Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op donderdag 7 november 2024


Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming werd goedgekeurd

Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 5 december 2024

Wijzigingen op komst voor de Federale Bemiddelingscommissie (Schoups)

Auteurs: Marco Schoups en Eline Vorlat (Schoups)

Toen er in 2005 een hoofdstuk werd toegevoegd aan het Gerechtelijk Wetboek over bemiddeling, werd er ook een centraal orgaan gecreëerd om deze vorm van alternatieve geschillenbeslechting te coördineren en mee vorm te geven, namelijk de Federale bemiddelingscommissie. Aan de werking en samenstelling van dit orgaan werd al eens flink gesleuteld in 2018 en nu is er opnieuw een wetswijziging die het een ander moet verbeteren.

De Federale bemiddelingscommissie heeft enerzijds een coördinerende rol, waarbij zij instaat voor de opleiding, benoeming, permanente vorming, deontologie en tucht van erkende bemiddelaars. Anderzijds heeft de bemiddelingscommissie een beleidsuitvoerende rol door het promoten van bemiddeling, het onderzoeken van nieuwe methodes en praktijken en het bevorderen van de behoorlijke uitoefening van bemiddeling.

De bemiddelingscommissie heeft 24 leden en bestaat uit een aantal organen met eigen samenstelling, werking en functies: een algemene vergadering, een bureau, een vaste commissie voor de erkenning van Belgische en buitenlandse bemiddelaars, een vaste commissie voor de erkenning van opleidingen en de opvolging van de permanente vorming, een vaste commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling en enkele bijzondere commissies.

De wetgever wil de samenstelling en werking van de bemiddelingscommissie verder verbeteren door enkele pijnpunten aan te pakken. Dat zal gebeuren via de wet houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen, die op 8 mei 2024 is aangenomen in de plenaire vergadering van het parlement. Deze wet stelt geen ingrijpende wijzigingen voor, maar richt zich eerder op specifieke elementen van de huidige wetgeving die verbeterd kunnen worden. Enkele voorbeelden:

  • Het totaal aantal leden van de bemiddelingscommissie zal verhoogd worden van 24 leden naar 30 leden.
  • De algemene vergadering en het bureau van de bemiddelingscommissie zullen de mogelijkheid krijgen om deskundigen te raadplegen die geen lid zijn. Het doel is dat deze organen voldoende ingelicht zijn over alle domeinen van bemiddeling om voldoende onderzoek te kunnen doen naar nieuwe methodes en praktijken. De wettelijk vastgelegde samenstelling van deze organen laat namelijk onvoldoende diversiteit toe.
  • Het bureau zal 18 leden tellen i.p.v. 16 leden, opnieuw m.o.o. het verruimen van de diversiteit.  Alle leden worden benoemd voor een (éénmaal hernieuwbare) periode van 3 jaar i.p.v. 4 jaar. Een derde mandaat is uitzonderlijk mogelijk indien er bij de oproep tot kandidaatstelling onvoldoende nieuwe kandidaten zich melden.
  • Ook de werking van het bureau zal wat gewijzigd worden. Bovendien zullen de wetsbepalingen hierover overgeheveld worden naar een eigen, apart artikel in het Gerechtelijk Wetboek.
  • De duur van de benoeming van de leden van de vaste commissies voor de erkenning van Belgische en buitenlandse bemiddelaars en voor de erkenning van opleidingen en de opvolging van de permanente vorming zal duidelijk vastgelegd worden op 3 jaar met de mogelijkheid tot één herbenoeming (uitzonderlijk is een tweede herbenoeming mogelijk als er onvoldoende nieuwe kandidaten zijn). Verder wordt er ook gesleuteld aan de werking en samenstelling van deze commissies.
  • Ook de vaste commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling ontsnapt niet aan een kleine herstructurering. Het aantal leden van deze commissie zal verhoogd worden en hun benoeming zal voor 3 jaar gelden i.p.v. 4 jaar (in lijn met de benoeming van de leden van andere organen binnen de bemiddelingscommissie – al kan deze benoeming twee keer verlengd worden en een derde keer indien er te weinig nieuwe kandidaten zijn).

Ten slotte zal de wetswijziging ook sleutelen aan twee artikels in het Gerechtelijk Wetboek die over bemiddelingsprocedures zelf gaan.

  • In artikel 1724 Ger.W. zal verduidelijkt worden dat een bemiddeling voor geschillen van niet-vermogensrechtelijke aard die wel vatbaar zijn voor een dading ook mogelijk is wanneer er publiekrechtelijke rechtspersonen betrokken zijn.
  • Artikel 1734 Ger.W. bepaalt momenteel dat een gerechtelijke bemiddeling enkel bevolen kan worden door een rechter in de beginfase van een gerechtelijke procedure, namelijk (i) op de inleidingszitting, (ii) op een zitting waarop de zaak verdaagd wordt naar een nabije datum of (iii) op een zitting die plaatsvindt ten laatste op de laatste dag van de maand die volgt op de datum van neerlegging van de eerste conclusie van de verweerder. De wetgever wil de mogelijkheid op gerechtelijke bemiddeling nu verruimen en zal de rechter toelaten om in elk stadium van de procedure een bemiddeling te bevelen. De enige voorwaarde daarbij is dat de eindbeslissing van de rechter wel nog binnen een redelijke termijn mogelijk moet zijn, zoals vereist door artikel 6 EVRM.

De wet houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen is op 28 mei 2024 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De hierboven beschreven wetswijzigingen treden in werking op de 10de dag na publicatie. Voor de leden van de Federale bemiddelingscommissie die in 2024 benoemd zijn is een overgangsmaatregel voorzien. Hun mandaat zal drie jaar bedragen vanaf de inwerkingtreding van de wet i.p.v. vanaf hun benoeming.

Bron: Schoups

» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure