Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024

Woonuitbreidingsgebieden : wat is nog mogelijk? (Ockier & Partners)

Auteur: Michaël De Mol (Ockier & Partners)

Publicatiedatum: 01/10/2018

In zitting van 20.07.2018 heeft de Vlaamse Ministerraad haar principiële goedkeuring verleend aan een voorontwerp van wijzigingsdecreet inzake de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).

In dit voorontwerp wordt drastisch gesleuteld aan de ontwikkelingsmogelijkheden binnen “woonreservegebieden”, met name de woonuitbreidingsgebieden en enkele aanverwante gewestplanbestemmingen.

1. Wat zijn de huidige ontwikkelingsmogelijkheden?

De woonuitbreidingsgebieden zijn in principe bestemd voor groepswoningbouw; met name het gelijktijdig oprichten van verschillende woningen op één werf waarbij een ruimtelijke en architecturale samenhang voorhanden is.

De bouw van individuele woningen is principieel onmogelijk.

Individuele ontwikkelingen (bv. een verkaveling met als doel de loten te verkopen en dus geen groepswoningbouw te voorzien) kunnen enkel worden vergund indien het volledige woonuitbreidingsgebied wordt ontwikkeld of een principiële goedkeuring tot ontwikkeling werd bekomen vanwege de Deputatie.

2. Wat is de doelstelling van de nieuwe regelgeving?

De gewestplannen waarin de woonuitbreidingsgebieden zijn vastgesteld dateren van omstreeks de jaren ’70. De woonuitbreidingsgebieden werden eerder beschouwd als een soort reservegebieden ingeval de “volwaardige” woongebieden uitgeput zouden raken.

Verschillende woonuitbreidingsgebieden zijn naar hedendaagse inzichten niet ideaal om tot ontwikkeling over te gaan (bv. overstromingsgevoeligheid, te ver gelegen van een woonkern, bevatten waardevolle open ruimte, etc.).

De nieuwe regelgeving heeft tot gevolg dat woonuitbreidingsgebieden enkel nog kunnen worden ontwikkeld indien deze ontwikkeling wordt ondersteund door een duidelijke beleidsvisie en/of aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoet. De mogelijkheid tot ontwikkeling via groepswoningbouw of volledige inrichting via verkaveling komt te vervallen.

Voorts wordt ernaar gestreefd om de reeds bestaande bebouwing binnen woonuitbreidingsgebied meer rechtszekerheid te geven door dergelijke constructies als zone-eigen te behandelen als waren deze in volwaardig woongebied gelegen.

3. Wat houdt de nieuwe regelgeving in?

De reeds bestaande regelgeving in de VCRO inzake woonuitbreidingsgebieden, wordt uitgebreid naar alle vormen van “woonreservegebieden” (d.i. de woonuitbreidingsgebieden, reservegebieden voor woonwijken, woonreservegebieden en woonaansnijdingsgebieden).

Voorts zullen volgende nieuwe principes worden ingevoerd in de VCRO met betrekking tot de woonreservegebieden:

  • Vergunningsaanvragen voor bestaande woningen die zijn opgericht binnen een verkaveling of onder de vorm van groepswoningbouw, zullen worden afgetoetst aan de voorschriften die gelden voor volwaardig woongebied. Bestaande verkavelingsvoorschriften komen daarentegen niet te vervallen. De voorgaande regeling geldt niet indien op het gebied een bijzonder plan van aanleg (BPA) van toepassing is.
  • Bestaande woningen, die niet via verkaveling of groepswoningbouw werden opgericht, zullen eveneens geacht worden binnen woongebied te zijn gelegen,  maar een wijziging van het aantal woonentiteiten of een vergunningsplichtige functiewijziging is nier toegestaan.
  • Bestaande landbouwbedrijven kunnen onder bepaalde voorwaarden uitbreiden.
  • Kleinere onbebouwde restpercelen (maximumoppervlakte 2.500 m²) kunnen onder bepaalde voorwaarden worden ontwikkeld alsof deze binnen woongebied zijn gelegen.
  • De gemeente kan een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan (opvolger van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan) opstellen waarbij wordt geopteerd voor de ontwikkeling van bepaalde woonreservegebieden. Indien de Deputatie en de Vlaamse Regering hieromtrent geen voorbehoud maken, kan tot ontwikkeling worden overgegaan conform de voorschriften voor een volwaardig woongebied. Dergelijke ontwikkelingen dienen steeds te worden uitgevoerd als een “state of the art” project, waarbij de Vlaamse Regering de randvoorwaarden zal bepalen (bv. inzake groenvoorzieningen, ontsluiting openbaar vervoer, parkeervoorzieningen, energetische aspecten, etc.).
  • De gemeenteraad kan op eigen initiatief of op verzoek van een eigenaar of houder van een zakelijk recht, een verzoek tot ontwikkeling indienen. Dit verzoek dient op het volledige woonreservegebied betrekking te hebben, waarbij men wel naar functie kan differentiëren per onderdeel. Deze aanvraag dient afgestemd te zijn op het geldende gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De volgende ontwikkelingen zijn mogelijk: (i) woonfunctie, (ii) openruimtefunctie (landbouw, bos, natuurgebied, …) of (iii) bedrijvigheid, recreatie of gemeenschaps- en nutsvoorzieningen. De Vlaamse Regering heeft hieromtrent de eindbeoordelingsbevoegdheid en de Deputatie dient advies te verlenen. Indien de aanvraag wordt ingewilligd voor een “harde” bestemming, zullen ook hier de “state of the art” voorwaarden gelden.
  • Ontwikkelingen op basis van groepswoningbouw of globale verkaveling zijn niet langer mogelijk.
4. Wanneer treden de nieuwe principes in werking?

De voorliggende tekst betreft een voorontwerp en is dus nog niet ingediend bij het Vlaams Parlement.

Momenteel is de adviesronde lopende, waarbij de SARO de Minaraad en de SERV hun inspraak kunnen geven.

Bijgevolg is er nog geen concrete datum voor inwerkingtreding gekend en kunnen nog wijzigingen worden aangebracht aan de voormelde principes.

Wij houden u uiteraard verder op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.

Lees hier het originele artikel

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed