Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Zekerheden: een update
aan de hand van wetgeving en rechtspraak

Mr. Ivan Peeters en mr. Philip Van Steenwinkel (Hogan Lovells)

Webinar op vrijdag 8 november 2024


Ondernemingsstrafrecht:
wat wijzigt er door boek I en boek II van het Strafwetboek?

Mr. Stijn De Meulenaer (Everest)

Webinar op dinsdag 11 juni 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact
voor de bouw- en vastgoedsector:
10 aandachtspunten

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 23 april 2024

Huurovereenkomst opzeggen onder de nieuwe huurwet : Wat verandert vanaf 1 september 2018? (Speyk Advocaten)

Auteurs: Melissa Bogaert en Joachim Vanspeybrouck (Speyk Advocaten)

Publicatiedatum: 28/02/2018

In onze vorige blog van 7 september 2017 verwezen wij reeds een eerste keer naar het feit dat het nieuwe Vlaamse Huurdecreet in aantocht is. Hoog tijd dus om wat dieper in te gaan op de diverse wijzigingen die deze nieuwe regelgeving met zich mee zal brengen…

Vandaag aan de orde: de opzegmodaliteiten

Huurovereenkomsten van negen jaar

Wat dergelijke huurovereenkomsten betreft heeft de wetgever diverse zaken gewijzigd, opgeheven en/of toegevoegd. De voornaamste wijzigingen betreffen evenwel de volgende:

Zo versoepelt de wetgever onder meer de bestaande opzegmogelijkheid voor grondige renovatiewerken. Daarbij zal het voor de verhuurder vanaf september mogelijk zijn om vanaf het verstrijken van de eerste driejarige periode te allen tijde de huur op te zeggen. Op vandaag beschikt de verhuurder louter over deze mogelijkheid bij het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode.

Vermoedelijk wou de wetgever hiermee tegemoet komen aan de wensen van de verhuurders. Keerzijde van de medaille is dan weer wel dat dit de woonzekerheid voor huurders vanaf het derde jaar sterk doet verminderen.

Daarnaast heeft de wetgever wel de bestaande soepele opzegregeling voor verbouwingswerken in hetzelfde gebouw opgeheven zodat de verhuurder niet zomaar meer verscheidende huurovereenkomsten in hetzelfde gebouw gelijktijdig kan beëindigen.

Wat ook strikter wordt met de nieuwe regelgeving is de opzegmogelijkheid voor de verhuurder om te allen tijde het goed zelf te betrekken. Met de nieuwe wet kan de verhuurder deze opzeg enkel maar gebruiken als hij zelf het goed persoonlijk zal betrekken. Indien het daarentegen de bedoeling is om bijvoorbeeld afstammelingen in de woning te laten intrekken, dan zal dit maar mogelijk zijn na het verstrijken van de eerste driejarige periode van de huurovereenkomst.

Positief voor de verhuurder is dan weer wel dat –mits het respecteren van de termijn van drie jaar- hij deze opzegmogelijkheid vanaf september ook kan aanwenden met de bedoeling om er zijn wettelijk samenwonende partner te laten intrekken. De wetgever wou daarmee tegemoetkomen aan de recente maatschappelijke en demografische ontwikkelingen in de samenleving.

Nieuwe opzegmogelijkheid bij huurovereenkomsten van korte duur

Net zoals vandaag het geval bestaat onder de nieuwe regelgeving nog steeds de mogelijkheid om een huurovereenkomst te sluiten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar.

Daar waar de wet op dit moment echter louter voorziet in de mogelijkheid voor zowel huurder als verhuurder om de overeenkomst op te zeggen mits de opzegging gebeurt ten minste drie maanden voor het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur, brengt de nieuwe huurwetgeving hier verandering in.

Voor alle overeenkomsten van korte duur die gesloten worden na 1 september 2018 zal de huurder over een extra opzegmogelijkheid beschikken waarbij de huurder de overeenkomst op ieder ogenblik kan beëindigen mits inachtneming van een opzegtermijn van drie maand.

In dat geval zal dan wel een vergoeding verschuldigd zijn aan de verhuurder. Deze zal variëren al naargelang wanneer de huurovereenkomst exact ten einde komt.

De wetgever voorziet daarbij wel in een extra bescherming voor de huurder door uitdrukkelijk te voorzien dat de opzegtermijn en –vergoeding niet verschuldigd zal zijn indien de huurovereenkomst niet tijdig geregistreerd werd.

Daarnaast heeft de wetgever ook voor de “speciallekes” enkele wijzigingen aangebracht, zo onder meer voor de huurovereenkomsten die de duur van negen jaar te boven gaan. Zo voorziet de wetgever dat voor dergelijke overeenkomsten gesloten na 1 september 2018 enkel de verhuurder de overeenkomst nog zal kunnen beëindigen, daar waar op vandaag zowel huurder als verhuurder over die mogelijkheid beschikken.

In het licht van bovenstaande blijkt duidelijk dat alleen reeds wat de opzegmogelijkheden betreft aanzienlijke wijzigingen werden aangebracht. Het spreekt dan ook voor zich dat u zich als huurder of verhuurder maar beter goed laat informeren omtrent uw rechten en plichten.

Speyk.Advocaten staat uiteraard klaar om u daarbij met raad en daad bij te staan. Ook als u vragen zou hebben bij de huidige regelgeving, aarzel niet om ons te contacteren. De nieuwe huurwetgeving zal namelijk niet van toepassing zijn op de huurovereenkomsten gesloten voor 1 september 2018 zodat het in elk geval van belang is om te weten welke wettelijke bepalingen voor u van belang zijn.

Lees hier het originele artikel