De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Boek 3 ‘Goederenrecht’ vier jaar later:
een evaluatie aan de hand van 15 vragen
Dr. Siel Demeyere (Eubelius)
Webinar op dinsdag 6 mei 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules
Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)
Webinar op donderdag 13 februari 2025
Bestuurdersaansprakelijkheid
na 1 januari 2025:
een handleiding voor de bestuurder
Mr. Joris De Vos (advocaat)
Webinar op dinsdag 25 maart 2025
Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Wraking van arbiters onder het CEPANI-reglement: (schijn van) partijdigheid of afhankelijkheid uit den boze (Schoups)
Auteur: Sam Ledent (Schoups)
Art. 14.2 van het CEPANI-reglement verplicht iedere arbiter die wordt voorgedragen om, vóór zijn of haar bevestiging of benoeming, een verklaring van aanvaarding, beschikbaarheid en onafhankelijkheid te ondertekenen. Arbiters moeten hier uiterst zorgvuldig mee omgaan. Ze zijn verplicht om alle omstandigheden mee te delen die van aard zijn (of zouden kunnen zijn) om gerechtvaardigde twijfels te doen rijzen over hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid. Art. 1386, §1 Ger.W. legt eenzelfde verplichting op. Art. 1385, §2 Ger.W. laat niet de minste ruimte voor afspraken door partijen over de vereiste van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de arbiters. Er valt niet aan te tornen.
De door de arbiter verstrekte informatie wordt door het Secretariaat van CEPANI overgemaakt aan partijen, die de mogelijkheid krijgen om hierop opmerkingen te formuleren. Dat is een evidentie. Iedere partij moet erop kunnen vertrouwen dat haar dossier op onafhankelijke en onpartijdige wijze wordt behandeld. Enige schijn van het tegendeel moet ten stelligste worden vermeden.
Ook gedurende de arbitrage blijven de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de arbiters te allen tijde een groot aandachtspunt. Art. 14.3 van het CEPANI-reglement schrijft voor dat een arbiter alle feiten en omstandigheden die zich tijdens een arbitrage voordoen van dezelfde aard als deze vermeld in art. 14.2, onmiddellijk schriftelijk ter kennis moet brengen van het Secretariaat en de partijen. Niet voor niets vermeldt art. 14.4 van het CEPANI-reglement dat de arbiters hun opdracht “tot het einde” moeten uitvoeren in overeenstemming met het Reglement. Ook deze verplichting komt terug in art. 1386, §1 Ger.W., wat het belang ervan in de verf zet.
Een partij die vindt dat een arbiter een opdracht niet had mogen aanvaarden of omwille van feiten of omstandigheden tijdens de arbitrage niet langer kan optreden als arbiter, kan een verzoek tot wraking indienen bij het Secretariaat. De procedure wordt beschreven in art. 16 van het CEPANI-reglement.
Essentieel is dat een verzoek tot wraking tijdig wordt ingediend, d.w.z. binnen een termijn van één maand na de ontvangst door die partij van de kennisgeving van de benoeming of bevestiging van de arbiter of binnen een termijn van één maand na de dag waarop die partij werd ingelicht over de feiten en omstandigheden waarop zij het verzoek tot wraking baseert, indien deze dag valt na de ontvangst van bovenvermelde kennisgeving. Een laattijdig verzoek wordt afgewezen als niet-ontvankelijk.
Uiteraard kunnen de betrokken arbiter, de andere partijen en de andere leden van het scheidsgerecht opmerkingen formuleren op het verzoek tot wraking. Er wordt ook een repliektermijn voorzien om te reageren op deze opmerkingen.
Vervolgens is het aan het Wrakingscomité om zich uit te spreken over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek tot wraking. De beslissing van het Wrakingscomité is niet aanvechtbaar. Behoudens andersluidend verzoek in het verzoek tot wraking of in de geformuleerde schriftelijke opmerkingen wordt de motivering van de beslissing van het Wrakingscomité niet meegedeeld.
Een arbitrale uitspraak die (mede) is geveld door een arbiter wiens onpartijdigheid en onafhankelijkheid niet vaststaan, kan op grond van art. 1717, §3, v) Ger.W. worden vernietigd door de rechtbank van eerste aanleg. Dat bevestigt voor zoveel als nodig nogmaals dat onpartijdigheid en onafhankelijkheid twee hoekstenen zijn van het arbitragerecht.
Bron: Schoups
» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure