Boek 7 BW. Nieuwe regels voor
bijzondere contracten op komst

Prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers (Eubelius)

Webinar op dinsdag 21 oktober 2025


Ondernemingscontracten redigeren:
mogelijke valkuilen (inclusief boek)

Mr. Arie Van Hoe (Janson)
Mr. Olivier Vanden Berghe (Liedekerke)
Dhr. Dirk Deschrijver (Legal Advisor)
Dhr. Marc Taeymans (Thomas More Hogeschool)

Webinar op donderdag 2 oktober 2025


Aannemingsrecht anno 2026

Mr. Frank Burssens (Everest)

Mr. Els Op de Beeck (Schoups)

Mr. Simon Verhoeven (Equator)

Webinar op donderdag 29 januari 2026


Wenst u meerdere opleidingen
te volgen bij LegalLearning?

Overweeg dan zeker ons jaarabonnement 

 

Krijg toegang tot +150 opleidingen

Live & on demand webinars

Voor uzelf en/of uw medewerkers


Contractuele aspecten
voor en na een cyberincident

Mr. Bernd Fiten (Timelex)

Webinar op dinsdag 30 september 2025


SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze

10 webinars on demand voor €595

OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes

De wederkerigheid in aannemings-overeenkomsten: een of-of-verhaal (Advocaat Tim Dierynck)

Auteur: Advocaat Tim Dierynck

In een recent arrest van 8 november 2024 verduidelijkte het Hof van Cassatie de wederkerigheid in aannemingsovereenkomsten.

De feiten speelden zich als volgt af. Tussen een bouwheer en een aannemer werd een aannemingsovereenkomst afgesloten voor een totaal bedrag van bijna € 300.000. Omwille van problemen met de waterdichtheid van het dak weigerde de bouwheer betaling van het saldo van de aannemingsprijs t.b.v. € 30.000. Na aanhangigmaking van de zaak bij de rechtbank oordeelde de rechtbank dat de bouwheer een totale schade had geleden van bijna € 20.000.

Zowel de eerste rechter als de rechter in hoger beroep oordeelden dat de aannemer bovendien geen aanspraak meer kon maken op het openstaand factuursaldo.  De aannemer tekende daartegen cassatieberoep aan stellende dat de beide openstaande bedragen, met name het openstaand factuursaldo van bijna € 30.000 moest worden gecompenseerd met de schadevergoeding van € 20.000 waarop de bouwheer recht. Indien dit immers niet zou gebeuren, wordt de aannemer tweemaal gestraft, of wordt de bouwheer tweemaal vergoed voor dezelfde schade.

Het principe hiervoor is gebaseerd op artikel 1149 Oud Burgerlijk Wetboek.

Krachtens artikel 1149 Oud Burgerlijk Wetboek, is, ingeval van foutieve niet-nakoming van een contractuele verbintenis, de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser hierdoor lijdt te vergoeden. Deze schade bestaat, in het algemeen, uit het geleden verlies en de gederfde winst.

De schadevergoeding wegens contractuele wanprestatie heeft tot doel de schuldeiser te plaatsen in de toestand waarin hij zich zou hebben bevonden indien de schuldenaar zijn verbintenis zou zijn nagekomen.

In voormelde casus oordeelde het Hof van Cassatie uiteindelijk in het voordeel van de aannemer :

De schuldeiser kan niet terzelfdertijd (i) vergoeding verkrijgen voor het herstel van de schade veroorzaakt door de foutieve niet-nakoming door de schuldenaar van zijn contractuele verbintenis, en (ii) weigeren zijn eigen verbintenissen ten aanzien van de schuldenaar na te komen.

Heel concreet betekent dit dat het recht op een schadevergoeding in hoofde van de schuldeiser het recht op betaling van de facturen in hoofde van de aannemer niet uitsluit. Een andere benadering zou immers neerkomen op het toekennen van een bovenmatige schadevergoeding aan de schuldeiser.

Één en ander schijnt een logisch en normaal standpunt te zijn, doch het bleek dat lagere rechtbanken dit nog niet consequent toepasten. Het principe werd nog eens duidelijk geschetst door het Hof van Cassatie.

Bron: Advocaat Tim Dierynck

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Verbintenissen & Goederen

Boeken in de kijker: