Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Consumentenbescherming bij de verwerving
van financiële diensten: de laatste ontwikkelingen (optioneel met handboek)

Prof. dr. Reinhard Steennot (UGent)

Webinar op donderdag 30 mei 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Vestiging van een recht van opstal met overdracht van de opstallen voor afbraak. Twee Voorafgaande Beslissingen Vlabel van 4 juli 2023 gepubliceerd op 29 augustus 2023 (LegalNews)

Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)

VB 23029 / VB 23030 – Vestiging van een recht van opstal met overdracht van de opstallen voor afbraak

Ofschoon de vestiging van een recht van opstal onder het federaal registratierecht valt, is het mogelijk dat een overeenkomst tot vestiging van een opstalrecht ook aanleiding geeft tot de heffing van het verkooprecht. Dit is het geval als het gaat om een recht van opstal op een grond waar zich reeds opstallen op bevinden en waarbij de opstalhouder een vergoeding betaalt voor de afkoop van de opstallen.

In casu wordt er geen vergoeding betaald voor de (over te dragen) opstallen bestemd voor afbraak. De overeengekomen symbolische euro kan niet als vergoeding worden aanzien. Evenmin kunnen de periodieke vergoedingen die betaald worden tijdens de duur van de opstal aanzien worden als een prijs voor de (over te dragen) opstallen. Deze betalingen moeten o.m. de kosten van de oprichting van de nieuwe gebouwen financieren.

Het besluitvormingsorgaan spreekt zich niet uit over het verschuldigd zijn van registratiebelasting bij een eventuele vroegtijdige beëindiging van het opstalrecht.  Indien de rechtshandelingen worden gesteld vanaf 1 juni 2012 kunnen ze afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. De overdracht van de af te breken gebouwen mits vestiging van een recht van opstal maakt geen fiscaal misbruik uit. Aan deze rechtshandelingen liggen bovendien ook niet-fiscale motieven ten grondslag die voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.

Lees hier de VB 23029
Lees hier de VB 23030