Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Handelspraktijken en consumentenbescherming:
recente topics onder de loep

Dr. Stijn Claeys en mr. Arne Baert (Racine)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024

Misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen: wetsontwerp aangenomen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 21 maart 2019 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 23/03/2019

Interessant in het verslag zijn volgende passages:

“Ten eerste tonen de ingewonnen adviezen (van de Boerenbond, 11.11.11, de sector alsook de academische wereld) aan dat het belangrijk is en heel dringend om ter zake wetgevend op te treden, teneinde de handelsbetrekkingen tussen de economische spelers in evenwicht te brengen:

  • het Belgische recht biedt minder bescherming dan dat van andere Europese landen (met name Frankrijk);
  • er moet een antwoord worden aangereikt voor een probleem dat het leven van al te veel kleine kmo’s en van duizenden landbouwers bemoeilijkt.

Ten tweede blijkt dat de Mededingingsautoriteit niet de instantie is die echt bij machte is om nieuwe opdrachten te vervullen die strikt gesproken niet onder het mededingingsrecht vallen.

Bijgevolg werd gehoor gegeven aan het voorstel van meerdere sprekers, gaande van de Belgische Mededingingsautoriteit zelf tot professor Damien Gérard, om te werken via de marktpraktijken (boek VI van het Wetboek van economisch recht), en niet via het mededingingsrecht (boek IV van het Wetboek van economisch recht). Die oplossing is ingegeven door de logica en door een streven naar coherentie, aangezien het gaat om het reguleren van de B2B-betrekkingen: het mededingingsrecht beoogt het algemeen belang te beschermen vanuit de “vrije mededinging”, terwijl het marktpraktijkenrecht gericht is op de vrijwaring van het private belang van de partij die schade dreigt te leiden als gevolg van oneerlijke praktijken van een handelspartner. Door via het  marktpraktijkenrecht te handelen, wordt het actieterrein bovendien aanzienlijk verruimd: bij een rechtsvordering tegen een oneerlijke economische speler hoeft niet langer te worden bewezen dat die speler die van zijn machtspositie misbruik maakt, een marktaandeel van meer dan 50 % heeft (wat zelden voorvalt). De economisch afhankelijke onderneming mag worden beschermd, zelfs wanneer het door haar geleden misbruik geen weerslag heeft op de markt als geheel. Zulks is dus veel doeltreffender.

Concreet beoogt dit wetsvoorstel de economisch afhankelijke ondernemingen die restrictieve praktijken vanwege hun handelspartner ondergaan, de mogelijkheid te bieden om voor de gewone rechtbanken een vordering tot staking en een aansprakelijkheidsvordering in te stellen. Daarenboven is het de bedoeling de voor Economie en Middenstand bevoegde ministers te machtigen tegen dergelijke oneerlijke handelspraktijken tussen ondernemingen een vordering tot staking in te stellen.

In artikel 3 van het wetsvoorstel worden de restrictieve praktijken omschreven die als misbruik van economische afhankelijkheid worden beschouwd:

  • het kan met name gaan om het onderwerpen van een handelspartner aan verplichtingen die een significante “wanverhouding tussen de rechten en plichten van partijen” doen ontstaan, bijvoorbeeld een grote keten die zijn leverancier ertoe verplicht onverkochte waren terug te nemen, waardoor die partner alle lasten van de slecht lopende verkoop moet dragen;
  • ook kan het gaan om het verkrijgen of het proberen te verkrijgen van onredelijk lage prijzen “onder de dreiging om de handelsrelaties abrupt te beëindigen”, bijvoorbeeld de uiterst harde praktijken die gangbaar zijn tussen de grootdistributie en de kleine leveranciers uit de voedingsmiddelensector;
  • artikel 3 is gebaseerd op artikel 442-6 van de Franse Code de commerce, dat met betrekking tot de grootdistributie vaak wordt toegepast. In Frankrijk wordt op heel diverse gebieden actie  ondernomen: voertuigenverhuur, terbeschikkingstelling van handelsruimten, onderaannemingscontracten of nog licentiecontracten voor de uitbating van een website. De Franse wet bevat ook oplossingen met betrekking tot de onlinereserveringsplatformen (cf. de pariteitsclausules die de reservatieplatformen opleggen aan de horecabedrijven). Zoals de UCM oppert, kan een reglementering inzake misbruik van economisch overwicht interessante gevolgen hebben voor de platformeconomie (zie ter zake het wetsvoorstel tot regeling en waarborging van de bescherming en de bezoldiging van de medewerkers van de erkende-platformeconomie, ingediend door mevrouw Karine Lalieux c.s., DOC 54 2912/001).”

Lees het goedgekeurd ‘Wetsontwerp houdende wijziging van het Wetboek van Economisch Recht met betrekking tot misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen’

Lees het verslag namens de Commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw van 7 maart 2019

» Bekijk alle artikels: Handel & Consument