Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Stakingsvordering tegen nieuwe regels van de FIFA inzake de voetbaltransfermarkt (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De feiten

Het geschil heeft betrekking op de ‘FIFA Football Agent Regulations’ (de FIFA-regels voor voetbalmakelaars of afgekort ‘de FFAR’). De FFAR maken deel uit van een nieuw regelgevend kader van de FIFA waarbinnen voetbalagenten hun beroepsactiviteiten moeten uitoefenen. De bestaande ‘Regulations on Working with Intermediaries’ over vertegenwoordiging door en verloning van voetbalagenten worden aangescherpt en geharmoniseerd. Met de nieuwe regels zou de FIFA beogen om een einde te maken aan door haar vastgestelde en door Europese overheden aangeklaagde wantoestanden die de voetbaltransfermarkt al vele jaren kenmerken als gevolg van bepaalde praktijken van agenten (bijv. speculatieve transfers, exorbitante agentenvergoedingen, handel in minderjarigen, belangenconflicten, enz.). Die problemen zouden de goede werking van  het transfersysteem, en op hun beurt het voetbal in het algemeen, ondermijnen. Na jarenlang overleg met de verschillende stakeholders heeft de Raad van de FIFA de FFAR op 16 december 2022 aangenomen.

De eisende partijen zijn van oordeel dat de FFAR de vrijheid van het beroep van de voetbalagent beperken en dat ze strijdig zijn met de Europese en Belgische mededingingsregels. De eisende partijen betwisten in het bijzonder de rechtmatigheid van de bepalingen van de FFAR die (i) licentievoorwaarden opleggen aan agenten; (ii) hen aansprakelijk stellen voor daden van onder meer hun vennootschap en aangestelden; (iii) hen verbieden om meerdere partijen te vertegenwoordigen bij een transfer van een speler tussen twee clubs; (iv) beperkingen opleggen om minderjarige spelers te benaderen; (v) het (maximum)bedrag aan commissies of de zogenoemde ‘service fee cap’ en de betaling van hun commissies regelen; (vi) zogenoemde ongewenste praktijken verbieden zoals de schending van een exclusieve vertegenwoordigingsovereenkomst of het aanzetten tot het  schenden van een arbeidsovereenkomst; en (vii) hen verplichten om bepaalde informatie over transacties bekend te maken.

Bij dagvaarding van 2 maart 2023 hebben de eisende partijen een stakingsvordering ingesteld bij de voorzitter van deze rechtbank. Zij verzochten om vast te stellen dat de FFAR en de door de KBVB te implementeren bepalingen strijdig zijn met de artikelen IV.1, IV.2 en IV.2/1 van het Wetboek van Economisch Recht en om de staking van die beweerde inbreuken te bevelen.

Nadat de FIFA vroeg om deze procedure te schorsen in afwachting van een uitspraak van het Hof van Justitie over de FFAR  legden de eisende partijen op 25 april 2023 een verzoekschrift neer waarin zij op grond van artikel 19, derde lid van het Gerechtelijk Wetboek verzochten om de toestand van de partijen voorlopig te regelen door de toepassing van de FFAR te schorsen.

De visie van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank

De voorzitter wijst het verzoek tot voorlopige maatregelen af als ongegrond.

Mede gelet op de voorrang van de prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie verzendt de voorzitter de resterende zaak dan ook naar de rol in afwachting van een beslissing van het Hof van Justitie over de verenigbaarheid van de FFAR met de Europese mededingingsregels. Of intussen al dan niet voorlopige maatregelen toegekend werden in deze stakingsprocedure, heeft daarbij geen belang.

Lees het tussenvonnis

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument