Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op donderdag 7 november 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming werd goedgekeurd

Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024

Vrijlating mits borgsom: dient de rechter deze te bepalen rekening houdende met de financiële draagkracht? Cassatie-arrest van 16 augustus 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

Het arrest van het hof van beroep te Gent, kamer van inbeschuldigingstelling, van 1 augustus 2023

Het arrest oordeelt onder meer als volgt:

“Er zijn ernstige aanwijzingen van schuld voorhanden dat [de eiser] zich heeft ingeschakeld in een vereniging die zich bezig houdt met de in- en uitvoer van aanzienlijke partijen verdovende middelen, dewelke lijkt te worden aangestuurd vanuit het thuisland van [de eiser] (Verenigd Koninkrijk)”;

  • “De (straatwaarde van de) aanzienlijke hoeveelheden aangetroffen verdovende middelen tonen aan dat de activiteiten van de vereniging, waarin [de eiser] zich lijkt te hebben ingeschakeld, gepaard gaan met en gepleegd worden omwille van grof geldgewin”;
  • “[De eiser] heeft de Britse nationaliteit en woont in het Verenigd Koninkrijk. Hij heeft geen bindingen met België. Er valt dan ook te vrezen dat [de eiser] zich in geval van gebeurlijke invrijheidsstelling terug zal trekken achter de landsgrenzen van diens thuisland ten einde zich – mede gezien het risico op een gebeurlijk aanzienlijke bestraffing – te onttrekken aan het verdere optreden van politie en gerecht”;
  • “De openbare veiligheid kan ook op afdoende wijze worden beschermd en [de eiser] kan derhalve in vrijheid worden gesteld indien deze de hierna bepaalde voorwaarde naleeft alsook de hierna opgelegde borgsom betaalt”, waarbij die borgsom vervolgens wordt bepaald op 200.000,00 euro.
De reden voor Cassatie

Het middel voert schending aan van artikel 5.3 EVRM en artikel 35, § 2 tot § 4, Voorlopige Hechteniswet: het arrest bepaalt het bedrag van de borgsom op 200.000,00 euro zonder beoordeling van de financiële draagkracht van de eiser en zonder concrete reden, andere dan het gebrek aan officiële inkomsten van de eiser en de lucratieve aard van de activiteiten waarvan de eiser wordt verdacht, zoals aangehaald in de vordering van het openbaar ministerie.

De visie van het Hof van Cassatie

Op grond van artikel 35, § 4, eerste lid, Voorlopige Hechteniswet kan de rechter de inverdenkinggestelde vrijlaten tegen de voorafgaande en volledige betaling van een borgsom, waarvan hij het bedrag bepaalt. Het tweede lid van die paragraaf bepaalt: “Hij kan zijn beslissing met name gronden op ernstige vermoedens dat gelden of waarden afkomstig van het misdrijf in het buitenland zijn geplaatst ofwel verborgen gehouden.” Uit die bepaling volgt, eensdeels, dat het onderzoeksgerecht onaantastbaar het bedrag van de borgsom bepaalt en, anderdeels, dat dit gerecht niet verplicht is om de schijnbare financiële draagkracht van de inverdenkinggestelde in zijn beoordeling te betrekken.

Bij afwezigheid van conclusie op dit punt, dient het onderzoeksgerecht evenmin de gegevens uitdrukkelijk te preciseren op grond waarvan het het bedrag van de borgsom bepaalt.
Artikel 5.3 EVRM bevat geen verdergaande verplichtingen.

Lees het arrest van het Hof van Cassatie van 16 augustus 2023

» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure, Successie & Vermogen