Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Aannemingsrecht anno 2026
Mr. Frank Burssens (Everest)
Mr. Els Op de Beeck (Schoups)
Mr. Simon Verhoeven (Equator)
Webinar op donderdag 29 januari 2026
Procederen bij hoogdringendheid
in ondernemingszaken:
een praktische handleiding
Mr. Kim Swerts (Monard Law)
Webinar op donderdag 6 november 2025
Fiscale regularisatie:
de vijfde ronde komt er aan
Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)
Webinar op dinsdag 30 september 2025
Boek 7 BW. Nieuwe regels voor
bijzondere contracten op komst
Prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers (Eubelius)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
Ondernemingscontracten redigeren:
mogelijke valkuilen (inclusief boek)
Mr. Arie Van Hoe (Janson)
Mr. Olivier Vanden Berghe (Liedekerke)
Dhr. Dirk Deschrijver (Legal Advisor)
Dhr. Marc Taeymans (Thomas More Hogeschool)
Webinar op donderdag 2 oktober 2025
Fraude en betwisting van de partijdigheid van de politie-inspectrice. Cass. 14 mei 2025 (Recht op zaterdag)
De reden voor het Cassatie-arrest
De verzoekster heeft conclusies neergelegd waarin zij de partijdigheid en het gebrek aan loyaliteit van de politie-inspectrice die met het onderzoek belast was, inroept. Er wordt het arrest van het hof van beroep van Brussel dd. 14 januari 2025 verweten dat het de objectiviteit van de door de inspectrice verzamelde onderzoeksgegevens niet in twijfel trekt, en dat het niet besluit tot de onmogelijkheid om de beklaagde een eerlijk proces te waarborgen.
De visie van het Hof van Cassatie
Volgens het Hof van Cassatie beantwoordt het arrest van het hof van beroep van Brussel dit verweer en verwerpt het, door te overwegen dat de door de politie-inspectrice gekozen bewoordingen in bepaalde processen-verbaal haar grote betrokkenheid bij het onderzoek laten doorschemeren, maar de objectiviteit van de stukken die haar zijn overgemaakt en op basis waarvan zij verschillende vaststellingen heeft gedaan, niet in het gedrang brengen.
Volgens de vaststellingen van het arrest heeft de verzoekster, werkzaam in een bankkantoor, herhaaldelijk de activa verkocht die op de effectenrekeningen van cliënten van het kantoor stonden; zij heeft de opbrengst van de verkoop ontvangen, deze in haar sessie als valse loketcheques geboekt ten belope van de verduisterde bedragen, en dit alles buiten medeweten van de cliënten van wie de rekeningen telkens werden gemanipuleerd om de frauduleuze handelingen te verdoezelen.
Het hof van beroep heeft deze feiten als bewezen verklaard, zich hoofdzakelijk baserend op het interne onderzoek van de bank, op de informaticagegevens die de handelingen van de beklaagde aan het licht brachten, op de door haar ondertekende stukken, op de verklaringen van haar collega’s volgens wie elkaars codes niet wederzijds bekend waren, op de analyse van de aanwezigheid van het personeel in het kantoor, en op het abnormale levenspatroon van de verdachte ten tijde van de verduisteringen.
De appelrechters konden, door een feitelijke beoordeling die niet door het Hof kan worden gecensureerd, oordelen dat de hierboven genoemde materiële en getuigenisgegevens objectief en betrouwbaar bleven, ondanks de uitdrukking door de onderzoekster die ze verzamelde van haar overtuiging omtrent de schuld van de beklaagde.
» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure