de faillissementsboedel betaling te ontvangen voor het eventueel niet-bevoorrecht saldo van de vordering (Gent 8 april 2019, T.Not. 2019, afl. 9, 784).

Het Hof van Cassatie bevestigt die laatste strekking. In het arrest van 12.03.2020 werd onomwonden geoordeeld dat hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers die geen tijdige aangifte van schuldvordering deden, niet uitgesloten kunnen worden van de rangregeling of verdeling van de verkoopopbrengst van hun bevoorrecht onderpand, aangezien bij een gerechtelijke verkoop hun rechten van rechtswege overgaan op de prijs krachtens artikel 1326 van het Gerechtelijk Wetboek.

In de beide arresten verduidelijkt het Hof van Cassatie dat “schuldeisers die in gebreke blijven hun schuldvorderingen aan te geven, […] krachtens artikel 72, eerste lid, niet in aanmerking [komen] voor enige uitdeling uit de boedel (eigen onderlijning). Separatisten die nalaten tijdig een aangifte van schuldvordering in te dienen maken dus geen aanspraak op “enige uitdeling uit de boedel”, maar wel daarbuiten. Buiten de faillissementsboedel heeft het gebrek aan aangifte voor separatisten met andere woorden niet de gevolgen waarvan sprake in art. XX.165 WER.

Lees hier het originele artikel

[1] Separatisten zijn hypothecaire, pandhoudende en bijzonder bevoorrechte schuldeisers. In beginsel kunnen zij tijdens een situatie van samenloop of collectieve vereffening, zoals een faillissement, hun verhaalsrechten verder uitoefenen en behouden zij hun bevoorrechte aanspraken op hun ‘separaat’ of van de (faillissements)boedel afgescheiden onderpand (gehypothekeerd onroerend goed, verpand roerend goed, etc.)

» Bekijk alle artikels: Insolventie & Faillissement