Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Vlaams taxidecreet op komst, ook nieuwe concepten als Uber worden gereglementeerd (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 05/02/2019

De Commissie Mobiliteit van het Vlaamse parlement heeft op 31 januari 2019 het ‘Ontwerp van decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer’ goedgekeurd.

Doelstelling

1. Het ontwerp van decreet beoogt de huidige regelgeving inzake taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (VVB) te actualiseren en te moderniseren.

Met die modernisering wordt het evenwicht nagestreefd tussen innovatie en flexibiliteit enerzijds en kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid en socio-economische impact van de diensten, anderzijds. Het ontwerp van decreet heeft daarnaast, waar mogelijk, een technologieneutraal karakter.

2. De gemeenten blijven bevoegd voor de afgifte van de vergunningen, die geldig zijn voor het grondgebied van het hele Vlaamse Gewest. Er wordt een opdeling gemaakt tussen straattaxi, standplaatstaxi, ceremonieel vervoer en openbaarvervoertaxi (OV-taxi). Met één enkele vergunning inzake diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer, wordt het mogelijk om elk van de voormelde diensten aan te bieden zolang wordt voldaan aan de desbetreffende exploitatievoorwaarden. Voor standplaatstaxi’s is een bijkomende machtiging vereist.

3. Met het oog op een grotere exploitatievrijheid wordt de bestaande generieke maximumnorm van één voertuig per 1000 inwoners verlaten. In het ontwerp van decreet wordt uitgegaan van een vrije prijszetting maar wordt tevens in de mogelijkheid voorzien dat de Vlaamse Regering minimum- en maximumtarieven kan instellen. Ook ten aanzien van standplaatstaxi’s beschikken gemeenten nog steeds over de mogelijkheid om het aantal voertuigen te beperken en eventueel lokale klemtonen te leggen.

4. Er wordt ook bijkomend ingezet op controle en handhaving, door onder meer de mogelijkheid te scheppen tot de onmiddellijke inning van bedragen bij inbreuken. De klachtenbehandeling tot slot, wordt gecentraliseerd.

Wat met nieuwe spelers zoals Uber?

Inzake nieuwe spelers zoals Uber, CarASAP, Djump en Curb bestaat de vrees dat de veiligheid van het cliënteel niet gewaarborgd is, dat er onvoldoende zekerheid is over de staat van het voertuig, de opleiding van de bestuurders en de mate waarin het voertuig en zijn inzittenden verzekerd zijn.

Er zijn bovendien bedenkingen bij de transparantie inzake fiscaliteit en het respecteren van de sociale wetgeving en de privacywetgeving.

Tevens diende er rekening gehouden te worden met het feit dat advocaat-generaal Szpunar van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn conclusie in zaak C-434/15 benadrukte dat – hoewel het elektronische platform Uber weliswaar een innovatief concept is – het desondanks behoort tot de vervoerssector. Dit impliceert dat Uber zich dient te schikken naar de geldende regelgeving ten aanzien van taxiplatformen en -centrales. Chauffeurs die in opdracht rijden van Uber dienen te beschikken over de volgens het nationale recht vereiste vergunningen en licenties. Om die reden werden reeds vergunningen door gemeenten geweigerd of zelfs ingetrokken. Het Hof van Justitie trad het standpunt van advocaat-generaal Szpunar ondertussen bij.

Wat adviseerde Uber zelf?

In de periode februari-maart 2017 vonden overlegmomenten plaats, waarbij onder meer Uber op 15 februari 2017 volgende suggesties formuleerde:

  • Het gelijk speelveld moet de nodige diversiteit toelaten, eerder dan één enkel operatoneel model op te leggen: suggestie om een aparte categorie “e-taxi” te creëren, waarbij de herkenningstekens (zoals een taxilicht) beperkt zijn
  • De voorwaarden om een vergunning te verkrijgen in verhouding moeten staan tot het bereiken van deze doelstellingen en mogen dus niet te restrictief zijn: suggestie om chauffeur en exploitant te laten samenvallen
  • Kwaliteitscriteria moeten (behoudens voor standplaatstaxi’s) op Vlaams niveau worden opgelegd, teneinde gefragmenteerde lokale regelgeving te vermijden
  • Voor standplaatstaxi’s zou een bijkomende “licentie” vereist kunnen zijn, op basis van kwaliteitscriteria bepaald door de lokale besturen
  • Vermijden van bepaalde waardecriteria zoals de cataloguswaarde van voertuigen
  • Transparantie van de tarieven via een voorafgaande prijsschatting i.p.v. een tariefstructuur
  • Het is van belang dat er geen begrenzing is op de prijszetting (niet onderaan, noch bovenaan), minimumprijzen kunnen contraproductief zijn
  • Ook andere technologieën dan de taxameter zouden moeten worden toegelaten.

De bemerkingen van Uber en de andere nieuwe spelers  werden waar mogelijk meegenomen in het voorontwerp van decreet, met volgende krachtlijnen:

  • Eén vergunning voor alle categorieën, verstrekt door de gemeenten en geldig voor het grondgebied van het hele Vlaamse Gewest
  • Shoppinggedrag wordt vermeden door op Vlaams niveau een jaarlijkse retributie in te stellen die in alle gemeenten dezelfde is
  • Een bijkomende machtiging is vereist voor standplaatstaxi’s, waarbij de lokale besturen de nodige klemtonen kunnen leggen
  • Voor ceremonieel vervoer wordt gewerkt met een schriftelijke modelovereenkomst, waarbij het voertuig niet wordt gekoppeld aan enig waardecriterium, maar wel aan de activiteit “voor ceremonies”
  • Voor OV-taxi’s legt de Mobiliteitscentrale de klemtonen
  • Er wordt ruimte gelaten voor de Vlaamse Regering om een minimumtarief op te leggen
  • De Vlaamse Regering bepaalt de exploitatievoorwaarden, zoals de gehanteerde apparatuur, waarbij het ontwerp van decreet deze niet beperkt tot de taxameter
  • Een gegevensbank zorgt voor de uitwisseling van informatie tussen betrokken actoren en draagt bij tot een efficiënte handhaving
  • Een klachtenorgaan zorgt voor de centralisatie van klachten
  • Naast de politie, kunnen ook door de Vlaamse regering aangeduide personen instaan voor de handhaving
  • Bij inbreuken kan er meteen worden overgegaan tot onmiddellijke inning.

Na overleg met de diverse partners in november 2017, werden volgende aspecten nog opgenomen in het ontwerp van decreet:

  • Voorzien van de mogelijkheid tot een bestuurderspas, die desgevallend kan worden geschorst/ingetrokken
  • De Vlaamse regering kan betreffende het voertuig, voorwaarden opleggen inzake milieuvriendelijkheid (naast voorwaarden inzake het meer generieke aspect van duurzaamheid)
  • Het ontwerp van decreet voorziet een mogelijkheid om bepaalde gegevens van de vergunninghoudende exploitanten publiek te maken
  • Het klachtenorgaan dient, waar nodig, door te verwijzen naar de politie.

Lees hier het ontwerp

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument