Ondernemingscontracten redigeren:
mogelijke valkuilen (inclusief boek)
Mr. Arie Van Hoe (Janson)
Mr. Olivier Vanden Berghe (Liedekerke)
Dhr. Dirk Deschrijver (Legal Advisor)
Dhr. Marc Taeymans (Thomas More Hogeschool)
Webinar op donderdag 2 oktober 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Procederen bij hoogdringendheid
in ondernemingszaken:
een praktische handleiding
Mr. Kim Swerts (Monard Law)
Webinar op donderdag 6 november 2025
Aannemingsrecht anno 2026
Mr. Frank Burssens (Everest)
Mr. Els Op de Beeck (Schoups)
Mr. Simon Verhoeven (Equator)
Webinar op donderdag 29 januari 2026
Conflicten in rechtspersonen
Mr. Vanessa Ramon (Cygnus Advocaten)
Webinar op donderdag 9 oktober 2025
Boek 7 BW. Nieuwe regels voor
bijzondere contracten op komst
Prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers (Eubelius)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
De UK arbitration act 2025: een aantrekkelijker forum voor arbitrage? (Schoups)
Auteur: Jef Feyaerts (Schoups)
Net zoals in klassieke procedures, kan het helaas ook in arbitrage een pijnpunt zijn om efficiënt uitspraken over “eenvoudige” discussies te bekomen zoals bv. een zuivere (mogelijk onbetwiste) geldschuld of het weerleggen van een zeer duidelijk ongegrond tegenargument. Andere fora proberen in te spelen op deze problematiek door zich hierin aantrekkelijker te maken.
Zo is het Verenigd Koninkrijk in zeer recente wetgeving aan het inzetten op een efficiënter verloop van arbitrale procedures, naast andere vernieuwingen. De zogenaamde Arbitration Act 2025is in werking getreden in Engeland, Wales en Noord-Ierland, mede gebaseerd op de aanbevelingen van de Law Commission.
Deze regelgeving maakt een snellere afwijzing mogelijk van een vordering of verweer zonder slaagkansen, of in de bewoordingen van de Act “claims or defences that have no real prospect of succeeding”. Partijen moeten een redelijke kans krijgen om opmerkingen te geven, maar het tribunaal kan de afwijzing uitspreken op een “summary basis” (“in kort bestek”). Dit gebeurt op vraag van een partij, wat een waakzaamheid bij partijen noodzaakt om actief dergelijke afwijzing te vorderen.
Daarnaast voert de Act ook andere wijzingen in:
- Bestaande twijfels over het toepasselijk recht op de arbitrageovereenkomst worden verwijderd. Er wordt nu voorzien dat, tenzij partijen anders overeenkomen, de arbitrageovereenkomst wordt beheerst door het recht van toepassing op de zetel. Het akkoord over het toepasselijk recht van de overeenkomst zelf is geen uitdrukkelijke instemming met dezelfde toepassing op de arbitrageovereenkomst.
Arbitrageclausules worden ook in de Belgische praktijk vaak nog verwerkt in de hoofdovereenkomst, zonder veel acht te slaan op de toevoegingen die dit vereist. Naast onduidelijkheden over de eventuele arbitrale instantie of de zetel van de arbitrage, geeft dit aanleiding tot betwistingen over het toepasselijk recht. Er moet rekening mee worden gehouden dat zij die bv. voor Londen kiezen als zetel, ook bij gebrek aan andere bepalingen kiezen voor de toepassing van het lokale recht op hun arbitrageovereenkomst (onverminderd het gekozen recht van de hoofdovereenkomst).
- De regelgeving codificeert de plicht van arbiters om omstandigheden te melden die aanleiding kunnen geven tot twijfels over hun onafhankelijkheid, wat ook al bestond binnen de “common law”. Er wordt niet benoemd welke specifieke omstandigheden moeten worden gemeld of de omvang van de meegedeelde informatie, dit om flexibiliteit te bewaren. Relevante omstandigheden worden algemeen omschreven als “circumstances that might reasonably give rise to justifiable doubts as to the individual’s impartiality in relation to the proceedings, or potential proceedings, concerned, and an individual is to be treated as being aware of circumstances of which the individual ought reasonably to be aware.”
Ter vergelijking, gelijkaardige verplichtingen maken ook deel uit van de regels van diverse arbitrale instanties, vergelijk artikel 14 van de CEPANI Rules 2023 en artikel 11 van de ICC 2021 Arbitration Rules.
Daarnaast is dit vergelijkbaar met doch verschillend van de Belgische regelgeving, die in artikel 1686 §1 Ger. W. arbiters oplegt alle omstandigheden mee te delen die van aard zijn om gerechtvaardigde twijfels te doen rijzen over zijn onafhankelijkheid of zijn onpartijdigheid én oplegt dit te blijven doen als er nieuwe omstandigheden rijzen.
- Daarnaast worden verschillende andere wijzigingen ingevoerd, zoals uitbreidingen van de immuniteit van arbiters (specifiek wanneer deze hun ontslag indienen), van de bevelen die ten aanzien van derden kunnen worden uitgesproken, van de aanstelling en bevoegdheden van een “emergency arbitrator”, van de procedure om een sententie aan te vechten omwille van de rechtsmacht en bevoegdheid van het arbitraal tribunaal, en van diverse procedurele zaken eigen aan het Verenigd Koninkrijk.
Ondanks het goed onthaal van deze vernieuwingen, gaan er weliswaar kritische stemmen op binnen het Verenigd Koninkrijk, die de vernieuwingen verwelkomen maar de nieuwe regelgeving tegelijk een gemiste kans vinden. Belangrijke thema’s zoals confidentialiteit van arbitrale procedures, “third party funding”, AI en corruptiebestrijding worden niet aangepakt.
Arbitrage blijft een eigen praktijk, waarbij niet alleen de internationale context maar ook de nationale eigenheden van het forum van belang blijven. Partijen kunnen bewust kiezen voor het Verenigd Koninkrijk omwille van redenen zoals deze nieuwe “snelle afwijzing”, maar moeten waakzaam blijven voor onbedoelde gevolgen van deze keuze.
Bron: Schoups
» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure