Herstructurering,
collectief ontslag en sluiting

Mr. Hanne Cattoir (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming
werd goedgekeurd

Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Artificiële intelligentie in het HR-proces:
juridische aandachtspunten

Mr. Inger Verhelst en mr. Matthias Vandamme (Claeys & Engels)

Webinar op vrijdag 7 februari 2025


Ontslagrecht
een overzicht van recente rechtspraak

Mr. Kato Aerts en mr. Sarah Witvrouw (Lydian)

Webinar op donderdag 20 februari 2025


Discriminatie op de werkvloer:
10 mogelijke discussiepunten met tips voor de werkgever

Mr. Ann Witters (AW Law)

Webinar op vrijdag 6 december 2024


Grensoverschrijdende sociale zekerheid:
een update inclusief recente rechtspraak

Dhr. Bruno De Pauw (RSZ)

Webinar op donderdag 21 november 2024

Wijzigingen sociaal strafwetboek – Sancties niet-naleving bepalingen glijdende uurroosters (Claeys & Engels)

Auteur: Claeys & Engels

Op 21 juni 2024 werd de wet houdende de wijziging van het sociaal strafwetboek gepubliceerd. Deze wijzigingen zijn in werking getreden op 1 juli 2024. Met deze wetswijziging worden er ook een aantal sancties ingevoerd met betrekking tot de niet-naleving van de bepalingen inzake glijdende uurroosters. 

Invoering in de onderneming

Indien een onderneming gebruik wil maken van glijdende uurroosters, dan moet dit worden ingevoerd per cao of via het arbeidsreglement. Dergelijk glijdend uurrooster bevat vaste periodes waarbinnen de werknemer aanwezig moet zijn (“stamtijden”) en variabele periodes waarbinnen de werknemer zelf het begin en het einde van de werkdag en de pauzes kiest (“glijtijden”).

De cao of het arbeidsreglement moet minstens het volgende vermelden:

  • de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die moet worden nageleefd binnen de referteperiode van drie kalendermaanden (of een andere duur, met een maximum van een jaar);
  • de stamtijd (de uren van verplichte aanwezigheid in de onderneming);
  • de glijtijd (de variabele periodes binnen de welke de werknemer zelf zijn aankomst, vertrek en pauzes bepaalt). De dagelijkse arbeidsduur moet beperkt zijn tot 9 uur;
  • het aantal uren dat onder of boven de grens van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur mag worden gepresteerd (maximum 45 uur/week);
  • het aantal uren dat meer of minder werd gepresteerd dan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur en dat op het einde van de referteperiode het voorwerp kan uitmaken van een overdracht (maximum 12 uren, te verhogen per cao).
Tijdsopvolging

Er moet worden voorzien in een tijdsopvolgingssysteem, dat moet kunnen worden geraadpleegd door de werknemer en door de inspectie. Dit tijdsopvolgingssysteem moet gegevens bevatten over:

  • de identiteit van de werknemer;
  • per dag, de duur van zijn arbeidsprestaties;
  • wanneer het een deeltijdse werknemer met een vast uurrooster betreft: het begin en einde van de werkdag en van de pauzes.

Deze gegevens moeten gedurende vijf jaar worden bewaard na afloop van de dag waarop de gegevens betrekking hebben.

De werknemer moet bovendien ook kunnen opvolgen hoeveel uren hij meer of minder dan de gemiddelde arbeidsduur heeft gepresteerd tijdens de referteperiode.

Sancties

Indien de werkgever niet alle verplichte vermeldingen heeft opgenomen in het arbeidsreglement, dan kan hiervoor een sanctie niveau 1 (administratieve geldboete van 80 tot 800 EUR) worden opgelegd.

Vanaf 1 juli 2024 wordt er een sanctie niveau 2 (een strafrechtelijke geldboete van 400 tot 4.000 EUR of een administratieve geldboete van 200 tot 2.000 EUR) gekoppeld aan de niet-naleving van de wettelijke bepalingen inzake glijdende uurroosters, namelijk:

  • niet voorzien in een systeem van tijdsopvolging dat voor elke werknemer de door de wet opgelegde gegevens bevat;
  • niet voorzien in een systeem van tijdsopvolging dat toelaat de door de wet opgelegde gegevens gedurende de lopende referteperiode bij te houden;
  • niet de nodige maatregelen nemen opdat het systeem van tijdsopvolging kan worden geconsulteerd door elke werknemer die wordt tewerkgesteld op basis van een glijdend uurrooster en door de sociale inspectie;
  • de bewaringstermijn van vijf jaar niet respecteren;
  • er niet voor zorgen dat de werknemer kennis kan nemen van het precieze aantal uren dat hij binnen de referteperiode, op basis van een glijdend uurrooster, meer of minder heeft gepresteerd dan de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van het glijdend uurrooster;
  • de werknemer laten werken buiten de stam- en glijtijd.

De boete wordt vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers (met een maximum van 100).

Actiepunt

Aangezien de niet-naleving van de bepalingen inzake glijdende uurroosters vanaf 1 juli 2024 gesanctioneerd wordt, is het des te belangrijker voor werkgevers om:

  • de juiste bepalingen op te nemen in het arbeidsreglement;
  • in een systeem van tijdsopvolging te voorzien dat voldoet aan de wettelijke bepalingen;
  • de werknemer niet te laten werken buiten de stam- en glijtijd.

Bron: Acerta

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid

Boeken in de kijker: