Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Verzekeringsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak
Mr. Sandra Lodewijckx (Lydian)
Webinar op donderdag 13 maart 2025
Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules
Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)
Webinar op donderdag 13 februari 2025
De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming
werd goedgekeurd
Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 5 december 2024
Het strafuitvoeringsonderzoek: ook na uw veroordeling mag men u onderzoeken (Bannister)
Auteur: Bannister
Velen denken dat een veroordeling het einde van elk onderzoek betekent. Niets is minder waar. Sinds 2014 heeft het Openbaar Ministerie namelijk de mogelijkheid een zogenoemd strafuitvoeringsonderzoek te openen.
Het strafuitvoeringsonderzoek is relatief onbekend. Toch kan het voor u, als veroordeelde of als familie of vriend van een veroordeelde, verregaande gevolgen hebben. Laten we daarom dieper in dit onderwerp duiken.
Het strafuitvoeringsonderzoek: wat?
Een strafuitvoeringsonderzoek richt zich op de veroordeelde persoon of een malafide derde. Het doel is het opsporen, identificeren en in beslag nemen van vermogen om de betaling van verbeurdverklaringen, boetes en gerechtskosten te realiseren. Dit betreft dus een afzonderlijk, nieuw onderzoek dat na de veroordeling plaatsvindt.
Eerst even terug naar de basis: wanneer iemand veroordeeld wordt, kan de rechtbank boetes, verbeurdverklaringen en de betaling van gerechtskosten opleggen. Hoewel deze drie zaken verschillen, hebben ze hetzelfde gevolg: de veroordeelde moet een bepaalde som betalen aan de Belgische staat.
Het Openbaar Ministerie kan een strafuitvoeringsonderzoek openen wanneer de betalingsverplichting van de veroordeelde ‘belangrijk’ is en voortvloeit uit ‘ernstige’ feiten.
Een ‘belangrijke’ betalingsverplichting betreft een schuld van minstens 10.000 euro. ‘Ernstige feiten’ zijn misdrijven waarvoor minstens een jaar gevangenisstraf opgelegd kan worden. Belangrijk hierbij is dat u niet daadwerkelijk tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld hoeft te zijn. Zodra de wet voor die feiten een dergelijke straf toelaat, is aan de voorwaarde voldaan. Een strafuitvoeringsonderzoek kan dus ook geopend worden als u bijvoorbeeld tot een werkstraf veroordeeld bent.
Het strafuitvoeringsonderzoek: ten aanzien van wie?
Het strafuitvoeringsonderzoek kan geopend worden tegen een veroordeelde die verzuimt zijn betalingsverplichtingen te voldoen, of tegen wie er concrete aanwijzingen bestaan dat deze aan zijn betalingsverplichting zal verzaken. Let op: zelfs als u nog de kans had om te betalen, kan men het onderzoek al openen.
Daarnaast is het strafuitvoeringsonderzoek ook mogelijk tegen ‘malafide derden’. Dit zijn personen die bewust samenwerken met de veroordeelde om diens vermogen buiten bereik van de betalingsverplichtingen te houden. Hierbij kan het gaan om familieleden of vrienden.
Het strafuitvoeringsonderzoek: hoe?
Om het vermogen van een veroordeelde of een malafide derde op te sporen, krijgt het Openbaar Ministerie uitgebreide bevoegdheden. Zo kunnen zij voertuigen doorzoeken die op de openbare weg staan, de veroordeelde of malafide derde fouilleren, bankonderzoeken uitvoeren en observaties verrichten. Met toestemming van de strafuitvoeringsrechter kunnen zij zelfs bevoegdheden uitoefenen die normaal alleen aan de onderzoeksrechter toebehoren, zoals het afluisteren van telefoons of het doorzoeken van woningen.
In het kader van een strafuitvoeringsonderzoek mag het Openbaar Ministerie beslag leggen op goederen van de veroordeelde én de malafide derde. Dit geldt voor zowel roerende als onroerende goederen. Deze goederen hoeven overigens geen verband te hebben met het misdrijf waarvoor de oorspronkelijke veroordeling is uitgesproken.
Voor het leggen van dit beslag heeft het Openbaar Ministerie geen voorafgaande toestemming van de strafuitvoeringsrechter nodig. Bovendien kan het beslag zonder voorafgaande waarschuwing worden gelegd.
U kunt een dergelijke inbeslagname wel betwisten (nadat deze is uitgevoerd) door een gemotiveerd verzoekschrift in te dienen bij het Openbaar Ministerie. Mocht het Openbaar Ministerie dit verzoek afwijzen, dan kunt u binnen 15 dagen in beroep gaan bij de strafuitvoeringsrechter.
Bron: Bannister
» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure