De implementatie van een bemiddelingsbeding in uw overeenkomsten (Eska Law)

Auteur: Eska Law

Een bemiddelingsbeding is een bepaling in een overeenkomst waarbij de partijen ervan zich ertoe verplichten om eerst een geschil op te proberen lossen via bemiddeling alvorens er verdere juridische stappen worden genomen. Het gebruik van dergelijke bedingen zit in de lift vanwege de vele potentiële voordelen. Zo is bemiddeling doorgaans een goedkopere optie dan een juridische procedure aangezien het proces meestal korter is en er aldus minder juridische kosten zijn. Daarnaast kunnen ook de vertrouwelijkheid en het behoud van relaties als grote voordelen gezien worden. Waar in een juridische procedure doorgaans iemand in het gelijk en iemand in het ongelijk wordt gesteld, wordt er bij bemiddeling getracht een oplossing te vinden waar beide partijen zich in kunnen vinden.

Een goed opgesteld bemiddelingsbeding moet duidelijk maken welke geschillen onder het bemiddelingsbeding vallen, dat het verplicht is om eerst beroep te doen op bemiddeling alvorens er naar de rechter gestapt wordt, een tijdschema en hoe de kosten worden verdeeld.
Hieronder kan een voorbeeld van een bemiddelingsbeding gevonden worden:

Bemiddelingsbeding

Indien er tussen de Partijen een geschil ontstaat over Overeenkomst of over de uitvoering van deze Overeenkomst, en indien dit geschil niet door overleg op minnelijke wijze kan worden opgelost, verbinden de Partijen zich ertoe om het geschil op te lossen door bemiddeling.

Partijen zullen in onderling overleg een onafhankelijk, neutraal en erkend bemiddelaar aanstellen, en dit binnen de 14 dagen nadat een van de Partijen hierom heeft verzocht, bij gebreke waaraan de voorzitter van de bevoegde ondernemingsrechtbank zitting houdend zoals in kort geding een bemiddelaar zal aanduiden op verzoek van de meest gerede partij.

De Partijen verbinden zich ertoe om de bemiddeling niet stop te zetten vooraleer elke Partij haar standpunt tijdens een eerste bemiddelingszitting heeft uiteengezet.

Pas daarna zullen eventuele verdere (gerechtelijke) stappen genomen worden.

Indien er een geschil ontstaat die onderhevig is aan het bemiddelingsbeding en een partij toch naar de rechter stapt, zal deze laatste op grond van artikel 1725 van het Gerechtelijk Wetboek verplicht zijn om de behandeling van de zaak op te schorten indien een partij erom verzoekt. De behandeling van de zaak zal pas worden voortgezet van zodra de partijen of een van hen aan de griffie en aan de andere partijen hebben meegedeeld dat de bemiddeling beëindigd is.

Een bemiddelingsbeding kan dus zeker een effectieve manier zijn om geschillen op een constructieve en efficiënte manier op te lossen.

Bron: Eska Law