Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Faillissementsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak anno 2024

Mr. Ilse van de Mierop en mr. Charlotte Sas (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 6 december 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024

Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest. De aanpassing door de Wet van 26 december 2022 (LegalNews)

Auteur: LegalNews

Op 30 december 2022 verscheen de Wet van 26 december 2022 tot hervorming van het statuut van de gerechtsdeurwaarders en andere diverse bepalingen in het Staatsblad.

Deze wet heeft verschillende wijzigingen aangebracht aan het statuut van de gerechtsdeurwaarders (invoering van een leeftijdsgrens voor het ambt van gerechtsdeurwaarder, digitalisering van het stageboekje, benoemingsprocedures van gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarder, plaatsvervangingssysteem, samenstelling en werking van de raad van de arrondissementskamers van gerechtsdeurwaarders en van de Nationale Kamer) en aan procedures waarmee zij te maken hebben.

In dit artikel staan we stil bij de verbetering van de werking van het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest, in het bijzonder wat artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek betreft, het eerste artikel van ‘Afdeling III. Registratie, mededeling en raadpleging van de gegevens.’

Vooreerst: de algemene doelstelling van de wetswijziging

De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders kreeg in 2010 van de wetgever de opdracht een databank te ontwikkelen en te beheren met nuttige informatie over de maatregelen van tenuitvoerlegging die tegen een persoon of onderneming genomen zijn. Het gaat onder meer over het beslag in al zijn vormen, de betekening van een bevel tot betalen of een vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag. Ook informatie over natuurlijke personen die door de arbeidsrechtbank zijn toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, is erin opgenomen. Deze databank heet CBB, wat staat voor: het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest.

Tien jaar na de inwerkingtreding van het CBB was er nood aan een meer efficiënt, menselijk en verantwoord invorderingsbeleid. Het CBB was opgericht om een beeld te krijgen van de solvabiliteit van een schuldenaar op een bepaald moment, om gemakkelijker proactief te kunnen ingrijpen en de schuldenspiraal een halt toe te roepen.

Gerechtsdeurwaarders behoren tot de belangrijkste gebruikers van het CBB. Tot de wettelijke opdrachten van de gerechtsdeurwaarder behoort immers het voeren van solvabiliteitsonderzoeken en het opstellen van vermogensverslagen. De gerechtsdeurwaarder heeft ook een algemene informatieplicht tegenover de schuldeiser en de schuldenaar (art. 519 Ger. W.). Afhankelijk van de gegevens waarover hij beschikt, zal de gerechtsdeurwaarder de opdrachtgever adviseren om ofwel geen procedure op te starten, ofwel voor een bemiddelde oplossing te kiezen, hij zal adviseren over de financiële draagkracht, of om de meest geschikte procedure te kiezen, ofwel de meest geschikte tenuitvoerleggingsprocedure voort te zetten, ofwel de kostbare en nutteloze stappen op te schorten (in geval van insolventie). De schuldenaar wordt dan doorverwezen naar de bevoegde sociale hulpverlening.

Het CBB is dan ook een essentieel instrument voor de gerechtsdeurwaarder om deze taak zo goed mogelijk te vervullen. Een optimalisatie en uitbreiding van dergelijke gegevens komt ook ten goede aan andere personen met toegangsrecht tot het CBB (schuldbemiddelaars, advocaten, notarissen, …). Niet het minst komt het efficiënter gebruik van de raadpleging van het CBB ten goede aan personen in financiële moeilijkheden. Al in een vroeg stadium van de uitvoering van de opdracht zullen deze moeilijkheden worden gedetecteerd en kan een schuldenspiraal worden vermeden.

Wat wordt er gewijzigd wat specifiek artikel 1390 Ger.W. betreft?

Op pagina 160 van de Memorie van Toelichting is het oude artikel en het nieuwe artikel overzichtelijk naast elkaar te raadplegen.

Artikel 1390 wordt aangepast op verschillende punten, met het oog op de technische realiteit en een opgedreven efficiëntie van het bestand van berichten:

  1. Specifiek voor het uitvoerend onroerend beslag wordt bepaald dat het bevel dat hieraan voorafgaat, moet zijn overgeschreven op het hypotheekkantoor vooraleer een bericht moet worden neergelegd in het bestand. Het is voor alle schuldeisers niettemin belangrijke informatie, aangezien het toch een indicatie geeft van de solvabiliteit van een persoon. Bijgevolg ligt de publiciteit van een dergelijk bevel geheel in lijn met de andere berichten, en dient ook een niet-overgeschreven bevel in het bestand van berichten te worden opgenomen. De huidige formulering bepaalt dat de aard van het bevel/beslag dient vermeld te worden op een bericht. Voor een bericht van bevel of een bericht van verzet is een dergelijke “aard” (uitvoerend of bewarend) echter geen relevant criterium. Daarom wordt bepaald dat op het bericht wordt vermeld over welk type bericht het gaat (bericht van bevel/ bericht van beslag/bericht van verzet…). Voor een bericht van beslag zal daarnaast ook moeten vermeld worden over welke soort beslag (bewarend of uitvoerend), en welk type beslag (zo bijvoorbeeld een vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag, pandbeslag, gemeengemaakt beslag, etc.) het gaat.
  2. Ook is het bijzonder nuttig om, in geval van een uitvoerend beslag op roerend goed, te weten wanneer de openbare gerechtelijke verkoping van de goederen die in beslag werden genomen, heeft plaatsgevonden. Immers, het is slechts in een beperkt aantal gevallen zo dat het beslag daadwerkelijk leidt tot een verkoping. Aangezien er behoorlijk wat tijd kan verlopen tussen de verkoop en de navolgende procedure van evenredige verdeling (publiciteit in het bestand van berichten) tussen de schuldeisers, dient deze datum te worden vermeld, zodat andere schuldeisers gedurende dit tijdsinterval al worden geïnformeerd over het beslag.
  3. Er wordt ook bepaald dat de gerechtsdeurwaarder op het bericht van uitvoerend beslag melding maakt van de datum waarop de gelden gekantonneerd werden. Zo kunnen andere schuldeisers zich van de situatie vergewissen, en geen tijd verliezen met het opvragen van een uittreksel van een beslag waarvan het lot ingevolge het kantonnement onzeker is.
  4. Er is nu ook sprake van een bijkomende vermelding (van uithuiszetting en/of huurachterstand) in het bericht van bevel, vermeld in artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek, met de bedoeling aan te duiden dat een uithuiszetting heeft plaatsgevonden, alsook de redenen die daartoe aanleiding hebben gegeven. Deze informatie wordt gedurende drie jaar in het CBB bewaard. De toevoeging van dit bericht heeft tot doel de schuldenaar te beschermen tegen nutteloze kosten en tenuitvoerleggingsprocedures. In de praktijk is het immers zo dat wanneer de andere gerechtsdeurwaarder na de raadpleging van het bestand van berichten kennisneemt van een bestaand bericht tot ontruiming en dus van een uithuiszettingsprocedure die is ingesteld tegen de vervolgde schuldenaar, hij de schuldeiser zal aanraden om geduld te oefenen en te vermijden om nutteloze tenuitvoerleggingsprocedures op te starten. In dat geval zou een roerend beslag in een plaats waar een uithuiszetting is gepland, immers waarschijnlijk contraproductief blijken. Van de gegevens die in dit bericht worden vermeld, is de datum van het proces-verbaal van uithuiszetting zeer relevant voor de gerechtsdeurwaarder aangezien die het mogelijk maakt om de schuldeiser adequaat in te lichten over de situatie van de schuldenaar en, nogmaals, nutteloze kosten voor de schuldenaar (bezoek van de gerechtsdeurwaarder aan een niet bewoonde plaats) te vermijden. Een raadpleging van het rijksregister zou hem niet de mogelijkheid hebben geboden om dat tijdig te weten te komen gezien de tijd die nodig is om akte te nemen van een procedure tot schrapping van ambtswege. De vermelding in dit bericht van het aantal maanden huurachterstand en het totale bedrag ervan vormt ook een middel voor de gerechtsdeurwaarder om te peilen naar het passief van de schuldenaar en om de schuldeiser adequaat advies te verstrekken.
  5. Een schuldeiser krijgt door het neerleggen van een bericht van verzet de mogelijkheid deel te nemen aan een verdeling ingevolge de realisatie van een beslag, meer bepaald een uitvoerend beslag. De bepaling wordt in die zin aangepast dat een schuldeiser slechts een dergelijk bericht kan neerleggen in geval het bestand van berichten het bestaan van een bericht van uitvoerend beslag vermeldt. De praktijk wijst ook uit dat een griffier nooit overgaat tot het indienen van een bericht van verzet. De neerlegging van berichten van verzet dient dan ook exclusief te worden voorbehouden aan de gerechtsdeurwaarder.

De publicatie van de Wet van 26 december 2022 in het Staatsblad van 30 december 2022 vindt u hier