Boek 7 ‘Bijzondere contracten’
en de impact voor de bouw- en vastgoedsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven

(Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op donderdag 7 november 2024


Appartementsrecht:
een overzicht van recente ontwikkelingen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Andersen)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Het beroep van architect:
de wet van 3 mei 2024 en recente belangrijke rechtspraak

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven

(Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op vrijdag 11 oktober 2024


De oplevering, haar gevolgen
en de (tienjarige) aansprakelijkheid.
Recente rechtspraak (2022 – 2024)

Mr. Els Op de Beeck en mr. Sophie De Krock (Schoups)

Webinar op donderdag 6 februari 2025


Update Omgevingsrecht:
recente wijzigingen onder de loep

Mr. Bart De Becker (De Becker Advocaten)

Webinar op vrijdag 8 november 2024

Gemeente mag vertrouwen op plannen van de architect (Publius)

Auteur: Dirk Van Heuven (Publius)

Het bouwproject van A liep vertraging op door een foutieve maataanduiding op een eerder (en uitgevoerd) vergund bouwplan van gebuur B, plan dat echter inhoudelijk correct was. De architect van A had de eigen plannen gealigneerd op de verkeerde maataanduiding ten opzicht van de rooilijn. Daardoor sloten de bouwproject niet op elkaar aan. De gemeente die beide projecten vergunde wordt niet aansprakelijk gesteld voor de vertragingsschade:

‘De gemeente heeft vergund wat werd aangevraagd en heeft de bouwlijnen voorafgaandelijk aan de start van de bouwwerken van het perceel van B correct uitgezet. In hoofde van de gemeente wordt bovendien geen verplichting aangetoond om voorafgaandelijk de situatie ter plaatse te bekijken, hetgeen ook volgens de deskundige door de praktijk bevestigd wordt, zodat in hoofde van de gemeente dienaangaande geen fout en minstens geen fout in oorzakelijk verband met de A beweerdelijk voorgehouden schade wordt aangetoond.

Evenmin kan als gevolg hiervan uit de loutere discrepantie tussen de opmetingsplannen, de werkelijke inplanting van het gebouw en de afgeleverde bouwvergunning vanwege de gemeente in haar hoofde een fout en minstens een fout in oorzakelijk verband met de door A beweerdelijk voorgehouden schade worden aangetoond.

Uit het loutere feit dat de aan A afgeleverde omgevingsvergunning een voorwaarde bevat dat voor de eerste 9,31 meter vanaf de linkerperceelgrens de minimum bouwlijn op 1 meter achter de rooilijn bepaald wordt terwijl ook gesteld wordt dat gebouwd diende te worden aansluitend op de bebouwing links, kan evenmin onder verwijzing naar hogerstaande een fout in hoofde van de gemeente weerhouden worden.

Het hof voegt daar ten overvloede aan toe dat:

  • door de betrokken actoren geen verantwoording dient te worden gegeven waarom precies op 39 cm van de rooilijn gebouwd werd, nu het gebouw van B correct werd ingeplant volgens de door de gemeente afgeleverde vergunning;
  • op het ogenblik dat de stedenbouwkundige vergunning aan B op 02.03.2015 werd afgeleverd, het gebouw van B grotendeels gerealiseerd was. Het hof voegt daaraan toe dat ook op het ogenblik van de indiening van de eerste vergunning door B (12.11.2014) de bouw van de meergezinswoning van B reeds in volle uitvoering was’.

Ook de architect van B ontsnapt aan de schadeaanspraak:

‘M.b.t. het inplantingsplan van architect V.L. stelde de deskundige terecht vast dat het gebouw wel degelijk werd ingeplant volgens de configuratie op het opmetingsplan van architect V.L. maar met aanduiding van een foutieve rooilijn en een foutieve vermelding van afstand (1 meter) t.o.v. de rooilijn. Het loutere feit van deze aanduiding heeft planologisch aldus geen enkele impact op de inplanting van het gebouw aangezien het gebouw niet werd uitgezet op basis van de foutieve rooilijn en/of bewuste aanduiding van 1 meter’.

A heeft de eigen architect niet aangesproken…

Ref. Antwerpen 16 september 2024, AR 20212/1390 (PUB 506869).

Bron: Publius

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed

Boeken in de kijker: