Een poort als vergunningsvoorwaarde en het private karakter van een weg (UAntwerpen)

Auteur: Yannick Smeets (UAntwerpen)

Voor de aanleg van een gemeenteweg is de goedkeuring van de gemeenteraad vereist.

Een gemeenteweg is ‘een openbare weg die onder het beheer van de gemeente valt’, maar wanneer is een weg ‘openbaar’? En hoe kan dat uitgesloten worden? Of beter: wanneer is het gebruik van een weg privaat?

Rijst de vraag of in dat kader een -in de praktijk vaak voorkomende – vergunningsvoorwaarde opgelegd kan worden, om bijvoorbeeld “een poort te voorzien, zodat enkel toegang mogelijk is voor de bewoners van het project”.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) benadrukt in een recent arrest van 14 november 2024 twee belangrijke zaken over het samenspel tussen vergunningsvoorwaarden en de zaak der wegen.

1. In eerste instantie bevestigt de Raad de mogelijkheid om via zulke vergunningsvoorwaarde het statuut van een weg als ‘privaat’ te verankeren.

De noodzaak aan een gemeenteraadsbesluit over de zaak der wegen kan dus vermeden worden door een vergunningsvoorwaarde op te leggen dat de ‘weg’ moet worden afgesloten met een poort.

Op die manier wordt het private karakter verzekerd en een ‘oneigenlijk’ publiek gebruik uitgesloten.

2. Daarnaast bevestigt de Raad de wettigheid van zulke vergunningsvoorwaarde.

Een vergunningsvoorwaarde dient namelijk om een aanvraag in overeenstemming te brengen met het recht of de goede ruimtelijke ordening.
De eerbiediging van het Gemeentewegendecreet valt, aldus de Raad, ook onder ‘het recht’, waardoor daarover dus wel degelijk een vergunningsvoorwaarde opgelegd kan worden.

Lees hier het arrest