Appartementsrecht:
een overzicht van recente ontwikkelingen
Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Andersen)
Webinar op donderdag 5 december 2024
Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector
Prof. dr. Kristof Uytterhoeven
(Caluwaerts Uytterhoeven)
Webinar op donderdag 7 november 2024
Het beroep van architect:
de wet van 3 mei 2024 en recente belangrijke rechtspraak
Prof. dr. Kristof Uytterhoeven
(Caluwaerts Uytterhoeven)
Webinar op vrijdag 11 oktober 2024
Update Omgevingsrecht:
recente wijzigingen onder de loep
Mr. Bart De Becker (De Becker Advocaten)
Webinar op vrijdag 8 november 2024
De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)
Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op donderdag 6 februari 2025
Regelzucht in het Omgevingsrecht: de modulaire omgevingsvergunnings-procedure, het Vrijstellingsbesluit revisited en bevoegdheidsuitbreiding RvVb (Schuermans Advocaten)
Auteur: Schuermans Advocaten
I. De modulaire omgevingsvergunningsprocedure
Op 9 augustus 2024 verscheen in het Belgisch Staatsblad het decreet van 17 mei 2024 tot wijziging van de regelgeving betreffende de omgevingsvergunning wat betreft de invoering van een modulaire omgevingsvergunningsprocedure en het omgevingsbesluit.
Het decreet is de resultante van een evaluatie over de werking van de huidige procedure. Het beoogt een meer oplossingsgerichte aanpak, een vereenvoudiging en de versnelling van de doorlooptijd, alsook onnodige vergunningsweigeringen te vermijden.
Het onderscheid tussen de gewone en vereenvoudigde procedure verdwijnt. De procedure wordt vereenvoudigd tot één reguliere basisprocedure met een behandelingstermijn van 60 dagen na de volledigheids- en ontvankelijksverklaring van de aanvraag, zowel in eerste administratieve aanleg als in administratief beroep.
Afhankelijk van het voorwerp van de aanvraag, worden aan de basisprocedure extra modules toegevoegd die de duurtijd van de procedure telkens met 60 dagen verlengen. Het gaat hier onder meer over de organisatie van een openbaar onderzoek en de toepassing van een administratieve lus of een wijzigingslus.
De mogelijkheid om te remediëren aan onregelmatigheden in de aanvraag en/of deze aan te vullen of te wijzigen, wordt aanzienlijk versoepeld. Zo zal het ontbreken van een mer-screening niet meer automatisch leiden tot de onvolledigheid van de aanvraag en de stopzetting van de vergunningsprocedure. Ook het probleem dat dit later in graad van administratief beroep niet of moeilijk kon worden rechtgezet, is daarmee van de baan.
Via de wijzigingslus zal de aanvrager zowel in eerste administratieve aanleg, als in administratief beroep, zijn aanvraag, één of meerdere keren, inhoudelijk kunnen aanpassen, zelfs al heeft dit een impact op het voorwerp, de aard of de omvang ervan. Het gebruik van de wijzigingslus wordt niet langer onderworpen aan de toestemming door de bevoegde overheid.
In zijn advies plaatste de Raad van State weliswaar vraagtekens bij deze mogelijkheid voor aanvragers om hun aanvraag onbeperkt te wijzigen, ook net voor de deadline van de beslissingstermijn. Dit zou volgens de Raad voor rechtsonzekerheid kunnen zorgen. Het valt dan ook af te wachten of bij complexe dossier met veel wijzigingen de nieuwe procedure voor de gehoopte efficiëntieverhoging zal zorgen.
Voorts wordt ook ingezet op een verdere digitalisering van de procedure met een grotere transparantie in het Omgevingsloket. Zo zal het indienen van een bezwaar en een administratief beroep nog enkel digitaal kunnen gebeuren. Een analoog bezwaar of beroep blijft mogelijk voor het betrokken publiek dat geen beroep doet op een ondersteuner (zoals een architect, landmeter of advocaat).
Het decreet introduceert eveneens het nieuwe instrument van het “omgevingsbesluit” voor ruimtelijke impulsprojecten, werken van algemeen belang en zonevreemde bedrijvigheid.
Voor dergelijke projecten wordt de wijziging van de bestemming van de projectlocatie geïntegreerd in de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Het zal zodus niet langer nodig zijn om eerst de bestemming van de geldende plannen te wijzigen om vervolgens een omgevingsvergunning voor de realisatie van het project aan te vragen. Het doel is om de doorlooptijd van dergelijke projecten aanzienlijk te beperken en de transparantie voor het totale plaatje te verhogen. Het is afwachten of dit instrument een lappendeken van bestemmingen met verlies van totaallogica zal creëren.
Met uitzondering van de wijzigingen aan het Stikstofdecreet van 26 januari 2024, dient de datum van inwerkingtreding door de Vlaamse Regering te worden vastgelegd. Ook dient zij de uitvoeringsmodaliteiten van tal van bepalingen nog te bepalen.
Vergunningen die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van het decreet, zullen overeenkomstig de oude regels worden behandeld.
II. Aanpassingen aan het Vrijstellingsbesluit
Op 14 augustus 2024 verscheen in het Belgisch Staatsblad het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 juni 2024 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Onder meer het aanbrengen van gevelisolatie, de plaatsing van warmtepompen en airco’s en elektrische laadpalen zijn onder bepaalde voorwaarden thans vrijgesteld van vergunning.
III. RvVb als ‘natuurlijke’ omgevingsrechter
Een besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2024 ontneemt tot slot een andere gewichtige jurisdictionele bevoegdheid van de Raad van State, nl. de beroepen tegen ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen en besluiten inzake het Decreet Complexe Projecten. Dit besluit verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 augustus 2024.
Vanaf 31 december 2024 zal ook voor deze materies de Raad voor Vergunningsbetwistingen bevoegd zijn, zodat het bestuursrechtelijk contentieux in het omgevingsrecht gecentraliseerd wordt bij één Vlaamse instantie.
Bron: Schuermans Advocaten
» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed