Antiwitwasverplichtingen en ondernemen: een overzicht van technieken en risicovolle sectoren, de juridische gevolgen van witwasmeldingen en de relatie met de bank
Dhr. Hans Van Hemelrijck (CFI) en
mr. Stijn De Meulenaer (Everest)
Webinar op dinsdag 20 mei 2025
Contracten anno 2025
Concrete vragen over samenloop tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid en over de aansprakelijkheid van hulppersonen
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 3 juli 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
De belangrijkste nieuwigheden
voor de bouw- en vastgoedsector in 2025:
het Federaal regeerakkoord en Boek 7
Mr. Marco Schoups, mr. Jens Rediers
en mr. Jef Feyaerts (Schoups)
Webinar op donderdag 3 juli 2025
Aannemingscontracten:
10 onderdelen onder de loep
Prof. dr. Kristof Uytterhoeven
( Caluwaerts Uytterhoeven)
Webinar op dinsdag 3 juni 2025
Bestuurdersaansprakelijkheid
na 1 januari 2025:
een handleiding voor de bestuurder
Mr. Joris De Vos en mr. Laurens Engelen (Dentons)
Webinar op dinsdag 25 maart 2025
Belangendrempel voor RvVb lager dan voor gewone rechter? (Publius)
Auteur: Publius
Nog maar enkele dagen geleden hebben we op deze blog gewezen op de zeer lage belangendrempel die de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegenwoordig hanteert.
De Raad meent in het arrest nr. A-2425-0111 van 10 oktober 2024 voor deze recente rechtspraak (schijnbaar sedert het het arrest nr. A-2324-0956 van 25 juli 2024) steun te vinden in artikel 105, §2, eerste lid, 2 van het Omgevingsvergunningsdecreet:
‘Een beroep bij de Raad kan worden ingesteld door ‘het betrokken publiek’ (artikel 105, §2, eerste lid, 2″ van het decreet van 25 april2014 betreffende de omgevingsvergunning (hierna: Omgevingsvergunningsdecreet).
Een verzoekende partij kan als betrokken publiek worden beschouwd als ze gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van de vergunningsbeslissing of als ze belang heeft bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning (artikel 2, eerste lid, 1″ Omgevingsvergunningsdecreet).
De verzoekende partij die zich aandient als lid van het betrokken publiek, moet aannemelijk maken dat ze gevolgen ondervindt of waarschrjnlijk gevolgen ondervindt door de vergunningsbeslissing, of dat ze belanghebbende is bij de besluifuorming. Omdat die vereisten raken aan de toegang tot de rechter, mogen ze niet overdreven formeel worden toegepast.
Het volstaat dat de verzoekende partij gegevens voorlegt die aannemelijk maken dat het waarschijnlijk is dat de tenuitvoerlegging van de omgevingsvergunning een effect heeft dat haar persoonlijk kan treffen.
De partij die het belang bij de vordering betwist, moet met feitelijke gegevens aantonen dat het niet waarschijnlijk is dat de verzoekende partij enig gevolg zou ondervinden van de afgifte van de omgevingsvergunning, dan wel het aangevoerde belang bij de besluitvorming niet heeft.
(…)
Door erop te wijzen dat ze eigenaar en bewoners zijn van een naburig goed en gelet op de aangevoerde geluids- en mobiliteitshinder die zich over een ruimere afstand kan voordoen, worden de verzoekende partijen geacht voldoende aannemelijk te maken dat het waarschijnlijk is dat de tenuitvoerlegging van de omgevingsvergunning hen persoonlijk kan treffen. Met het criterium dat een verzoekende partij enkel aannemelijk moet maken dat ze ‘waarschijnlijk gevolgen’ ondervindt van de afgifte van de omgevingsvergunning, heeft de decreetgever aan het publiek een zeer ruime mogelijkheid geboden om in rechte op te komen tegen een omgevingsvergunning, en enkel de actio popularis willen uitsluiten. De tussenkomende partij toont niet aan dat de vezoekende partijen een acflo popularis uitoefenen’.
De vernietiging van een omgevingsvergunning kan beschouwd worden als een herstel in natura. Gelet op de parallelle bevoegdheden kan een vergelijkbaar herstel ook voor de gewone rechter gevorderd worden. Alsdan moet het belang van de eiser dadelijk, persoonlijk en rechtstreeks, rechtmatig en beschermenswaardig zijn (J. LAENENS e.a., Handboek Gerechtelijk recht, ed. 2020, 81).
Het is contradictorisch dat het effect van een vernietigingsarrest erga omnes geldt en dus verder strekt dan wat een gewone rechter vermag te doen, terwijl de belangendrempel voor de administratieve rechter lager zou liggen dan voor de burgerlijke rechter rechter. Artikel 105, §2, eerste lid, 2″ van het Omgevingsvergunningsdecreet, geïnterpreteerd zoals de RvVb thans doet, zou wel eens strijdig kunnen zijn met het gelijkheids- en niet discriminatiebeginsel.
Bron: Publius
» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure, Bouw & Vastgoed