Woninghuur in Vlaanderen en Brussel:
het antwoord op 25 praktijkvragen

Mr. Ulrike Beuselinck en mr. Koen De Puydt (Seeds of Law)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Het nieuwe Boek 6 en de impact inzake verzekeringen:
een analyse aan de hand van 10 knelpunten

Mr. Sandra Lodewijckx en mr. Pieter-Jan Van Mierlo (Lydian)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Recente wetgevende ontwikkelingen
met impact op de bouwsector

Prof. dr. Kristof Uytterhoeven (Caluwaerts Uytterhoeven)

Webinar op dinsdag 27 augustus 2024


Vereffening-verdeling van nalatenschappen:
16 probleemstellingen

Mr. Nathalie Labeeuw (Cazimir)

Webinar op vrijdag 26 april 2024


Aansprakelijkheid van hulppersonen
in en buiten de contractketting.
Een analyse in het licht van Boek 6

Prof. dr. Ignace Claeys en mr. Camille Desmet (Eubelius)

Webinar op vrijdag 30 augustus 2024


Vastgoedtransacties
door én met administratieve overheden:
overheidsopdracht of uitgesloten vastgoeddienst?

Dhr. Constant De Koninck (Rekenhof)

Webinar op donderdag 13 juni 2024

Closing the gap: een vordering wegens niet-conforme levering moet “zo spoedig mogelijk” worden ingesteld (Schoups)

Auteurs: Tom Lenaerts en Pim van den Bos (Schoups)

Het Hof van Cassatie stelt middels haar arrest van 6 januari 2022 dat de koper die een levering afkeurt de vordering (wegens niet-conforme levering) gebaseerd op de artikelen 1604 en 1610 van het oud Burgerlijk Wetboek zo spoedig als mogelijk moet instellen. De koper die de geleverde zaak aanvaardt, kan niet meer de ontbinding van de koop vorderen op grond van het gebrek aan overeenstemming van de geleverde zaak, onder voorbehoud van de vordering op grond van een koopvernietigend gebrek overeenkomstig artikel 1648 Oud Burgerlijk Wetboek.

Bij arrest van 6 januari 2022 heeft het Hof van Cassatie vastgesteld dat het arrest van het hof van beroep van Antwerpen van 22 februari 2021 de wet schendt.

Bij arrest van 22 februari 2021 kende het hof van beroep een schadevergoeding toe aan de kopers van een woning die enkele maanden na de aankoop van de woning ter gelegenheid van hun aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van een carport hadden vernomen dat de achterbouw van de woning niet vergund was, en dat regularisatie slechts mogelijk was indien de niet-vergunde achterbouw zou worden afgebroken.

Het hof van beroep oordeelde dat deze niet-vergunde achterbouw niet alleen beschouwd moet worden als een verborgen gebrek, maar tevens een non-conforme levering uitmaakt omdat de verkochte zaak niet overeenstemde met wat partijen waren overeengekomen.

Vervolgens kent het hof van beroep een schadevergoeding omwille van een non-conforme levering toe op grond van de artikelen 1604 en 1610 van het oud Burgerlijk Wetboek, omdat een vordering wegens verborgen gebreken op grond van artikel 1648 oud Burgerlijk Wetboek die pas 19 maanden na het vaststellen van het gebrek wordt ingesteld laattijdig is.

Het Hof van Cassatie heeft middels haar arrest van 6 januari 2022 geoordeeld dat het arrest van het hof van beroep van Antwerpen van 22 februari 2021 de wet schendt, omdat de vordering (wegens niet-conforme levering) gebaseerd op de artikelen 1604 en 1610 van het oud Burgerlijk Wetboek zo spoedig als mogelijk moet worden ingesteld.

Het Hof verscherpt hiermee de scheiding tussen de vordering wegens non-conforme levering en de vordering wegens verborgen gebreken die werd aangebracht in het arrest van 19 oktober 2007.[1] Door middel van dit arrest lijkt het Hof van Cassatie zich dan ook expliciet te verzetten tegen de wel vaker voorkomende lagere rechtspraak waarbij de laattijdigheid van een vordering op grond van verborgen gebreken wordt aangezuiverd door een beroep te doen op de vordering wegens non-conforme levering.

 

[1] Cass. 19 oktober 2007, Arr.Cass. 2007, afl. 10, 1973.

Bron: Schoups

» Bekijk alle artikels: Bouw & Vastgoed, Verbintenissen & Goederen