Sociaal strafwetboek:
een grondige hervorming werd goedgekeurd

Mr. Kenny Decruyenaere en mr. Veerle Van Keirsbilck (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 5 december 2024


Herstructurering, collectief ontslag en sluiting

Mr. Hanne Cattoir (Claeys & Engels)

Webinar op donderdag 17 oktober 2024


Discriminatie op de werkvloer:
10 mogelijke discussiepunten met tips voor de werkgever

Mr. Ann Witters (AW Law)

Webinar op vrijdag 6 december 2024

Volstaat een ‘oneliner’ als ontslagmotivatie? (LM&DS)

Auteurs: Veerle Stroobants en Sven Mertens (LM&DS)

Een werknemer die ontslagen wordt na minstens 6 maanden dienst, heeft het recht om een concrete motivering van het ontslag te vragen.

Komt de werkgever niet (tijdig) met zijn motivering over de brug, dan voorziet N.A.R – C.A.O. 109   een burgerlijke boete  gelijk aan 15 dagen loon, terwijl eveneens een zwaardere bewijslast wordt opgelegd als de werknemer ook aanspraak maakt op een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

Maar wanneer is de motivering conreet genoeg?

Eerdere rechtspraak maakte al duidelijk dat vage termen als ‘reorganisatie’ of ‘economische redenen’ niet volstaan.

De arbeidsrechtbank Antwerpen afdeling Mechelen was echter van oordeel dat de  mededeling ‘reorganisatie van de dienst na het wegvallen van substantiële activiteiten‘ volstond.

De rechtbank vond dit weliswaar bondig, maar concreet genoeg en steunde zich hierbij ook op de overweging dat de werknemer wél de burgerlijke boete vorderde maar het ontslag op zich ‘niet aanvocht’.

Dit wees er volgens de rechtbank immers op dat hij vrede kon nemen met de ontslagbeslissing wat er op zou wijzen dat aan de motiveringsplicht voldaan werd.

Niet akkoord, zegt het Arbeidshof  Antwerpen in een arrest van 9 februari 2022.

Het Hof verwijst o.m. naar de toelichting bij CAO 109 waarin gesteld wordt dat de werknemers zicht moeten krijgen op de redenen die aan de basis lagen van hun ontslag, om de redelijkheid ervan te kunnen beoordelen.

Dit zou enerzijds een preventief effect hebben om ontslagbetwistingen te vermijden, terwijl het anderzijds de werknemer die zijn ontslag aanvecht meer concrete elementen in handen geeft, wat een rechtstoegang voor betwisting van het onstlag zou vergemakkelijken.

Het feit dat een vordering wegens kennelijk onredelijk ontslag steunt op dezelfde C.A.O. 109 en de motivering een effect heeft op de bewijslastverdeling, doet er geen afbreuk aan dat het recht op de burgerlijke boete van 15 dagen kan bestaan, zonder dat de kennelijke onredelijkheid van het ontslag wordt aangevoerd.

Conclusies :

1. De burgerlijke boete van 15 dagen wegens het niet (tijdig) meedelen van de concrete ontslagreden kan gevorderd worden zonder aanspraak te maken op een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

2. Werkgevers kunnen zich niet van hun motiveringsplicht afmaken met één welgemikte oneliner.

(Arbeidshof Antwerpen, 09 februari 2022 (2020/AA/457))

Bron: LM&DS

» Bekijk alle artikels: Arbeid & Sociale zekerheid