Grensoverschrijdende sociale zekerheid anno 2025:
een update inclusief recente rechtspraak

Dhr. Bruno De Pauw (RSZ)

Webinar op vrijdag 21 november 2025


Een Belg tewerkstellen in meerdere landen:
cruciale aandachtspunten

Mr. Sandrine Schaumont, mr. Febe Willems

en mr. Stefanie Van de Perre (Deloitte)

Webinar op donderdag 16 oktober 2025


SUMMER DEAL 2025
10 webinars on demand naar keuze

10 webinars on demand voor €595

OVB – IBJ – ITAA – FSMA – BIV – NKN – Sam-Tes


Overname van activa of activiteiten van een onderneming in moeilijkheden, in een procedure van overdracht onder gerechtelijk gezag of in (stil) faillissement

Mr. Jens Vrebos en mr. Marlies De Brabandere

(Crivits legal)

Webinar op dinsdag 21 oktober 2025


Conflicten in rechtspersonen

Mr. Vanessa Ramon (Cygnus Advocaten)

Webinar op donderdag 9 oktober 2025


Vennootschapsrecht:
recente wetgeving en rechtspraak
anno 2025

Mr. Joris De Vos en mr. Laurens Engelen (Dentons)

Webinar op vrijdag 17 oktober 2025

Wibra: was de CAO 32bis nu wel of niet van toepassing bij de transactie tussen de failliete nv Wibra België en de nieuw opgerichte bv Wibra België? (Recht op zaterdag)

Auteur: Marc Vandecasteele (Recht op zaterdag)

De feiten

Wibra is een Nederlandse onderneming, waarbij het Belgische filiaal, de nv Wibra België in 2020 aanzienlijk omzetverlies leed toen zijn winkels door de COVID19-crisis tijdelijk moesten sluiten.

In die periode baatte het 81 winkels uit en had het 439 werknemers in dienst.

Op 20 juli 2020 heeft de nv Wibra België een buitengewone ondernemingsraad gehouden en een persbericht verspreid met de mededeling dat de onderneming zich in een precaire situatie bevond, een deel van haar winkels in België wou behouden en om een gerechtelijke reorganisatie moest verzoeken.

Op 30 juli 2020 heeft ze een verzoek tot gerechtelijke reorganisatie ingediend bij de Gentse ondernemingsrechtbank, afdeling Dendermonde en bij vonnis van die dag zijn drie gerechtsmandatarissen aangesteld met de opdracht de activiteiten van de vennootschap geheel of gedeeltelijk te organiseren en over te dragen.

Op 30 september 2020 werd de besloten vennootschap bv Wibra België opgericht om een deel van de activiteiten van de nv Wibra België over te nemen en voort te zetten en op 1 oktober 2020 heeft de nv Wibra België, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de vakorganisaties, opnieuw een buitengewone ondernemingsraad gehouden. Volgens de nv Wibra België wilden het bestuur en de gerechtsmandatarissen op die manier het personeel de nodige informatie verstrekken over het verzoek tot homologatie van het overnamebod voor de toepassing van de procedure van gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag.

Op 8 oktober 2020 heeft de ondernemingsrechtbank dit verzoek om homologatie afgewezen. Hierbij werd geoordeeld dat sommige bepalingen van het overnamevoorstel enerzijds in strijd waren met collectieve arbeidsovereenkomst nr. 102 van 5 oktober 2011 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging van werkgever ten gevolge van een gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag en anderzijds met richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen.

Diezelfde dag heeft de ondernemingsrechtbank de nv Wibra België failliet verklaard en BA, EP en RI als curatoren aangesteld.

De personeelsleden werden onmiddellijk op de hoogte gebracht van het vonnis en van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, met betaling van een opzeggingsvergoeding.

Ondanks de afwijzing van het overnamebod door de ondernemingsrechtbank en het faillissementsvonnis, kondigde Wibra op 9 oktober in een persbericht aan dat 36 winkels snel zouden worden heropend en dat 183 werknemers aan de hand van nieuwe arbeidsovereenkomsten zouden worden overgenomen.

Diezelfde dag hebben de curatoren een deel van de activa van de nv Wibra België overgedragen aan de bv Wibra België, die 183 van de 439 ontslagen werknemers in dienst heeft genomen.

Op 1 april 2021 hebben een aantal niet-overgenomen werknemers bij de curatoren geïnformeerd naar de naleving van de procedure van voorafgaande inlichting en raadpleging en naar de wijze waarop bepaalde activiteiten van de nv Wibra België op 9 oktober 2020 op de verkrijger zijn overgegaan. De curatoren hebben geantwoord dat de verplichtingen inzake inlichting en raadpleging van de vertegenwoordigers van de werknemers tijdens de procedure van gerechtelijke reorganisatie werden nageleefd: de ondernemingsrechtbank zou, los van het besluit tot afwijzing van het overnamevoorstel, toezicht op het verloop van de procedure hebben uitgeoefend, dit hebben goedgekeurd en de vertegenwoordigers van het personeel ter terechtzitting hebben gehoord.
Uit het dossier blijkt dat de bv Wibra België sinds 2021 veel winst heeft geboekt en dat sinds het faillissement nieuwe Belgische winkels zijn heropend onder de naam WIBRA.

Zestig voormalige werknemers hebben bij de verwijzende rechter een vordering tot schadevergoeding ingesteld tegen de failliete nv Wibra België en tegen de nieuwe vennootschap, de bv Wibra België. De nv Wibra België stelt dat de vorderingen ongegrond zijn omdat zij betrekking hebben op schending van cao nr. 24 betreffende het collectieve ontslag en omdat zij zijn gebaseerd op cao nr. 32 bis betreffende de overgang van ondernemingen. Met betrekking tot het bezwaar dat nauwkeurige en concrete informatie over het collectieve ontslag ontbreekt, stelt zij dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de periode vóór de procedure van gerechtelijke reorganisatie, de periode erna en het faillissement zelf. Zij meent dat de transactie tussen de failliete nv Wibra België en de bv Wibra België niet kan worden aangemerkt als een overgang van onderneming krachtens overeenkomst in de zin van cao nr. 32 bis, maar dat de rechten van de overgenomen werknemers moeten worden onderzocht in het kader van een overname van activa na faillissement.

De prejudiciële vraag

Moet artikel 5, lid 1, van richtlijn [2001]/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen aldus worden uitgelegd dat aan de daarin gestelde voorwaarde, namelijk dat de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn niet van toepassing zijn op een overgang van een onderneming wanneer de vervreemder verwikkeld is in een faillissementsprocedure of in een soortgelijke procedure met het oog op de liquidatie van zijn vermogen, niet is voldaan wanneer de overgang van een onderneming of een deel ervan is voorbereid vóór de opening van de faillissementsprocedure met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder, in dit geval in het kader van een procedure van gerechtelijke reorganisatie, waarbij een overdrachtsakkoord is gesloten dat door de bevoegde rechtbank niet is gehomologeerd, en dat vervolgens onmiddellijk na de faillietverklaring ten uitvoer wordt gelegd, zonder toepassing van enige nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling?

Het standpunt van het Hof van Justitie op 3 april 2025

Artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het handhaven van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of delen van ondernemingen of vestigingen, moet aldus worden uitgelegd:

het is van toepassing in een situatie waarin een faillissementsprocedure volgt op een gerechtelijke reorganisatieprocedure waarbij een gedeeltelijke overdrachtsovereenkomst van de betrokken onderneming is opgesteld, maar niet door de bevoegde rechter is bekrachtigd voordat deze wordt uitgevoerd nadat het faillissement is uitgesproken. Dit geldt onder voorwaarde dat de faillissements- of insolventieprocedure die is ingesteld, daadwerkelijk is geopend met het oog op de vereffening van het vermogen van de overdrager, dat deze procedure onder toezicht staat van een bevoegde overheidsinstantie, en dat het gebruik ervan niet als misbruik kan worden aangemerkt.

Lees hier het arrest

Boeken in de kijker: