Boek 7 BW. Nieuwe regels voor
bijzondere contracten op komst
Prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers (Eubelius)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
Samenwerkingsvormen in de bouw:
een praktijkgericht overzicht van diverse contracten
Mr. Jens Rediers, mr. Jef Feyaerts
en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op dinsdag 10 juni 2025
SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze
10 webinars on demand voor €595
OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes
De belangrijkste nieuwigheden
voor de bouw- en vastgoedsector in 2025:
het Federaal regeerakkoord en Boek 7
Mr. Marco Schoups, mr. Jens Rediers
en mr. Jef Feyaerts (Schoups)
Webinar op donderdag 3 juli 2025
De maatschap:
haar eigenheden nader geanalyseerd
(inclusief handboek)
Mr. Dirk Van Gerven, mr. Ivan Peeters en mr. Ken Lioen (NautaDutilh)
Webinar op vrijdag 4 juli 2025
Verhuur van ruimtes voor ‘het verrichten van bepaalde diensten’… Onroerende verhuur of het verlenen van een recht een beroepswerkzaamheid uit te oefenen? Cassatie-arrest van 22 februari 2024 (LegalNews)
Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)
De feiten
Het betreft de huur van de ruimtes aan sekswerkers, mar er zijn geen overeenkomsten van huur en evenmin een lijst van de gebruikers. De sekswerkers werken als zelfstandigen en betalen aan de raamprostitutiepandexploitanten huur voor een ‘raam’. De verhuur gebeurt in korte periodes of zogenaamde shiften van acht uur waarvoor een vast huurbedrag dient te worden betaald en de sekswerkers innen volkomen autonoom de gelden voor hun werk en betalen geen commissie.
Er werd niet vastgesteld dat er door de verhuurder andere diensten worden verstrekt, zoals het schenken van dranken en het betreft geen bordeel met personeel.
Gedurende de huurperiode van acht uur heeft de desbetreffende sekswerker het exclusief recht van genot en vrije toegang tot de ruimtes wanneer hij of zij dat wenst en is in die periode tot niets verplicht in of met betrekking tot het onroerend goed ten aanzien van de verhuurder.
Het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, op 14 december 2020
Volgens de rechtbank is er geen sprake is van een in hoofdzaak passieve terbeschikkingstelling van ruimtes of oppervlakten van onroerende goederen, doch wel van een dienst die voor een andere kwalificatie in aanmerking komt, namelijk het verlenen van een recht een beroepswerkzaamheid uit te oefenen in de zin van artikel 18, §1, tweede lid, 6° WBTW.
Op 17 mei 2022 vernietigde het hof van beroep te Gent het vonnis van de eerste rechter.
De visie van het Hof van Cassatie op 22 februari 2024
De appelrechter die oordeelt dat het geheel van de feitelijke overeenstemmende elementen toelaat te oordelen dat de essentie van het voorwerp het ter beschikking stellen van een deel van een onroerend goed betreft, waarvan de gebruiker het exclusief genot heeft, en dat de verhuur van de ruimtes dient te worden aangemerkt als een passieve activiteit van onroerende verhuur in de zin van artikel 44, § 3, 2°, Btw-wetboek, waardoor de verweerster terecht aanspraak maakt op de vrijstelling van de btw, verantwoordt zijn beslissing naar recht.
Het loutere feit dat de huurder de gehuurde ruimte enkel kan en mag gebruiken voor het verrichten van welbepaalde diensten, verhindert op zich niet dat hij het onroerend goed kan gebruiken als ware hij de eigenaar ervan en dat aldus sprake kan zijn van een verhuur van een uit zijn aard onroerend goed in de zin van artikel 44, § 3, 2°, Btw-wetboek.
» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed