De nieuwe wet op de private opsporing

Dhr. Bart De Bie (i-Force) en mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024

Gerechtelijke schuldvergelijking: de compensatie kan geen uitwerking krijgen voor het tijdstip van het vonnis. Cassatie-arrest van 5 februari 2024 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

De feiten

Partij X maakt bij dagvaarding van 24 september 2020 aanspraak op de betaling van haar factuur ten bedrage van 4.581,21 euro, te vermeerderen met de verwijlinterest tegen het tarief van de Wet Betalingsachterstand vanaf 29 november 2019 en de gerechtelijke interest, en van een schadebeding ten bedrage van 458,12 euro;

De tegenpartij Y maakt bij tegeneis aanspraak op de vergoeding van de schade die zou zijn veroorzaakt door een tekortkoming van de eiseres aan haar informatieplicht, die onder meer bestond in de bijkomende kosten die zij diende te maken voor de verpakking en het vervoer van de geleverde notebooks, waarvan het eindformaat niet overeenstemde met de bestelling, en die zij, na compensatie met het factuurbedrag van 4.581,21 euro, raamde op 5.441,01 euro, meer vergoedende interest vanaf 23 juni 2020 en de gerechtelijke interest.

Het hof van beroep te Antwerpen oordeelt op 23 mei 2022 dat:

  • niet werd geleverd wat werd besteld en dat dit louter het gevolg is van een tekortkoming van partij X aan haar informatieplicht ten aanzien van de tegenpartij Y;
  • de schade die de tegenpartij Y heeft geleden ingevolge de niet-conforme levering wordt geraamd op 4.892 euro;
  • de andere door de tegenpartij Y gevorderde schadeposten niet worden toegekend omdat de verweerster niet aantoont dat deze kosten het gevolg zijn van de niet-conforme levering;
  • na compensatie met het openstaande saldo van de facturen van partij X, aan de tegenpartij Y nog een bedrag is verschuldigd van 310,79 euro;
  • de partij X bijgevolg wordt veroordeeld tot betaling aan de tegenpartij Y van het bedrag van 310,79 euro, meer de vergoedende interest vanaf 23 juni 2020 tot op de dag van de dagvaarding en de gerechtelijke interest tot op de dag van algehele betaling.
De visie van het Hof van Cassatie

1. Krachtens artikel 1289 Oud Burgerlijk Wetboek heeft, wanneer twee personen elkaars schuldenaar zijn, tussen hen schuldvergelijking plaats, waardoor de twee schulden tenietgaan. Krachtens artikel 1290 Oud Burgerlijk Wetboek heeft schuldvergelijking van rechtswege plaats uit kracht van de wet, zelfs buiten weten van de schuldenaars. De twee schulden vernietigen elkaar op het ogenblik dat zij tegelijk bestaan, ten belope van hun wederkerig bedrag. Krachtens artikel 1291 Oud Burgerlijk Wetboek is voor de wettelijke schuldvergelijking onder meer vereist dat de twee schulden vaststaande zijn, wat inhoudt dat ze gemakkelijk en prompt effen kunnen worden gemaakt.

2. Gerechtelijke schuldvergelijking, dit is de compensatie die door de rechter wordt toegestaan op tegeneis van de verweerder, kan niet als exceptie worden ingeroepen, maar veronderstelt het instellen van een rechtsvordering. Anders dan voor wettelijke schuldvergelijking, is bij gerechtelijke schuldvergelijking niet vereist dat de schuldvordering van de verweerder effen is, maar wordt het bedrag ervan eerst door de rechter bepaald. Uit het feit dat bij gerechtelijke schuldvergelijking de beide schulden slechts compensabel worden door tussenkomst van de rechter, volgt dat de compensatie geen uitwerking kan krijgen voor het tijdstip van het vonnis.

De appelrechter die vervolgens vergoedende interest toekent op het bedrag na compensatie vanaf 23 juni 2020, hetzij vanaf een tijdstip vόόr de uitspraak die de schuldvordering van de verweerster effen en dus vaststaand maakt, geeft aan de gerechtelijke compensatie uitwerking vόόr het tijdstip van zijn uitspraak en verklaart op die grond de vordering van de eiseres ongegrond. Aldus is deze beslissing niet naar recht verantwoord.

Lees het Cassatie-arrest van 5 februari 2024

» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure