Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024

Wet Productaansprakelijkheid: wanneer is de wet van toepassing? Cassatie verduidelijkt (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Het arrest van het hof van beroep te Gent van 13 oktober 2022

De appelrechter stelt vast dat:

  • de eerste verweerder en zijn dochtertje op 3 november 2014 het slachtoffer zijn geworden van een schadegeval bij het gebruik van het kooktoestel “Thermomix TM31”;
  • tijdens het mixen van hete soep in de woning van de eerste verweerder het deksel van de mengbeker of de maatbeker is opengesprongen, waardoor een grote hoeveelheid vloeistof is terechtgekomen op de eerste verweerder en zijn dochtertje, die brandwonden opliepen;
  • de kok van de eerste verweerder het product heeft aangekocht bij de eerste eiseres;
  • de tweede eiseres de producent is van het product;
  • de verweerders op 19 augustus 2019 een vordering tot betaling van een schadevergoeding hebben ingesteld tegen de eiseressen.

Hij oordeelt vervolgens dat:

  • voldoende bewezen is dat het schadegeval werd veroorzaakt door een gebrek in de constructie van het toestel;
  • de tweede eiseres, als producent, door het op de markt brengen van dergelijk onveilig product, de algemene zorgvuldigheidsnorm heeft miskend en hiermee een fout heeft begaan die de oorzaak is van de schade, zodat zij, overeenkomstig artikel 1382 Oud Burgerlijk Wetboek, is gehouden tot het vergoeden van de schade van de verweerders;
  • de eerste eiseres, als verkoper, door het verkopen van het onveilig product, eveneens de algemene zorgvuldigheidsnorm heeft miskend en hiermee een fout heeft begaan die de oorzaak is van de schade, zodat zij, overeenkomstig artikel 1382 Oud Burgerlijk Wetboek, ook is gehouden tot het vergoeden van de schade van de verweerders.
De visie van het Hof van Cassatie op 14 maart 2024

Zodra de inhoudelijke grondslag van de aansprakelijkheid erin bestaat dat een gebrekkig product in het verkeer werd gebracht en schade heeft veroorzaakt, kunnen de producent en de leverancier slechts aansprakelijk worden gesteld en kan het slachtoffer slechts vergoeding verkrijgen binnen de voorwaarden van het objectieve aansprakelijkheidsstelsel van de Wet Productaansprakelijkheid.
Dit vloeit voort uit het hoofddoel van de Richtlijn om, door middel van een maximumharmonisatie, de verschillen weg te werken tussen nationale aansprakelijkheidsstelsels voor schade veroorzaakt door gebrekkige producten, ten behoeve van de verwezenlijking van de interne markt en de vrijwaring van de vrije mededinging tussen marktdeelnemers.

De Wet Productaansprakelijkheid laat het stelsel van buitencontractuele foutaansprakelijkheid, vervat in de artikelen 1382 en 1383 Oud Burgerlijk Wetboek, aldus slechts onverlet voor zover de aansprakelijkheid op een andere inhoudelijke grondslag berust, dit is op een onrechtmatige daad die niet louter erin bestaat een gebrekkig product in het verkeer te hebben gebracht.

Dat dit aansprakelijkheidsstelsel het slachtoffer een hoger niveau van bescherming zou kunnen bieden, staat hieraan niet in de weg.

Door te oordelen dat de eiseressen in solidum gehouden zijn tot het vergoeden van de door de verweerders geleden schade wegens miskenning van de algemene zorgvuldigheidsnorm, vervat in de artikelen 1382 en 1383 Oud Burgerlijk Wetboek, na te hebben vastgesteld dat de fout uit niets anders bestaat dan het in het verkeer hebben gebracht of het hebben geleverd van een gebrekkig product, zonder na te gaan of is voldaan aan de voorwaarden van de Wet Productaansprakelijkheid, verantwoordt de appelrechter zijn beslissing niet naar recht.

Lees hier het Cassatie-arrest van 14 maart 2024