Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op donderdag 7 november 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Appartementsrecht:
een overzicht van recente ontwikkelingen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Andersen in Belgium)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Vlaams Gewest: Wijziging regelgeving ketenaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid bij tewerkstelling illegale derdelanders (Claeys & Engels)

Auteur: Claeys & Engels

Zoals aangekondigd in onze newsflash van 8 december 2023 heeft de Vlaamse Regering de bepalingen inzake hoofdelijke strafrechtelijke aansprakelijkheid aangescherpt. De exacte draagwijdte van deze verruiming en de datum van inwerkingtreding moesten echter nog nader worden bepaald door de Vlaamse Regering.

Op vrijdag 26 april 2024 werd het ontwerp van besluit in de Ministerraad definitief goedgekeurd. De tekst werd vandaag ook in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. In deze newsflash bespreken we kort de wijzigingen.

Onder de huidige regelgeving kan een (intermediaire) aannemer zich beschermen tegen aansprakelijkheid voor tewerkstelling van illegale derdelanders door een gepaste zorgvuldigheid aan de dag te leggen, d.w.z. door de onderaannemer schriftelijk te laten verklaren dat hij geen illegale derdelanders tewerkstelt of zal tewerkstellen. Deze bescherming vervalt echter indien de (intermediaire) aannemer voorafgaand aan de inbreuk op de hoogte was dat de onderaannemer illegale derdelanders tewerkstelt (onder andere door middel van een kennisgeving door de sociale inspectie).

Deze zorgvuldigheidsplicht zal onder de nieuwe regelgeving worden uitgebreid. Naast de schriftelijke verklaring waarin de rechtstreekse onderaannemer bevestigt dat hij geen illegale derdelanders (werknemers of zelfstandigen) tewerkstelt of zal tewerkstellen, moet de (intermediaire) aannemer bij de aanstelling van een rechtstreekse onderaannemer de gepaste zorgvuldigheid aan de dag leggen om te voorkomen dat deze illegale derdelanders tewerkstelt.

Om te voldoen aan deze zorgvuldigheidsplicht, moeten de volgende documenten worden opgevraagd bij de rechtstreekse onderaannemer:

  • identificatie- en contactgegevens van de rechtstreekse onderaannemer;
  • persoonlijke gegevens, gegevens over de verblijfsrechtelijke situatie en de gegevens over de tewerkstelling van de buitenlandse werknemers en zelfstandigen tewerkgesteld bij de rechtstreekse onderaannemer.

Het was tot voor kort echter nog niet duidelijk welke documenten moesten worden aangeleverd en op welke manier deze moesten worden aangeleverd.

De Vlaamse Regering heeft nu een checklist uitgevaardigd betreffende de concrete gegevens die moeten worden aangebracht.

De aan te leveren documenten zijn afhankelijk van de arbeidsmigratierechtelijke context:

  • intracommunautaire of intra-EU dienstverlening (voor werknemers beter gekend onder de zogenaamde ‘Vander Elst’ vrijstelling);
  • constellaties waar een toelating tot arbeid (in de vorm van een arbeidskaart of gecombineerde vergunning voor werknemers of beroepskaart voor zelfstandigen) is vereist

Intracommunautaire dienstverlening

    • Geldig paspoort van alle derdelanders die worden tewerkgesteld door de rechtstreekse onderaannemer of die zelfstandige beroepsactiviteiten uitoefenen in opdracht van de rechtstreekse onderaannemer en van de rechtstreekse onderaannemer natuurlijk persoon (indien van toepassing).
    • De verblijfstitel of bewijs van wettig verblijf (>3 maanden) van de lidstaat van de EER of Zwitserland waar de voormelde derdelanders verblijven
    • Het L1 formulier (indien van toepassing)
    • De A1 verklaring (of minstens het bewijs van de aanvraag van de A1 verklaring)

Toelating tot arbeid

    • Geldig paspoort van alle derdelanders die worden tewerkgesteld door de rechtstreekse onderaannemer of die zelfstandige beroepsactiviteiten uitoefenen in opdracht van de rechtstreekse onderaannemer en van de rechtstreekse onderaannemer natuurlijk persoon (indien van toepassing).
    • Het bewijs van wettig verblijf in België.
    • De toelating tot arbeid (arbeidskaart, gecombineerde vergunning of beroepskaart).
    • Bewijs van DIMONA (voor werknemers)

Het besluit bepaalt tot slot dat bepaalde documenten zullen kunnen worden geraadpleegd via een online applicatie. Deze applicatie wordt momenteel nog ontwikkeld en zou operationeel moeten zijn op 1 januari 2025.

Verder bepaalt het besluit dat (intermediaire) aannemers zich voor deze nieuwe taak zullen kunnen laten bijstaan door een sociale dienstverrichter of een erkend sociaal secretariaat.

De gegevens die niet kunnen worden geconsulteerd via de applicatie zullen moeten worden opgevraagd bij de rechtstreekse onderaannemer (met uitzondering van het paspoort). Indien deze niet worden aangeleverd zal de (intermediaire) aannemer de sociale inspectie hiervan moeten op de hoogte brengen om te voldoen aan de nieuwe invulling van de zorgvuldigheidsplicht.

Deze regelgeving zal vanaf 1 januari 2025 in werking treden.

Actiepunt

Vanaf 1 januari 2025 zullen (intermediaire) aannemers bijkomende gegevens en documenten in verband met de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en zelfstandigen moeten opvragen van hun rechtstreekse onderaannemer.

Bron: Claeys & Engels

» Bekijk alle artikels: Innovation & AI