Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Proportionele vermindering van onroerende voorheffing (KPMG)

Auteurs: Charlotte Vandepitte en Julien Decin (KPMG)

Naar aanleiding van de verplichte sluiting van tal van handelspanden, sportcentra, bedrijfsuitrustingen en horecazaken berichtten we reeds vorig jaar omtrent de mogelijkheid om een proportionele vermindering van de onroerende voorheffing aan te vragen wegens de improductiviteit van uw pand/materieel en outillage gedurende minstens 90 dagen.1 De algemene principes om deze vermindering te verkrijgen kunt u in ons artikel over de onroerende voorheffing in corona-tijden nalezen.

Eén van de voorwaarden om deze vermindering te verkrijgen is dat het onroerend goed ‘niet gemeubileerd’ mag zijn tijdens de periode van inactiviteit. Een voorwaarde die voor de nodige onduidelijkheid zorgde bij ondernemingen waar machines en andere roerende goederen in hun onderneming bleven staan tijdens de periode van inactiviteit. We kaartten deze onduidelijkheid reeds aan en met verwijzing naar ons gepubliceerde artikel werd deze problematiek voorgelegd aan Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele.

De minister schenkt nu klare wijn en verduidelijkt hoe het begrip zal worden beoordeeld. In antwoord op een vraag om uitleg heeft de minister formeel bevestigd dat het feit dat in het onroerend goed machines en andere roerende goederen aanwezig waren die normaal voor de uitbating worden gebruikt, op zich geen reden vormt tot afwijzing van de proportionele vermindering. Hierbij werd het voorbeeld aangehaald van evenementenhallen, bioscoopzalen, cafés en restaurants die verplicht hun deuren hebben moeten sluiten. Hoewel er in de meeste gevallen tijdens de sluitingsperiode tribunes, podia, tafels, stoelen of een toog bleven staan, komen zij toch in aanmerking voor de proportionele vermindering van de onroerende voorheffing (althans voor zover de overige voorwaarden eveneens vervuld zijn).

De termijnen om een proportionele vermindering van onroerende voorheffing aan te vragen verschillen per gewest. De berekening van de termijn is gebaseerd op de verzenddatum die vermeld is op het aanslagbiljet (drie maanden na verzending van het aanslagbiljet), met als ultimum 31 maart dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de vermindering wordt aangevraagd (in Vlaanderen). Als het aanslagbiljet niet in het aanslagjaar zelf is verzonden, blijft de bezwaartermijn van drie maanden na verzending van het aanslagbiljet van toepassing.

Bron: KPMG Law

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed