De maatschap:
haar eigenheden nader geanalyseerd
(inclusief handboek)
Mr. Dirk Van Gerven, mr. Ivan Peeters en mr. Ken Lioen (NautaDutilh)
Webinar op vrijdag 4 juli 2025
SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze
10 webinars on demand voor €595
OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes
Boek 7 BW. Nieuwe regels voor
bijzondere contracten op komst
Prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers (Eubelius)
Webinar op dinsdag 21 oktober 2025
Samenwerkingsvormen in de bouw:
een praktijkgericht overzicht van diverse contracten
Mr. Jens Rediers, mr. Jef Feyaerts
en mr. Sophie De Krock (Schoups)
Webinar op dinsdag 10 juni 2025
Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?
Overweeg dan zeker ons jaarabonnement
Krijg toegang tot +150 opleidingen
Live & on demand webinars
Voor uzelf en/of uw medewerkers
De belangrijkste nieuwigheden
voor de bouw- en vastgoedsector in 2025:
het Federaal regeerakkoord en Boek 7
Mr. Marco Schoups, mr. Jens Rediers
en mr. Jef Feyaerts (Schoups)
Webinar op donderdag 3 juli 2025
Is het bezit van een chalet in een recreatiegebied een beletsel om nadien te kunnen genieten van de verlaagde tarieven voor de eigen woning? Het hof van beroep te Gent spreekt zich uit (LegalNews)
Auteur: Marc Vandecasteele (LegalNews)
Het bewijs dat de belastingplichtigen aan de hand van vermoedens leveren dat het onroerend goed gelegen aan de Bstraat +90 in H geen woning uitmaakt in de zin van artikel 2.9.4.2.11 VCF, wordt niet ontkracht door VLABEL. Het loutere feit dat de aankoopakte van 6 september 2010 met betrekking tot het vakantieverblijf een beding van aanwas bevat waarin verwezen wordt naar het samenwonen van de kopers in het goed, volstaat niet om te besluiten dat het goed werkelijk hoofdzakelijk dient of zal dienen voor huisvesting, mede gelet op het feit dat het PRUP waarin het uitdrukkelijke verbod staat om aan het goed een woonfunctie te geven, van latere datum is.
Ook de (niet door de belastingplichtigen weerlegde) omstandigheid dat bewoning in het vakantieverblijf op zich materieel mogelijk zou zijn, kan niet doen besluiten dat het verblijf beschouwd kan worden als hoofdzakelijk dienend voor huisvesting. Het PRUP doet precies het tegendeel vermoeden en, zoals aangegeven, ontkracht VLABEL dit vermoeden niet.
Het Hof van Beroep besluit dat de belastingplichtigen aanspraak maken op de toepassing van het verlaagde tarief van 6% voor het bepalen van het verkooprecht op de aankoop van de woning in Z. Deze woning kan immers, bij de aankoop ervan op 16 juli 2020, beschouwd worden als hun enige en eigen woning in de zin van artikel 2.9.4.2.11 VCF.
De vordering van VLABEL is ongegrond.
» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Successie & Vermogen