Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Woninghuurwet: verhuurder installeert timer voor beperken warm water en verwarming. Arrest Hof van Cassatie 4 juni 2020 (LegalNews.be)

Auteur: LegalNews.be

Publicatiedatum: 30/07/2020

Tussenvonnis in hoger beroep van de rechtbank van eerste aanleg van Leuven van 20 juni 2018

De appelrechter stelt vast dat artikel 5, § 1, 3°, Vlaamse Wooncode vereist dat in elke woning voldoende veilige verwarmingsmiddelen aanwezig zijn en oordeelt dat het beperken van de verwarming in strijd met artikel 5, § 1, 3°, Vlaamse Wooncode een wanprestatie is waarvoor de verhuurder schadevergoeding verschuldigd is aan de huurders.

De appelrechter veroordeelt op grond van deze redenen de verhuurder tot het betalen van een schadevergoeding wegens mindergenot, evenals tot “het toelaten van het gebruik van warm water en verwarming en dit op elk moment van de dag”.

De visie van Cassatie

De rechter is gehouden het geschil te beslechten overeenkomstig de daarop van toepassing zijnde rechtsregels. Hij moet de juridische aard van de door de partijen aangevoerde feiten en handelingen onderzoeken, en mag, ongeacht de juridische omschrijving die de partijen daaraan hebben gegeven, de door hen aangevoerde redenen ambtshalve aanvullen op voorwaarde dat hij geen betwisting opwerpt waarvan de partijen bij conclusie het bestaan hebben uitgesloten, dat hij enkel steunt op elementen die hem regelmatig zijn voorgelegd, dat hij het voorwerp van de vordering niet wijzigt en dat hij daarbij het recht van verdediging van de partijen niet miskent.
Het algemeen rechtsbeginsel van het recht van verdediging wordt niet miskend wanneer een rechter zijn beslissing steunt op elementen waarvan de partijen, gelet op het verloop van het debat, mochten verwachten dat de rechter ze in zijn oordeel zou betrekken en waarover zij tegenspraak hebben kunnen voeren.

Krachtens artikel 2, § 1, eerste lid, Woninghuurwet moet het gehuurde goed, onverminderd de normen betreffende de woningen, opgesteld door de Gewesten bij het uitoefenen van hun bevoegdheden, beantwoorden aan de elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.

Krachtens het zesde lid van deze bepaling, heeft de huurder, indien de door de vorige leden voorgeschreven voorwaarden niet zijn vervuld, de keuze ofwel de uitvoering te eisen van de werken die noodzakelijk zijn om het gehuurde goed in overeenstemming te brengen met de vereisten van het eerste lid, ofwel de ontbinding van de huurovereenkomst te vragen met schadevergoeding.

Krachtens deze bepaling staan voormelde vorderingen ook open voor de huurder in geval het gehuurde goed niet beantwoordt aan de normen betreffende de woningen opgesteld door de Gewesten.

Aangezien het door de huurders ingeroepen artikel 2 Woninghuurwet uitdrukkelijk ook verwijst naar de normen betreffende de woningen, opgesteld door de Gewesten bij het uitoefenen van hun bevoegdheden, diende de verhuurder zich eraan te verwachten dat de appelrechter de bepalingen van de Vlaamse Wooncode inzake de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten in zijn redenering zou betrekken, zodat haar recht van verdediging hierdoor niet is miskend.

Artikel 5, § 1, 3°, Vlaamse Wooncode bepaalt dat elke woning moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, die door de Vlaamse Regering nader bepaald worden, waarbij op het vlak van de verwarmingsmogelijkheden als vereisten worden vooropgesteld: vooral de aanwezigheid van voldoende veilige verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woonfunctie tot een normale temperatuur te kunnen verwarmen en, indien nodig, te kunnen koelen tegen redelijke energiekosten, evenals de mogelijkheid om die middelen op een veilige manier aan te sluiten.

De decreetgever beoogt met voormeld artikel niet enkel de fysieke, materiële en structurele aanwezigheid van de nodige verwarmingsmiddelen of de mogelijkheid om die middelen op een veilige manier aan te sluiten, maar ook de continue werking van de verwarmingsinstallatie te waarborgen.

Lees hier het arrest