Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024

Wanneer kan een autonoom gemeentebedrijf btw-aftrek uitoefenen voor de bouw of exploitatie van een sporthal of zwembad? (Tiberghien)

Auteurs: Stijn Vastmans en Stein De Maeijer (Tiberghien)

De uitbating van een sport-, onderwijs-, recreatieve of culturele instelling is vrijgesteld van btw wanneer de exploitant handelt zonder winstoogmerk. Hierdoor dient geen btw te worden afgedragen op de prijs die de bezoekers betalen. Daar staat tegenover dat de exploitant geen recht op btw-aftrek kan uitoefenen. Omdat er voor de toegang tot inrichtingen voor cultuur, sport of vermaak een verlaagd btw-tarief van 6% geldt, weegt het voordeel van de btw-vrijstelling vaak niet op tegen het verlies van de mogelijkheid om recht op btw-aftrek uit te oefenen.

In een gemeentelijke context wordt de bouw en uitbating van sport- en cultuurinstellingen vaak ondergebracht in een autonoom gemeentebedrijf (AGB). Afhankelijk van de statutaire bepalingen kan een AGB optreden met of zonder winstoogmerk. Omdat de btw-behandeling en het daaraan verbonden recht op btw-aftrek hierdoor bepaald wordt, heeft de btw-administratie in het verleden al verduidelijkt dat een statutair winstoogmerk op zich niet voldoende is. Uit het globaal bedrijfsresultaat van het AGB moet bovendien blijken dat de mogelijkheid om winst te maken niet louter theoretisch is.

De administratie verduidelijkt opnieuw haar zienswijze over de voorwaarden waaraan een AGB moet voldoen om btw-matig te kunnen handelen met winstoogmerk in circulaire 2022/C/100 van 13 oktober 2022. Ze herhaalt in deze circulaire voornamelijk de eerder geformuleerde standpunten.

De belangrijkste verduidelijkingen betreffen:

  • De bevestiging dat kapitaal- of investeringssubsidies die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, niet in rekening mogen worden genomen voor de beoordeling van de mogelijkheid om structureel winst te maken
  • Een bijkomende toelichting over het onderscheid tussen werkingssubsidies (die buiten het btw-toepassingsgebied vallen en niet meetellen voor de beoordeling van het boekhoudkundig resultaat) en prijssubsidies (die deel uitmaken van de maatstaf van heffing en dus wel meetellen voor de beoordeling van het boekhoudkundig resultaat). De voorwaarden waaraan prijssubsidies moeten voldoen werden al eerder geformuleerd in de rulingpraktijk maar worden nu algemeen bevestigd.

Deze circulaire biedt meer duidelijkheid en rechtszekerheid voor AGB’s bij de beoordeling van hun btw-statuut en de bouw/exploitatie van, onder andere, sporthallen en zwembaden.

Bron: Tiberghien

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed