Boek 3 ‘Goederenrecht’ vier jaar later:
een evaluatie aan de hand van 15 vragen
Dr. Siel Demeyere (Eubelius)
Webinar op dinsdag 6 mei 2025
De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Contracten anno 2025:
een praktijkgerichte blik na de inwerkingtreding van boek 6 BW
Prof. dr. Ignace Claeys en prof. dr. Thijs Tanghe (Eubelius)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Verzekeringsrecht:
recente wetgeving én rechtspraak
Mr. Sandra Lodewijckx (Lydian)
Webinar op donderdag 13 maart 2025
Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming
werd goedgekeurd
Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)
Webinar op donderdag 5 december 2024
Precontractuele aansprakelijkheid:
een overzicht van recente wetgeving en rechtspraak, inclusief voorbeeldclausules
Mr. Roeland Moeyersons (Andersen)
Webinar op donderdag 13 februari 2025
Neemt justitie eigen nationaal register van beëdigd vertalers en tolken wel ernstig? (Henri Boghe)
Auteur: Henri Boghe (Translatica VOF)
Publicatiedatum: 25/02/2020
Sinds 29 december 2019 mag enkel wie de eed heeft afgelegd in handen van de eerste voorzitter van het hof van beroep de titel voeren van beëdigd vertaler of tolk. En wie niet is opgenomen in het nationaal register kan niet (langer) werken als beëdigd vertaler en/of tolk. De overheid laat de van kracht zijnde wetgeving inzake het nationaal register van beëdigd vertalers en tolken echter niet correct toepassen.
702.000 euro uitgaven aan een databank die zelfs niet raadpleegbaar is voor de politie
Het nog ontbreken van enkele koninklijke besluiten leidt in de praktijk tot problemen. Ruim twee maanden na de eedafleggingen beschikken de beëdigde vertalers en tolken zelfs nog niet over de beloofde attesten van eedaflegging, een noodoplossing in afwachting van de officiële legitimatiekaarten. Wie wettelijk beëdigd is, kan dat zelfs niet kan aantonen. Beëdigd vertalers hebben nog geen officiële stempel gekregen en moeten daardoor verder elke vertaling op de rechtbank laten legaliseren.
De wetgeving voorziet publieke toegankelijkheid van het nationaal register. Momenteel is het register nog steeds enkel raadpleegbaar binnen justitie zelf. Uit bij de FOD Justitie opgevraagde documenten blijkt nochtans dat er in 2018-2019 in totaal liefst 702.000 euro (!) aan kosten zouden zijn gemaakt voor ICT-aanpassingen aan het nationaal register van gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers en tolken, een databank met webapplicatie die sinds 2016 intern werd ontwikkeld binnen de FOD Justitie.
Politieambtenaren mogen voor een verhoor of een telefoontap voortaan enkel nog tolken aanstellen die zijn opgenomen in het nationaal register dat ze dus niet kunnen raadplegen. Zelfs een Excellijst met de gegevens van de beëdigde tolken – alweer een tijdelijke noodoplossing – is nog niet beschikbaar gesteld voor de politie. In de praktijk kan dit gerechtelijke onderzoeken sterk in het gedrang brengen. Uit interne richtlijnen van de politie blijkt immers dat een politieambtenaar die een tolk wil aanstellen, eerst aan die tolk moet vragen of die wel degelijk de nieuwe eed al heeft afgelegd. De politie is er zich nochtans van bewust dat niet alle “gevestigde waarden” onder de tolken die eed al hebben afgelegd en daardoor in het kader van de taalwetgeving nietigheid van verhoren mogelijk is.
Bij buitengerechtelijke opdrachten is geen controle op beëdiging mogelijk
Het probleem stelt zich nog meer bij buitengerechtelijke opdrachten. Zonder publieke toegang tot het register kan niemand nagaan wie thans al dan niet de titel van beëdigd vertaler of tolk mag dragen en opdrachten in die hoedanigheid mag uitvoeren. In de praktijk blijken vele diensten buiten justitie niet of nauwelijks op de hoogte van de wetswijzigingen. Op het terrein stellen we ook vast dat burgers die een akte, attest of diploma willen laten vertalen, van hun gemeente of stad vaak een verouderde lijst meekrijgen met gegevens van “beëdigd” vertalers. Een deel van die vertalers mag thans die titel niet meer dragen. Ook online ledenregisters van beroepsverenigingen bieden geen enkele zekerheid dat men met een beëdigd vertaler of tolk heeft te maken. Op die manier kan het zijn dat particulieren en bedrijven nutteloze vertaalkosten maken en zich achteraf bekocht voelen. Vertalingen van niet meer beëdigde vertalers kan men immers niet meer laten legaliseren.
Nietigheid dreigt voor rijbewijzen behaald met bijstand van niet-beëdigde tolken
Hetzelfde probleem stelt zich ook voor “beëdigd” tolken die optreden tijdens huwelijksplechtigheden en rijexamens: ook hier is er thans geen enkele controle of de tolken wel voldoen aan de nieuwe wettelijke bepalingen. Dit kan zelfs leiden tot nietigheden. Volgens art. 24 van het KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs is elk rijbewijs afgegeven zonder dat aan de bepalingen van dit KB is voldaan, nietig. Volgens art. 32 van het KB mag een kandidaat die het Nederlands niet machtig is, het theoretisch examen afleggen, bijgestaan door een tolk Frans, Duits of Engels die onder de beëdigde vertalers wordt gekozen door het examencentrum. Dove of slechthorende kandidaten, kunnen zich laten bijstaan door een door het examencentrum aangewezen beëdigd doventolk. Volgens art. 39 mag een kandidaat die het Nederlands niet machtig is, het praktische examen afleggen, bijgestaan door een tolk Frans, Duits of Engels die door hem onder de beëdigde vertalers wordt gekozen. Dove of slechthorende kandidaten, kunnen zich laten bijstaan door een beëdigd doventolk.
Dit betekent dat een rijbewijs dat is afgegeven na examens afgenomen met een tolk die niet beëdigd is conform de geldende wetgeving, nietig zou moeten worden verklaard. In 2018 legden in Vlaanderen 1772 kandidaten het theoretisch examen af met een tolk Engels en 46 met een tolk Frans, gemiddeld dus 150 per maand. Voor praktische examens mogen cijfers van dezelfde orde worden verwacht. Dit betekent dat ondertussen al heel wat rijbewijzen behaald na rijexamens met tolk georganiseerd sinds 1 januari 2020, nietig dreigen te zijn.
Vlaams departement Mobiliteit én FOD Justitie laten betijen
Op 22 januari jl. waarschuwde ik het kabinet van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters voor deze situatie. Het antwoord van haar kabinet is hallucinant. Men stelt – bijna drie weken na de melding – wel op de hoogte te zijn van de regelgeving en zich bewust te zijn van de aangehaalde praktijk. De cel rijopleidingen van de administratie van de minister is “hierover in overleg met de FOD Justitie, GOCA Vlaanderen en de daarbij aangesloten ondernemingen om spoedig tot een werkbare oplossing te komen”. En dan komt het: “Om te vermijden dat door een eventuele onduidelijkheid in de wetgeving de kandidaten geen examen met tolk zouden kunnen afleggen, wordt er verder gewerkt (in overleg met het departement Mobiliteit en Openbare Werken) op basis van de documenten uit het verleden die in de examencentra werden voorgelegd door de tolken en waaruit hun beëdiging moet blijken.” En men hoopt dat er zo spoedig mogelijk duidelijkheid komt.
Deze reactie getuigt van een totaal gebrek aan respect voor de van kracht zijnde wet. Door het falen van de FOD Justitie om duidelijkheid te bieden over wie nu al dan niet de titel van beëdigd vertaler en/of tolk mag dragen en opdrachten in die hoedanigheid mag uitvoeren, blijkt dat men in de praktijk heel het nationaal register en de eedafleggingen bij de (Vlaamse) overheid én zelfs bij de FOD Justitie gewoon niet ernstig neemt. Dat er ondertussen wél een van kracht zijnde wetgeving bestaat, dat ca. 1500 vertalers en tolken sinds december 2019 rechtsgeldig “beëdigd” zijn, en heel wat andere dat niet langer zijn, lijkt bijzaak te zijn.
Minachting voor tolken en vertalers die zich wel in regel hebben gesteld
Dat de administratie van de Vlaamse minister van Mobiliteit, na overleg met de FOD Justitie, beslist om met oude, officieuze beëdigingsattesten en tolkenlijsten zonder rechtsbasis voort te werken, getuigt ook van minachting voor de vertalers-tolken die zich wél tijdig in regel hebben gesteld. Een overheid die zelf de van kracht zijnde wetgeving inzake het nationaal register van beëdigd vertalers en tolken niet correct laat toepassen, zorgt niet alleen voor rechtsonzekerheid voor (anderstalige) burgers, rechtszoekenden en bedrijven, maar ook voor oneerlijke concurrentie binnen de vertaalsector. Want ook wie zich de voorbije paar jaar niet de moeite heeft getroost om zich tijdig in regel te stellen en zich te registeren, te beantwoorden aan wettelijke eisen op het vlak van opleidingen en een blanco strafregister, zich op straffe van een beroepsverbod dag en nacht beschikbaar te stellen voor karig betaalde justitieopdrachten in strafzaken en zich te houden aan een deontologische code en verplichte bijscholing, blijkt nog rustig te kunnen doorgaan als tolk bij rijexamens.
Artikel 555/15 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet weliswaar de mogelijkheid van het beroep doen op vertalers en tolken buiten het register. Dit kan echter slechts in drie uitdrukkelijk bepaalde gevallen:
- in spoedeisende gevallen;
- wanneer er geen beëdigd vertaler of tolk beschikbaar is voor de betrokken taal;
- wanneer het nationaal register, gelet op de zeldzaamheid van de taal, geen beëdigd vertaler of tolk bevat die beschikt over de vereiste kennis van de betrokken taal.
Dit betekent dat wanneer iemand op zoek is naar een beëdigd vertaler of tolk voor een taal die niet voorkomt in het nationaal register, hij aan de overheid die de eensluidend verklaarde vertaling vraagt een verzoek moet richten om een persoon buiten het nationaal register aan te stellen. De betrokkenen voeren de titel van beëdigd vertaler of tolk dan slechts voor de aan hen toegewezen opdracht.
In de praktijk blijkt dat de dienst Nationaal register van de FOD Justitie in sommige gevallen verder gaat dan voornoemde wettelijke uitzonderingen. Men levert immers “attesten aanstelling van beëdigd (?) vertaler/tolk die niet is opgenomen in het nationaal register voor opdrachten gevraagd door een privépersoon/firma” af, geldig voor zes maanden. Het is duidelijk dat dit niet is voorzien in de wet. De mogelijkheid ertoe werd ook nergens officieel bekendgemaakt. Er kunnen dan ook ernstige vragen worden gesteld over deze praktijk, waarbij een niet bij wet voorziene, systematische uitzondering wordt gemaakt, zonder dat geval per geval wordt nagekeken of er geen andere vertaler of tolk beschikbaar is voor de betrokken talencombinatie.
FOD Justitie heeft nog werk voor de boeg
Vergeten we vooral niet dat de wet op het nationaal register al van kracht is sinds 1 december 2016. Als de voogdijminister en de FOD Justitie willen dat dit nationaal register ooit ernstig wordt genomen, heeft de FOD Justitie duidelijk nog heel wat werk voor de boeg. In de eerste plaats op het vlak van correcte communicatie naar alle mogelijke diensten binnen buiten justitie die al eens beroep moeten doen op beëdigd tolken en vertalers. Vertraging in het dossier, een gebrek aan toegang tot gegevens uit het register en een povere communicatie naar de buitenwereld, maar ook het negeren van de wetgeving, hypothekeren de ernst van het register. De overheid verwacht dat beëdigd vertalers en tolken kostbare tijd en middelen investeren in het aantonen of verwerven van juridische kennis en permanente vorming. Men zou dan ook mogen verwachten dat de administratie van justitie en andere overheden voorwaarden scheppen waarin beëdigd vertalers en tolken die aan de gestelde voorwaarden voldoen, ook gepaste waardering, erkenning en respect krijgen voor hun inspanningen en hun functie.
De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg geeft alvast het goede voorbeeld. Via de site van het College van de hoven en rechtbanken geeft men in deze brochure sinds deze week correcte en actuele info over legalisaties van vertalingen:
Meer over de wettelijke voorwaarden voor opname in het nationaal register van gerechtsdeskundigen en beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken :
https://www.rechtbanken-tribunaux.be/sites/default/files/deskundigenvertalersverkort2020.pdf
» Bekijk alle artikels: Geschillen & Procedure