Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


De invoering van Boek 6
en de impact voor de medische sector

Prof. dr. Christophe Lemmens (Dewallens & Partners)

Webinar op vrijdag 4 oktober 2024


Het nieuwe Boek 6:
de impact op de werkvloer

Mr. Chris Persyn (Cautius)

Webinar op donderdag 4 juli 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024

Contractuele uitsluiting in solidum aansprakelijkheid aannemer en architect (Gevaco Advocaten)

Auteur: Maarten Broekx (Gevaco Advocaten)

Het principe van de ‘in solidum’ aansprakelijkheid

De architect en de aannemer kunnen in solidum aansprakelijk worden gesteld door de bouwheer indien hun onderscheiden fouten hebben bijgedragen tot dezelfde schade. Dit heeft tot gevolg dat zowel de aannemer als de architect afzonderlijk voor het geheel van de schade in hoofde van de bouwheer kunnen worden aangesproken.

De aannemer of de architect hebben vervolgens een verhaalsrecht op de andere voor diens aandeel in de schade. De rechter zal namelijk (op verzoek daartoe) elk zijn aandeel in de aansprakelijkheid bepalen, doch is enkel van belang in hun onderlinge verhouding.

De conventionele uitsluiting van de in solidum aansprakelijkheid

In de meeste architectenovereenkomst wordt voorzien in een standaardclausule op basis waarvan de architect niet in solidum met andere bouwpartners kan worden aangesproken.

Dergelijke clausule is in principe rechtsgeldig en zorgt ervoor dat de architect, of beter gezegd diens verzekeraar, enkel zijn aandeel in de schade moet vergoeden. De bouwheer kan zich in dat geval aldus niet richten tot de architect teneinde zijn volledige schade vergoed te zien.

Tienjarige aansprakelijkheid en de conventionele uitsluiting

De aannemer en de architect kunnen na de oplevering of aanvaarding van de werken enkel nog aangesproken worden voor gewone verborgen gebreken en ernstige verborgen gebreken die de stevigheid van het gebouw in het gedrang brengen, zijnde de zogenaamde ‘tienjarige aansprakelijkheid’.

Deze tienjarige aansprakelijkheid strekt ertoe niet enkel de belangen van de opdrachtgever/bouwheer te beschermen, maar tevens het openbaar belang. Naar constante rechtspraak van het Hof van Cassatie wordt de tienjarige aansprakelijkheid, zoals neergelegd in de artikelen 1792 en 2270 BW, dan ook geacht van openbare orde te zijn.

Het gevolg hiervan is dat, in tegenstelling tot bij de gewone verborgen gebreken, een clausule waarbij de in solidum aansprakelijkheid met andere bouwpartners wordt uitgesloten, geen uitwerking kan hebben voor de tienjarige aansprakelijkheid.

Het Hof van Cassatie stelde dit duidelijk bij arrest van 5 september 2014: “De tienjarige aansprakelijkheid van de architect wegens een gebrek in de bouw is van openbare orde en kan mitsdien contractueel niet worden uitgesloten. Het beding op grond waarvan de architect, in geval van een samenlopende fout met deze van de aannemer, enkel voor zijn aandeel in de totstandkoming van de schadevergoeding verschuldigd is aan de bouwheer, houdt een beperking in van de aansprakelijkheid van de architect jegens de bouwheer op grond van artikel 1792 van het Burgerlijk Wetboek en is in zoverre strijdig met de openbare orde.”

Aanvaarding van de werken

In een recent arrest van 10 februari 2022 stelde het Hof van Cassatie bovendien dat het openbare karakter van de tienjarige aansprakelijkheid ook van toepassing is als er geen sprake is van een aanvaarding van de werken.

Eisers in cassatie stelde het volgende in hun voorziening in cassatie:

“de aanvaarding is het scharniermoment tussen de gemeenrechtelijke contractuele fase en de bijzondere aansprakelijkheidsregimes, waaronder de tienjarige aansprakelijkheid.

In de contractuele fase kunnen partijen hun gemeenrechtelijke contractuele aansprakelijkheid beperken of uitsluiten in een exoneratieclausule of bevrijdingsbeding (M. Schoups en K. Uytterhoeven, “Algemeen deel”, in Handboek bouwrecht, Antwerpen, Intersentia, 2013, 618).

 Een dergelijke beperking of uitsluiting is niet mogelijk voor de tienjarige aansprakelijkheid (Cass. 5 september 2014, C.13.0395.N). A contrario volgt hieruit dat de in-solidum-aansprakelijkheid van de aannemer en de architect contractueel nog wel kan worden wegbedongen indien hun aansprakelijkheid gebaseerd is op het gemene recht (A. VAN OEVELEN, Overeenkomsten. Deel 2. Bijzondere overeenkomsten. E. Aanneming van werk – Lastgeving, Mechelen, Kluwer, 2017, 263).

 De tienjarige aansprakelijkheid is van openbare orde omdat zij niet alleen de bescherming van de bouwheer-opdrachtgever voor ogen heeft, maar eveneens de bescherming van de openbare veiligheid. In de contractuele fase, vóór de aanvaarding, zijn evenwel enkel de belangen van de contractspartijen aan de orde. Deze overwegingen spelen daar dus niet.”

Het Hof van Cassatie volgde dit onderdeel niet en liet duidelijk verstaan dat het openbare orde karakter van de tienjarige aansprakelijkheid geldt ongeacht de al dan niet aanvaarding van de werken.

Bron: Gevaco Advocaten