Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024

Nieuwe lijst met verboden clausules in B2B-contracten van kracht vanaf 1 december 2020. Zijn uw contracten in orde? Doe de test! (Ardent Advocaten)

Auteur: Ardent Advocaten

Publicatiedatum: 10/12/2020

Sedert de jaren ’30 geniet de consument als juridisch zwakkere contractpartij van langsom meer bescherming (Zie Consumentenrecht – boek VI van het Wetboek Economisch Recht (WER)).

In vergelijking met de bescherming die consumenten aldus reeds lang genieten in het economisch recht, bood het Belgisch recht veel minder bescherming in een B2B-context. Nochtans bevonden de kleinere ondernemers / ondernemingen zich vaak t.o.v. hun grotere klanten / leveranciers in een vergelijkbare zwakke positie als consumenten. Vanuit deze bekommernis is de voorbije jaren de idee gegroeid dat een uitbreiding van de bescherming van een economisch zwakkere partij, naar analogie met het consumentenrecht, ook in een B2B-context wenselijk zou zijn.

De wet van 4 april 2019

Een belangrijke stap in deze evolutie werd gezet met de wet van 4 april 2019 ‘houdende wijziging van het Wetboek Economisch Recht met betrekking tot misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen’.

Hiermee heeft de Belgische wetgever enkele praktijken gereglementeerd teneinde een betere bescherming te bieden aan de kleinere ondernemingen ten aanzien van economisch zwaardere spelers, om te trachten aldus het onevenwicht dat ook in een B2B-relatie kan bestaan, ietwat in balans te brengen.

Twee luiken van deze wet zijn inmiddels reeds van kracht. Zo is op 1 september 2019 een eerste luik inzake ‘oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen’ in werking getreden en sedert 1 juni 2020 een tweede luik inzake een verbod op ‘misbruik van de positie van economische afhankelijkheid’.

Het derde luik, te weten een regeling inzake ‘onrechtmatige bedingen’ in een B2B-context oftewel een lijst met verboden clausules in B2B-contracten, zijnde het laatste doch wellicht meest ingrijpende, is in werking getreden op 1 december 2020.

Hieronder zetten wij voor u de voornaamste krachtlijnen van dit laatste luik uiteen, waarbij u de test kan doen of uw contracten en algemene voorwaarden onrechtmatige bedingen bevatten.

Waar dergelijke bepalingen tot nu toe enkel van toepassing waren op overeenkomsten gesloten met consumenten (B2C), grijpt met deze nieuwe regeling de Belgische wetgever in op de contractvrijheid tussen ondernemingen. Met deze regeling wil de Belgische wetgever de soms manifeste economische ongelijkheid tussen ondernemingen enigszins milderen en een meer level playing field creëren.

Toepassingsgebied

Deze regels zullen van toepassing zijn op alle overeenkomsten die tussen ondernemingen onderling worden afgesloten (B2B), en ongeacht de grootte van de betrokken ondernemingen.

Overeenkomsten betreffende financiële diensten en overheidsopdrachten worden van het toepassingsgebied van deze wet uitgesloten. Ook overeenkomsten met bestuurders, zaakvoerders en andere vennootschapsmandatarissen vallen niet onder het toepassingsgebied van de nieuwe wet.

De regels zullen automatisch van toepassing zijn op alle overeenkomsten die worden gesloten, hernieuwd of gewijzigd na 1 december 2020. Overeenkomsten die voordien reeds bestonden, kunnen (zolang ze niet werden hernieuwd of gewijzigd) dus niet worden aangevochten op basis van de nieuwe regeling inzake onrechtmatige bedingen.

Als toetssteen of een bepaling al dan niet als ‘onrechtmatig’ of ‘verboden’ moet worden beschouwd, heeft de wetgever er voor gekozen om (naar analogie met de Consumentenbescherming) te werken met een zwarte lijst, naast een grijze lijst, evenals een algemene open norm.

Waar de zwarte lijst in de B2C-context maar liefst 33 verboden bedingen bevat, is in de B2B-relatie een lijst met slechts 4 ‘verboden bedingen’ opgenomen. Het betreft met name bedingen die ertoe strekken:

  1. te voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de andere partij terwijl de uitvoering van de prestaties van de onderneming onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van haar wil;
  2. de onderneming het eenzijdige recht te geven om één of ander beding van de overeenkomst te interpreteren;
  3. in geval van betwisting, de andere partij te doen afzien van elk middel van verhaal tegen de onderneming; of
  4. op onweerlegbare wijze de kennisname of de aanvaarding van de andere partij vast te stellen met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst.

Daarnaast introduceert de nieuwe wet ook een zgn. grijze lijst waarin 8 bedingen worden opgenomen dewelke vermoed worden onrechtmatig te zijn, behoudens bewijs van het tegendeel. Deze lijst bevat de bedingen die ertoe strekken:

  1. de onderneming het recht te verlenen om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen;
  2. een overeenkomst van bepaalde duur stilzwijgend te verlengen of te vernieuwen, zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  3. zonder tegenprestatie het economische risico op een partij te leggen indien die normaliter op de andere onderneming of op een andere partij bij de overeenkomst rust;
  4. op ongepaste wijze de wettelijke rechten van een partij uit te sluiten of te beperken in geval van volledige of gedeelde wanprestatie of gebrekkige uitvoering door de andere onderneming van één van haar contractuele verplichtingen;
  5. onverminderd artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, de partijen te verbinden zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  6. de onderneming te ontslaan van haar aansprakelijkheid voor haar opzet, haar zware fout of voor die van haar aangestelden of, behoudens overmacht, voor de niet-uitvoering van de essentiële verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken;
  7. de bewijsmiddelen waarop de andere partij een beroep kan doen te beperken; of
  8. in geval van niet-uitvoering of vertraging in de uitvoering van de verbintenissen van de andere partij, schadevergoedingsbedragen vast te stellen die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming kan worden geleden.

De onderneming kan het vermoeden van onrechtmatigheid van bedingen op deze grijze lijst weerleggen op basis van de concrete omstandigheden en de kenmerken van de overeenkomst. Onder een strikte argumentering zijn deze bedingen met andere woorden niet verboden.

Wil men een grijs beding opnemen ? Dan voorziet men best in enige verantwoording in de overeenkomst zelf, waarbij verduidelijkt wordt waarom dit beding in het geheel van de wederzijdse afspraken tussen partijen en/of in de specifieke context evenwichtig is. Of men meldt tijdens de onderhandelingen schriftelijk waarom een bepaald beding gewenst en zo overeengekomen is.

Tot slot geldt er ook een algemene open norm volgens dewelke elke contractclausule die een ‘kennelijk onevenwicht’ schept tussen de rechten en verplichtingen van de partijen onrechtmatig is.

Kernbedingen, zijnde bedingen die de kern van de prestaties van een overeenkomst bepalen en als dusdanig die overeenkomst kenmerken, worden uitgesloten van de nieuwe regeling, zodat de contractsvrijheid hier ten volle kan blijven spelen. Het gaat hierbij bijv. over de artikelen in een koopovereenkomst waarin het verkochte goed en de prijs of vergoeding worden bepaald.

Sanctie

Elk onrechtmatig beding is verboden en bijgevolg nietig. Deze nietigheid is in principe beperkt tot het onrechtmatig beding zelf en strekt zich niet uit tot de gehele overeenkomst. Tenzij de overeenkomst zonder het onrechtmatig beding niet kan voortbestaan, blijft deze dus bindend voor de partijen.

Opgelet : Ook de bepalingen van de algemene voorwaarden of de zogenaamde ‘kleine lettertjes’ die deel uitmaken van een overeenkomst in het kader van een B2B-relatie, zijn te beschouwen als ‘bedingen’ waarop de nieuwe wet van toepassing is.

Evaluatie & test

De nieuwe wettelijke bepalingen geven ondernemingen een extra wapen om onevenwichtige contractvoorwaarden aan te vechten.

De impact van deze nieuwe regelgeving is nog onzeker. Veel zal ongetwijfeld afhangen van hoe rechtbanken en hoven deze wetsbepalingen zullen invullen (beperkend dan wel ruim) en toepassen (terughoudend dan wel met overtuiging).

Voor zover dit nog niet gebeurd is, doen ondernemingen er goed aan om hun algemene voorwaarden en contractvoorwaarden grondig na te kijken en desgevallend aan te passen.

Bedingen die onder de zwarte lijst vallen, worden daarbij beter geschrapt. Bedingen die onder de grijze lijst of onder de algemene norm zouden vallen, zullen zij moeten kunnen verantwoorden, zodat hierbij ook even moet worden stilgestaan of zij deze in hun huidige vorm wensen te behouden.

Indien uw contracten of algemene voorwaarden één of meerdere van volgende bedingen bevatten, dan doet u er alleszins goed aan deze grondig tegen het licht te houden:

  1. een beding waarbij een hoog bedrag als schadevergoeding wordt voorzien bij het niet-nakomen van een verplichting van de klant, zoals bijv. een schadebeding bij te late betaling van een factuur; (boetebeding)
  2. een beding in uw contracten waarin bepaald wordt dat wijzigingen aan het contract alleen bewezen kunnen worden met een door u ondertekend geschrift; (bewijsbeding)
  3. een beding dat voorziet in een zeer lange stilzwijgende contractverlenging (bijv. 5 of 10 jaar) zonder uw klant daarbij de mogelijkheid te geven om voorafgaand aan het einde van deze vaste termijn alsnog op te zeggen, zal eveneens dode letter worden; (beding van stilzwijgende verlenging)
  4. een beding in uw algemene voorwaarden dat een door de klant ondertekende offerte voor de klant bindend is, maar dat een door de klant ondertekende offerte pas bindend is na uw goedkeuring of na een orderbevestiging; (goedkeuringsbeding)
  5. een beding dat bepaalt dat eventuele geschillen moeten voorgelegd worden aan een arbiter / scheidsgerecht, terwijl deze arbitrage bijzonder duur is in vergelijking met de beperkte inzet en onrechtstreeks ertoe strekt de klant te ontmoedigen een procedure op te starten; (arbitragebeding)
  6. een beding dat bepaalt dat de klant geschillen moet voorleggen aan de rechter van uw woonplaats/zetel, terwijl dit onredelijk is gelet op de inzet van het geschil; (bevoegdheidsbeding)
  7. een beding dat u toelaat de overeenkomst te ontbinden bij bepaalde, zelfs zeer kleine wanprestaties van de klant, bijv. indien de klant 1 of 2 dagen te laat betaalt; (uitdrukkelijk ontbindend beding),
  8. een beding waarbij uw aansprakelijkheid in geval van fout wordt beperkt, bijv. tot een bepaald bedrag of tot het bedrag van uw verzekeringsdekking of waarbij uw aansprakelijkheid voor gevolgschade wordt uitgesloten; (exoneratiebeding)
  9. een beding in een onderaannemingsovereenkomst waarbij – zonder tegenprestatie – bepaald wordt dat de onderaannemer pas betaald wordt als en wanneer de hoofdaannemer betaald wordt en waarbij dus het economisch risico van niet-betaling van de hoofdaannemer (en van insolvabiliteit van de opdrachtgever) op de onderaannemer wordt gelegd; (‘pay if paid’-beding)
  10. enz.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument