Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Handelshuur : hernieuwingsaanvraag moet volgens Cassatie uitdrukkelijk beide mogelijke antwoordvormen vermelden! (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 16/03/2018

Via een post op LinkedIn wijst dr. Kristof Vanhove (advocaat-vennoot Integra) op het recente arrest van het Hof van Cassatie van 16 februari 2018, waarbij het Hof bevestigt dat een huurhernieuwingsaanvraag bij toepassing van artikel 14, lid 1 Handelshuurwet uitdrukkelijk (en rigoureus) beide mogelijke antwoordvormen (dus aangetekend schrijven c.q. deurwaardersexploot) moet vermelden, op straffe van nietigheid.

Aanvullend wijst dr. Kristof Vanhove op het arrest van het Hof van Cassatie van 2 maart 2006: ‘De aanvraag van de huurder tot huurhernieuwing is nietig indien zij niet de vermelding bevat op welke wijze de verhuurder moet kennis geven ofwel van zijn met redenen omklede weigering van hernieuwing, ofwel van andere voorwaarden of van het aanbod van een derde; het is niet voldoende dat de verhuurder de inhoud van artikel 14 van de Handelshuurwet, die tot bedoelde vermelding verplicht, kent, noch dat die verplichting kan worden vervangen door de toepassing van de rechtsspreuk dat elkeen geacht wordt de wet, te dezen voormeld artikel, te kennen’ (zie ook: TBO 2006, 26, concl. Dubrulle, noot Vanhove).

Lees hier het arrest van 16 februari 2018

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Handel & Consument