Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Aandachtspunten bij het opstellen
en analyseren van ICT-contracten

Mr. Lynn Pype en mr. Liesa Boghaert (Timelex)

Webinar op donderdag 16 mei 2024


Aandeelhoudersovereenkomsten
in het licht van de nieuwe wetgeving

Mr. Michaël Heene (DLA Piper)

Webinar op vrijdag 31 mei 2024


Tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
nakende ingrijpende wijzigingen

Mr. Sophie Maes en mr. Simon Albers (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 25 april 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Arbitrage vs. “gewone” rechtbanken: geen waterdichte schotten (Van Gompel Advocaten)

Auteur: Van Gompel Advocaten

Het verloop van een arbitrageprocedure is autonoom. Enerzijds is dit gebaseerd op de tussen partijen gemaakte afspraak (in het arbitragebeding); anderzijds op de overeenkomst tussen genoemde partijen en het arbitragepanel (in Akte van Opdracht).

Deze autonomie wordt ook bevestigd door het Belgisch Gerechtelijk Wetboek (Ger.W.):

  • De “gewone” rechter moet zich onbevoegd verklaren wanneer partijen hebben gekozen voor arbitrage zoals bepaald in een geldig arbitragebeding (Art. 1682 Ger.W.);
  • Arbiters hebben de bevoegdheid om te beslissen over hun eigen jurisdictie. Dit wordt bevestigd door het Kompetenz-Kompetenz-principe voor arbiters (art. 1690 Ger.W.).

In een arbitrageprocedure is er dan ook in de regel geen tussenkomst van de “gewone” rechter. Er zijn echter drie uitzonderingen.

UITZONDERING #1: HERSTEL VAN EEN INEFFECTIEVE ARBITRALE PROCEDURE

De keuzes (of het gebrek daaraan) van partijen om de arbitrageprocedure te organiseren leidt tot een ineffectieve arbitrageprocedure. Het Gerechtelijk Wetboek voorziet onder meer in de tussenkomst van de “gewone” rechter om situaties zoals het niet aanwijzen van arbiters, hun vervanging en het vastleggen van een termijn voor het uitspreken van het arbitraal vonnis te herstellen (Art. 1680 Ger.W.). Er is ook een algemene bevoegdheid voor “gewone” rechtbanken om voorlopige maatregelen te treffen, niettegenstaande dat de grond van de zaak door arbitrage moet worden beslist (Art. 1683 Ger.W.).

UITZONDERING #2: BEPERKTE REDENEN OM EEN ARBITRALE UITSPRAAK TE ACHTERZETTEN

Aangezien arbiters belast zijn met het nemen van juridische beslissingen, moeten de fundamentele principes van dergelijke beslissingen worden gerespecteerd. Art. 1717 Ger.W. somt een limitatieve lijst op van rechtsgronden die, indien van toepassing, zullen leiden tot vernietiging van een arbitraal vonnis door een “gewone” rechter.

De rechtsgronden voor ontbinding zijn:

  • Het niet respecteren van de rechten van verdediging;
  • Overtreding van de openbare orde;
  • Ontbreken van een geldige arbitrageovereenkomst;
  • Beslissing ultra petita genomen;
  • en enkele anderen.
UITZONDERING #3: DE ERKENNING EN HANDHAVING VAN ARBITRALE UITSPRAKEN

Ook bij de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen is tussenkomst van “gewone” rechters geboden. Art. 1720 Ger.W. voorziet in een eenvoudige procedure die op eenzijdig verzoek kan worden ingesteld. Daarna kan de andere partij zich slechts tegen de beslissing verzetten met een beroep op dezelfde beperkte gronden als die gelden voor de vernietiging van een arbitraal vonnis.

Bron: Van Gompel Advocaten

» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure